Joëlle Ribant zkt. tapdansers: 'Mager, dik, groot, klein... Het maakt niet uit'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
01/06/2013
"Voor mij is het met tapdans als met muziek. Je kan je hele leven bijleren. Een goede muzikant speelt anders op zijn veertigste dan op zijn twintigste. Anders op zijn 60ste dan op zijn 40ste. Met een goede tapdanser is het net zo. Je moet, in tegenstelling tot ballet, niet aan bepaalde fysieke eisen voldoen." Joëlle Ribant heeft al van kleins af een passie voor tapdans, zingt, speelt trompet. Haar dansschool Tap Show Company blaast dit jaar 20 kaarsjes uit.

D at je in de Tap Show Company kunt leren tapdansen, spreekt voor zich. Maar ook ballet, jazzballet, theater, hip-hop en zang staan op het menu. Dat kan natuurlijk niet zonder lesgevers, maar zeker niet zonder Joëlles echtgenoot, Vincent. "Hij heeft de oude vervallen garage, die we twintig jaar geleden hebben gekocht, omgevormd tot een polyvalente ruimte. Drie studio's, kleedkamers, sanitair, bureau en een kleine cafetaria. En om de administratieve kant en de logistiek te verzorgen, kan ik me niemand beter indenken. Gelukkig maar, de papierwinkel en ik zijn nooit de beste vrienden geweest. Dansen, lesgeven, choreografieën monteren, optreden: dat doe ik graag."

"Centraal in mijn filosofie van lesgeven staat dat techniek zonder hart niet werkt. Hart, uitstraling van de puntjes van je haren, tot de tippen van je tenen. Het is iets dat me geregeld stoort in de hedendaagse dans: performers die alleen zichzelf plezieren. 'Kijk eens wat ik allemaal kan,' terwijl ze eigenlijk niets aan het publiek geven."

"Iedereen is welkom hier, van jong tot oud. Mijn oudste leerlinge, Gaby, is 86. Het gaat allemaal wat trager dan voordien, maar op haar inzet en passie lijkt geen leeftijd te staan. De jongsten zijn drie jaar. Echt leren dansen is er op die leeftijd nog niet bij, het is meer spelen. Maar toch geeft het een basis voor wat later volgt. Er zijn meer meisjes dan jongens. De mentaliteit dat dansen niets voor échte jongens is, laat zich voelen. Zal mijn zoon niet de 'verkeerde' seksuele kant opgaan?"

"We zetten ook regelmatig spektakels op met de leerlingen. De laatste Clap 'n Tap, vorig jaar gecreëerd, gaan we komende zaterdag opnieuw brengen in Zinnema. Negentig van de zowat 150 leerlingen zullen eraan deelnemen. Parallel met de school heb ik ook mijn professioneel gezelschap: The Tap Show Company. Onze jongste productie, Café Frappé, hebben we zonet in Bergen en in Frankrijk mogen opvoeren. Het is niet alleen muziek en tapdans, het wil ook iets vertellen. Met een volwaardige regie en decor. Heel belangrijk is het voor mij, dat we zo de pure tapdans overstijgen."

Wat Joëlle ook altijd heeft gestoord, zijn de barrières: het vakje professioneel en het vakje amateur. "Met tapdans is het in Europa bijna onmogelijk om echt professioneel aan de bak te komen, de wet van vraag en aanbod speelt. Tapdans wordt bovendien steevast een beetje bekeken als louter entertainment, zonder echte artistieke waarde. Dat niet au sérieux nemen is ook de reden dat mijn subsidieaanvraag op een njet werd onthaald. Dank zij enkele moderne tapdansers zoals wijlen Gregory Hines, diens pupil Savion Glover en zeker de show Tap Dogs van de Australische choreograaf en danser Dein Perry is de kijk op tapdansen met de jaren weliswaar veranderd, maar hier overheerst nog altijd het bestofte, oude beeld van de Hollywoodfilms met Fred Astaire en Gene Kelly."

"Dat wil echter niet zeggen dat ik geen fan was en ben van Fred Astaire en Gene Kelly. Ik gebruik het beeldmateriaal nog steeds, leer choreografieën uit die tijd aan. Vraag ik de mensen, 'Kent u Fred Astaire, Gene Kelly?', dan blijven ze me dikwijls het antwoord schuldig. Het is bovendien een beetje de geschiedenis in ere houden. Daarom vertel ik soms ook over de zwarte dansers, die niet zo bekend waren, omdat racisme toen nog een sterke rol speelde in de States. The Nicholas Brothers, bijvoorbeeld, die waren misschien nog beter dan Fred Astaire. Maar ze hebben veel minder de kans gekregen om te schitteren, vanwege hun huidskleur."

Amy Benatar
Van vreemden heeft ze het niet Joëlle, de drang om een publiek te plezieren. "Mijn ouders waren muzikale clowns. De Ribanos. Al op mijn zesde stond ik met hen en met mijn broer Guy op het podium. Heel veel in de streek van Charleroi en in Frankrijk. Dat waren andere tijden, variété leefde nog sterk. Wij hebben ook circusoptredens gedaan, maar dan wel tijdens de vakantietijd, want mijn ouders wilden niet dat de school eronder zou lijden."

"Guy, zes jaar ouder dan ik, heeft een belangrijke rol gespeeld in mijn leven, ik heb veel van hem geleerd. Trompet spelen onder meer. De interesse voor het tapdansen is er eveneens gekomen door hem, toen ik al balletlessen volgde. Eén groot probleem: indertijd was het zo goed als onmogelijk om een goede lesgever of -geefster te vinden. Na een lange zoektocht heeft mijn broer gelukkig iemand anders gevonden om ons op de goede weg te helpen. Amy Benatar, een blanke Rhodesische. De top in het tapdansen en jazzballet. Ze leeft ondertussen in Johannesburg, maar zij is het die tapdansen in België heeft geïntroduceerd. Haar school aan de Vleurgatsesteenweg was een oase in de woestijn."

"Al vlug heeft Amy voor ons ook kleine choreografieën gemonteerd, waarop mijn broer en ik, parallel met de optredens van vader en moeder het podium opeisten als tapdansduo. Sam en Sandy heetten we, want we wilden een Amerikaans klinkende naam. Grote vedetten zijn we niet geworden, maar we hebben wel veel kunnen toeren met namen als Nicole en Hugo, Paul Severs en Jan Thys. En we hebben het televisiescherm gehaald, een plaat mogen opnemen. In 1979, toen ik zeventien jaar oud was, hebben we in Parijs zelfs het jaarlijkse Europees Kampioenschap tapdansen gewonnen. Wat allemaal niet mogelijk zou geweest zijn zonder Amy Benatar."

"Uiteindelijk is mijn broer een heel andere richting uitgegaan, is hij begonnen aan studies Germaanse filologie, Engels-Duits. Hij geeft Engels in het volwassenenonderwijs. Dat en zijn verve om het ijs te breken voor een publiek, maakt dat hij ook veel kan werken als animator. Onder meer op cruiseschepen tijdens de zomer. Die liefde voor talen zit in de familie. Talen kennen, dat is sociaal contact."

"Ik heb ook anderhalf jaar in de States geleefd. Ik was toen, net als velen van mijn generatie, dol op de Verenigde Staten. The place to be. Het was een mooie belevenis - veel vrijheid, makkelijk om contacten te leggen - maar toch begon ik na een jaar de Europese mentaliteit te missen. Bovendien begon de liefde te spreken, de keuze was gemaakt. Je ne regrette rien."

Ondertussen is de opvolging reeds verzekerd. "In zijn vrije tijd speelt Guy nog steeds clown, met zijn vrouw en zijn twee dochters. Clara en Manon die hier lessen komen volgen. Ook mijn dochter, Kelly, 16 jaar oud, heeft de microbe te pakken. Ze volgt kunsthumaniora, richting dans, in Louvain-la-Neuve. Ze heeft haar steentje bijgedragen aan Café Frappé, al opgetreden in verschillende musicals, onder meer in Annie, en in een film gespeeld, Roodkapje. Samen met haar nichtjes heeft ze deelgenomen aan Belgium Gots Talent, als Trois Cousines. Twaalf, veertien en zestien zijn ze. Ze hebben al meer ervaring dan ik op die leeftijd. En daar kan ik alleen maar blij om zijn."

'Clap 'n Tap', zaterdag 1 juni, om 20 uur in Zinnema, Veeweydestraat 24, 1070 Brussel
Opendeur op 22 juni: Tap Show Company, Jetselaan 60, 1081 Brussel
www.tapshowcompany.com

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni