Capsules vis Bordeau SO Good et Cit des Civilisations du Vin

Brussel en de brouwers zoeken inspiratie in Frankrijk

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
03/06/2015

Mede met dank aan Europa is het budget voor het Belgian Beer Palace in het Beursgebouw zo goed als rond. In Bordeaux nadert ondertussen La Cité des Civilisations du Vin de voltooiing. Brussels Schepen voor Toerisme Philippe Close (PS) trok met enkele schepenen en afgevaardigden van de brouwers naar Bordeaux. “Het bezoek biedt ons de kans om een aantal keuzes te valideren,” aldus Close.

A an de oevers van de Garonne rijst een grote wijnkaraf van 55 meter hoog uit de grond. De ruwbouw is klaar, volgend jaar in de lente moet hier La Cité des Civilisations du Vin de deuren openen. Het woord wijnmuseum mag niet gebruikt worden, het gaat over wijnculturen, wereldwijd, niet enkel en alleen in de Bordeauxstreek. Dat heeft te maken met de ingewikkelde Franse wetgeving die onder andere het alcoholverbruik wil verminderen.

In La Cité zullen wijnparcours van over heel de wereld voorgesteld worden, maar er zal ook aandacht zijn voor de geschiedenis – godsdienst en wijn – en gezondheidsaspecten van het wijngebruik. In een aula met 250 plaatsen moeten films, documentaires, theater en dansvoorstellingen plaatsvinden. Eén voorwaarde: ze moeten in het teken van de wijnbouw staan.

Van wijn naar bier
Naar verluidt zijn de Amerikanen hier erg in geïnteresseerd. Een parcours doorheen La Cité neemt minstens 90 minuten in beslag en eindigt in het Belvédère met een glaasje wijn. La Cité rekent op giften van wijnboeren voor het schenken van de degustatie want wijn aankopen mag niet. De toegangsprijs zal 20 euro bedragen. Cité en inrichting kosten 65 miljoen euro. Er worden 4.000 bezoekers per dag verwacht. La Cité is goed voor 250 voltijdse banen.

Het Brussels biermuseum heet voorlopig Belgian Beer Palace. Die naam zal zeker nog wijzigen, maar dit is alvast niet voor morgen. “Eerst moet de inhoud er zijn, dan pas de naam,” zegt Managing Director Krishan Maudgal die voor de brouwers het project opvolgt. De eerstvolgende stap is de aanduiding van het architectenbureau, er zijn nog zes bureaus in de running, het verdict valt begin juli. Close: “We moeten het juiste evenwicht vinden, we mogen het historische gebouw geen onrecht aandoen, maar evenmin het bier.”

Close heeft moeten vechten voor ‘zijn’ biermuseum: “Ik heb tal van verwijten gekregen toen ik het biermuseum lanceerde. Men heeft me verweten een banaal product als bier in een historisch gebouw onder te brengen, maar sinds een tiental jaar is bier een branche. Men verweet me een overbodig museum te willen. De brouwers hebben ons niet nodig, zo luidde het verder. Maar een biermuseum is niet overbodig: iedere Belg is opgegroeid met bier. Net zoals in Bordeaux moeten we nu een wetenschappelijke equipe – historici, geografen, enzovoort – samenstellen. Het biermuseum mag geen folklore worden, bier is een edel product, maar we willen evenmin toerisme haut de gamme.”

Uit een enquête die de Brusselse regering drie jaar geleden in zes landen heeft laten uitvoeren, blijkt er wel degelijk dat er interesse is voor een biermuseum. Van de ondervraagden zei 46 procent dat ze zeker naar het biermuseum zouden gaan bij een bezoek aan Brussel, 21 procent zou zelfs speciaal naar Brussel komen voor het museum. Maar negen procent was onverschillig, de rest zou hun bezoek laten afhangen van het reisprogramma.

Charles Leclef van de Mechelse brouwerij Het Anker – die onder andere Gouden Carolus brouwt – vat het concept van het museum kort en bondig samen: “Het moet interactief en joviaal zijn. Er is een revival van het bier wereldwijd die aan de Belgische brouwers te danken is, Belgische brouwers vinden de juiste toon terwijl de smaak van bier in het buitenland gebrouwen vaak extreem is. Het moet de passie van de Belgische brouwers uitstralen: het juiste bier op de juiste temperatuur, in het juiste glas, met de juiste kraag schuim.” En Maudgal: “De juiste smaak en het juiste aroma.” Over de inrichting van het museum willen Close noch de brouwers iets lossen, vast staat wel dat het geen groot café of reusachtige proeverij wordt.

Guinness en whisky
Aan het budget van 25 miljoen euro hebben naast de Stad Brussel, de Brusselse regering, Beliris en Europa ook de brouwers vijf miljoen euro bijgedragen. De Stad Brussel stelt het gebouw ter beschikking. Op dit ogenblik is 95 procent van de Belgische brouwers bij het project betrokken. Onder de 95 procent uiteraard de grote brouwers zoals AB Inbev, Alken Maes en Duvel-Moortgat. Om het project een kans te geven – ook financieel – moest er eerst bij de grote aangeklopt worden. Maar de deur staat nog altijd op een kier voor de kleine brouwerijtjes die er nog niet bij zijn.

In tegenstelling tot de Franse wijncollega wordt het biermuseum geen museum van het bier, maar wel degelijk een museum van het Belgisch bier. Het is het Belgisch bier dat toeristen moet lokken. Philippe Close: “Brussel is van het saaie imago af waarmee de stad tot tien jaar geleden nog kampte.”

Hoeveel toegang het biermuseum zal vragen is nog niet geweten, al is het de bedoeling dat het museum binnen de drie jaar zelfbedruipend is. Met het Brussels biermuseum sluit Brussel niet enkel aan bij Bordeaux, maar ook bij de Heineken Experience in Amsterdam, de Guinness Storehouse in Dublin en The Scotch Whisky Experience in Edinburgh.

Beursgebouw koepel c saskia vanderstichele

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni