Steeds minder Nederlandstaligen in basisonderwijs

© brusselnieuws.be
27/05/2011
Het Nederlandstalig kleuter- en lager onderwijs in Brussel blijft groeien, het secundair kent een terugval. Dat blijkt uit de definitieve inschrijvingscijfers voor het schooljaar 2010-2011. Slechts een derde van de leerlingen heeft minstens één ouder die Nederlands spreekt. Het aantal leerlingen met een Nederlandstalige achtergrond blijft dalen.

Het kleuteronderwijs ontvangt dit schooljaar 11.505 ukken, dat zijn er 37 meer dan vorig schooljaar. De stijging blijft met dat geringe aantal wel beperkt tot 0,3 procent. In het lager onderwijs zitten nu 14.431 leerlingen, of 366 meer dan een jaar geleden, wat er dik 2,6 procent meer zijn. In vergelijking met 10 jaar geleden is de stijging wel spectaculair:

Het overgrote deel van de leerlingen in het basisonderwijs is afkomstig uit Brussel zelf (91 procent van de kleuters en 84 procent in het lager onderwijs). Opvallend, want tien jaar gelden kwam nog een kwart van de leerlingen in het lager van buiten het gewest. Ook de verdeling van de ouders op taalbasis loopt gelijk in kleuter- en lager onderwijs. Ongeveer een derde van de leerlingen heeft minstens een ouder die Nederlandstalig is. Een derde is van huis uit Franstalig en een derde is anderstalig. Die verdeling is grosso modo dezelfde als in het schooljaar 2009-2010.

Zelfde scholen, andere leerlingen
Vergeleken met tien jaar geleden is de samenstelling van de klassen wel grondig veranderd. Wie kijkt naar de cijfers lager onderwijs in het schooljaar 2000-2001 ziet dat 22 procent uit een homogeen Nederlandstalig gezin kwam, nu is dat nog 9,6 procent. De grootste stijgers zijn de groep anderstalige kinderen. Tien jaar geleden was een vijfde van de leerlingen anderstalig, nu is dat een derde. Het aandeel taalgemengde gezinnen daalde van 29,4 procent naar 24,6 procent. Het aantal kindjes uit een homogeen Franstalig gezin steeg slechts matig: van 27 procent naar 31,7.

Ook de gegevens over de culturele achtergrond van de VGC wijzen op een veranderende samenstelling. In het schooljaar 2000-2001 had 64 procent van de kinderen een Belgische achtergrond. In deze tijden spreekt men bij de VGC van een Wetserse achtergrond en bedraagt hun aandeel 46,9 procent.

Het secundair onderwijs kent een andere dynamiek, want daar gaan leerlingen verloren. Het totaal van 12.551 scholieren ligt 56 eenheden lager dan vorig jaar. Iets meer dan de helft van de leerlingen spreekt met één van de ouders thuis Nederlands en ruim 40 procent van de scholieren woont buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni