KSB BRUZZ 1536

100 Masters: Koninklijke Sterrenwacht onder de loep

Nick Trachet
© BRUZZ
31/08/2016

De 100 Masters in de Brusselse musea zijn de belangrijke stukken van ons patrimonium waarvoor u niet naar een uitzonderlijke tentoonstelling moet, maar topstukken die elke dag in de buurt vallen te bewonderen. Ik had er al enkele belicht uit plant- en dierkunde, maar er zijn nog meer wetenschappen aanwezig.

Voor het Afrikamuseum zullen we nog een paar jaar moeten wachten, maar ook de Koninklijke Sterrenwacht van België is in de lijst met 100 Meesterwerken vertegenwoordigd: het planetarium aan de Heizel. Deze koepel van 23 meter diameter werd gebouwd voor de wereldtentoonstelling van Brussel in 1935. Oorspronkelijk heette dit het Alberteum, maar het werd in de jaren 1970 grondig herbouwd. Het is vandaag één van de grootste planetaria van Europa, volgens hun eigen website. Binnenin staat de originele projector, gebouwd door Karl Zeiss in Jena (Duitsland), een wonder van oude technologie.

Geen museum
Het planetarium bleef jaren onder de radar. Vroeger was het, door gebrek aan geld, ook enkel tijdens de weekdagen open en dus niet erg zichtbaar of ambitieus. Sinds een paar jaar is daar verandering in gekomen, met steun van de Lotto. Onder andere De Zeiss-projector staat er nog, maar tegenwoordig wordt een digitale, moderne projector gebruikt. De originele werkt nog, maar er zijn geen wisselstukken meer van. De kritieken op de shows die er vandaag worden gegeven zijn lovend, de ‘vaste’ tentoonstelling is naar het schijnt dringend aan restauratie, reorganisatie toe.

Om te weten of dit nu echt het topstuk van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) is, bezocht ik de hoofdzetel van de eerbiedwaardige instelling, aan de Ringlaan in Ukkel.

Om te beginnen heeft de KSB geen museum. “Wij hebben wel een collectie, maar mogen het geen museum noemen,” zegt Jan Cuypers, astrofysicus van het instituut, ook belast met de communicatie met het publiek.

De KSB is ouder dan België, het eerste gebouw werd door de Hollandse overheid opgericht voor Alphonse Quetelet, één van de helden van de Wetenschap in ons land. De sterrenwacht verrees net naast de Kruidtuin die op hetzelfde moment werd aangelegd. Het gebouw staat er nog, niet toevallig aan het huidige Queteletplein en de Sterrenkundelaan. Na Quetelets dood werd uitgekeken naar een betere plek ten zuiden van de stad, met minder vibraties van het verkeer en minder lichtvervuiling. Zo kwam men in Ukkel terecht, toen nog buiten de stad. De nieuwe gebouwen waren af in 1890 en zijn goed bewaard in hun oorspronkelijke staat. Er wordt zelfs gerestaureerd, twee van de koepels fonkelen in vers koper, opnieuw met geld van de Lotto.

Via de exact noord-zuid georiënteerde centrale gang bezoek ik het instituut. De sterrenwacht bestaat uit vier grote wetenschappelijke diensten, plus het Planetarium, dat dan eerder een educatieve dienst is. Eén dienst houdt zich bezig met seismologie, de aardschokken, zeg maar. Een andere is betrokken met gravimetrie, eenvoudig gezegd het meten van de aantrekkingskracht van de aarde. Daarvoor staat een meetinstrument in Ukkel, maar de KBS heeft er ook één ondergronds in Membach bij Eupen.

Het derde departement bestudeert de inwendige structuur van de aarde, planetologie, en bij extensie van alle planeten (of manen) die op de aarde lijken. Ook bijvoorbeeld de continentenbewegingen, die hier via gps worden gemeten. Dan is er dus een dienst astronomie en astrofysica die de sterren bestudeert, zuiver wetenschappelijk. De waarnemingen daarvoor gebeuren nu voornamelijk vanuit Chili en via satellieten buiten de dampkring, maar nog een klein deeltje, rond kleine planeten in ons zonnestelsel, gebeurt in Ukkel zelf.

En ten slotte is er een dienst die de studie van de Zon doet, en vooral de relatie Zon-Aarde. Zij tellen de zonnevlekken en maken voorspellingen van het ‘ruimteweer’, wat invloed heeft op de radiocommunicatie en dergelijke.

Ten slotte antwoord de Sterrenwacht ook op antwoorden van het publiek die vragen hebben bij “Hemelse fenomenen” waar zij proberen antwoord op te geven, wat niet altijd makkelijk is.

Een 180-tal mensen werkt er, waaronder 120 wetenschappers, ruim genomen, technische experten inbegrepen. Hiervan werken er veertig rond de fysica van de zon volgens Jan Cuypers.

Een ander groot deel werkt rond planeten. Voor de sterren zijn er slechts een twintigtal, maar zijn behoren het meest tot de vaste benoemde staf. Hoewel de toekomt van deze Federale instelling niet altijd even duidelijk lijkt, is er zeker nog plaats voor jonge wetenschappers.

Meettoestellen
Dit is een instituut van de toekomst, maar toch met oog voor het verleden. De gebouwen zijn in ieder geval goed voor de monumentenlijst. Hier en daar staan oude meettoestellen, telescopen en rekenmachines opgesteld. Oude wetenschappelijke toestellen kunnen mooi zijn, ook als snap je hun functie niet onmiddellijk. Er is een zaal met verschillende antieke meettoestellen, er staan zelfs drie lenzen die nog door Constantijn en Christiaan Huyghens (zeventiende eeuw) zijn gemaakt.

In principe kan men als groep een bezoek brengen op elke eerste dinsdag van de maand. Dat gebeurt na reservatie en naargelang er medewerkers van de KBS beschikbaar zijn. Het zijn de wetenschappers zelf die dat doen, want er is niet echt personeel voor voorzien.

Astronomie is nochtans populair: op sterrenkijkdagen, zoals nu in augustus rond de vallende sterrenregen van de Perseïden, of bij een zeldzame opendeurdag, komen er meer dan duizend geïnteresseerden, maar infrastructuur voor zo’n toeloop is er (nog) niet.

Ik vraag Jan Cuypers ten slotte wat volgens hem nu het echte topstuk van de sterrenwacht is, en hij troont mij mee naar een koepelgebouw in het park. Er staat een joekel van een telescoop in, een Schmidt-kijker met een spiegel van 1,2 meter diameter. Door Zeiss gebouwd in de jaren 1930, werd de oorspronkelijke kijker door de Duitsers meegenomen tijdens de oorlog. Later kwam de huidige kijkbuis uit Engeland. Niet alleen is dit een historische telescoop, één van de grotere in de wereld, hij wordt ook nog altijd gebruikt in het onderzoek naar planetoïden. Als het niet regent. En de hemel net juist staat.

Op vadrouille met Nick Trachet

Vaak gaan uitstapjes in het weekend naar verre oorden of grote bestemmingen, maar Nick Trachet blijft dichter bij huis. In de onmiddellijke omgeving van Brussel zocht hij enkele pareltjes uit, waar nog niemand in een reisbureau aan gedacht heeft.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Op vadrouille met Nick Trachet

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni