Voorrang voor Nederlandstaligen in middelbaar

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
06/04/2011
Nederlandstalige kinderen krijgen ook voorrang bij inschrijving in het secundair onderwijs. Dat is een van de nieuwigheden uit het voorstel van decreet dat enkele Vlaamse parlementsleden van de meerderheid indienden. In het basisonderwijs krijgen Nederlandstalige broers en zussen voortaan voorrang op anderstalige broers en zussen.

D e voorbije drie jaar mochten de Lokale Overlegplatforms (LOP) experimenteren met aanmeldingssystemen om de wachtrijen bij de inschrijvingen weg te werken. Dit leidde in Brussel tot steeds wisselende regelingen. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) beloofde de regels van aanmelding en inschrijving decretaal vast te laten leggen en zo stabiliteit te bieden.

Uiteindelijk zijn het enkele Vlaamse parlementsleden van SP.A, CD&V en N-VA die zopas een voorstel van decreet indienden. Brussel Deze Week kon het inkijken. Met dit voorstel willen ze bereiken dat de scholen een sociale mix worden, maar ook dat in Brussel de Nederlandstaligen alle kans op inschrijving hebben.

Nu al hebben de Nederlandstaligen een voorrang ten belope van 55 procent in het basisonderwijs. In het voorstel van decreet wordt dit nog wat uitgebreid. Als er meer broertjes en zusjes dan vrije plaatsen zijn, dan komen de Nederlandstalige broertjes en zusjes het eerst aan de beurt.

Bovendien krijgen Nederlandstaligen ook voorrang in het secundair. De volgorde wordt daar als volgt: eerst broers en zussen, dan Nederlandstaligen, dan - een nieuwe categorie - de kinderen van het personeel, daarna, ook nieuw, de leerlingen uit de basisschool op de campus, en dan de rest. In het basisonderwijs zullen eerst broers en zussen, daarna Nederlandstaligen, vervolgens kinderen van personeel en dan de overige kinderen aangemeld en ingeschreven kunnen worden.

Hoe zit het dan met die sociale mix? Nu hebben Brusselse GOK-leerlingen, op hetzelfde moment als de Nederlandstaligen, een voorrang van dertig procent. In het nieuwe voorstel moeten de LOP's een sys­teem uitwerken dat ervoor zorgt dat het aandeel GOK-leerlingen in de scholen overeenstemt met het percentage kansarmen in de buurt. Op de ene plek zal daarom voorrang gegeven moeten worden aan kansarmen, op de andere aan kansrijken, maar dat gebeurt in elk geval pas nadat de Nederlandstaligen gebruik hebben kunnen maken van hun voorrang. "Het LOP mag daarbij zelf beslissen of er een verhouding voor heel Brussel vastgelegd wordt en of er per gemeente gediversifieerd wordt," zegt Paul Delva (CD&V), een van de indieners van het voorstel. "In een kansrijke gemeente zou er dan een lager GOK-percentage gelden dan in een kansarme gemeente. We willen dat de school een afspiegeling is van de buurt."

Brussels SP.A-parlementslid Jef Van Damme verwacht dat de kwestie opnieuw voor flinke discussie binnen het LOP zal zorgen. "Over de andere voorrangsregels zijn de knopen wel doorgehakt, en dat is een goede zaak." De stuurgroep van het LOP vergadert later deze week over het voorstel. Voorzitter Dimokritos Kavadias vreest alvast dat de desegregatie die de laatste jaren dankzij het GOK-decreet werd ingezet, weer een halt wordt toegeroepen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni