'Waarheen met Brussel', het nieuwe boek van Eric Corijn

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
24/04/2013
In het boek 'Waarheen met Brussel?' onder redactie van Eric Corijn worden elf filosofische toekomstperspectieven naar voren geschoven. Het maatschappelijk debat wordt internationaler, en ook Brusselser.

"Er schijnt een consensus te bestaan over de vaststelling dat Brussel een nieuwe dynamiek nodig heeft." Zo begint 'Waarheen met Brussel', een schrift dat voortborduurt op eerder opgedane kennis over Brussel. Eigenlijk kan het boek gelezen worden als een uitgebreide academische bespiegeling die nog eens netjes opsomt wat de uitdagingen voor het Hoofdstedelijke Gewest zijn, of wat de uitdagingen zijn voor de 'metropool', zoals Corijn het noemt. De sociaal-geograaf ziet Brussel immers los van het institutionele carcan dat 'Hoofdstedelijk' heet. Het boek bundelt bijdragen van experten op uitnodiging van de Gewestelijk Ontwikkelingscommissie en geeft goed weer in welke richting het maatschappelijke debat over Brussel gaat.

Antwerpen of halvemaan
Een eerste scenario heet "een postnationale, genetwerkte en nodale hoofdstad." ULB-Filosoof Jean-Louis Genard beschrijft de stad als een 'Europese' hoofdstad in de brede zin van het woord, een hoofdstad die de Europese gedachte uitdraagt en een dito cultuur weet te creëren. Daarvoor zijn, samengevat, ook burgers nodig, en niet alleen Europese instellingen.

In het tweede scenario wordt grootstedelijk Brussel vooral beschreven als een stad die in relatie staat tot haar omgeving. Dat kan ver gaan, zo wordt gesteld, want wat is de omgeving? Zijn dat Waals- en Vlaams-Brabant, is dat Namen of Antwerpen, of "de halvemaan die van Londen tot Milaan loopt?" Het antwoord is niet eenduidig, maar het komt erop neer dat de sociale geografie "maar weinig uitstaans meer heeft met de institutionele geografie." De oplossing die wordt aangedragen is een ongenuanceerd pleidooi om de natiestaat en de daaraan gekoppelde solidariteit om te vormen tot een 'interregionale solidariteit.'

In een derde scenario wordt die gedachtengang voortgezet. Brussel, zo heet het, moet een gastvrije en toegankelijke stad worden. Onder druk van de globalisering moet er een 'kosmopolitisch sociaal beschermingssysteem' komen. "De solidariteit moet opnieuw geïnterpreteerd worden in het licht van de stad, van de bevolkingsgroepen die zich er verenigen." Die stad moet ook, luidens het vierde scenario, een modern bestuur opbouwen met veel ruimte voor participatie door de burger. Dit in een 'hedendaagse' stad, dixit Genard in het aansluitende vijfde scenario, waarin een opmerkelijk pleidooi staat om naar de toekomst te kijken en af te raken van de "culpabiliserende band met de hedendaagsheid." Genard wijt dat onder meer aan de 'erfgoedmachine', die gericht is op het verleden.

Scenario zes besteedt aandacht aan cultuur, scenario zeven aan de openbare ruimte. Scenario acht verhaalt over interculturaliteit. Spijtig genoeg wordt er hier maar kort bij stilgestaan, en komt dit scenario met niets nieuws op de proppen, behalve "een migratiemuseum." In een negende scenario komt de lezer die langer wil nadenken over interculturaliteit beter aan zijn trekken. Dit scenario gaat immers over meertaligheid voor iedereen, en niet alleen voor de elite. Maar ook hier is het hoofdstuk eerder kort en komt het niet verder dan de conclusie dat Brussel "moet opgevat worden als universiteitsstad."

Ethiek
De apotheose in scenario's tien en elf is interessanter. Er wordt ruimte gelaten om het over ethiek te hebben. Zo moet Brussel volgens de auteur de waarden die Europa wil uitdragen hoog in het vaandel dragen. De burger verwacht dat van politici, maar voelt zich in de steek gelaten omdat politici die verwachting niet kunnen inlossen, meent Genard. "Brussel moet de waarden uitspelen tegen de normen en de juridisch-regelgevende inflatie die tot nog toe voornamelijk door Europa bepaald worden," zo staat er. Er wordt echter weinig verder gegaan dan een traditionele opsomming van de mensenrechten ('recht op...'), een opsomming waarvan het juridische Europa zichzelf ook vaak bedient. Het elfde scenario ten slotte roept op tot 'reflexiviteit.'

Rond deze elf scenario's en dit filosofische raamwerk' is 'Waarheen met Brussel?' opgebouwd. Toch is er ook ruimte voor kritiek: in het daaropvolgende hoofdstuk wordt stilgestaan waar het met Brussel heen kan gaan als er niet aan bepaalde voorwaarden, zoals sociale gelijkheid, voldaan wordt. Het boek, kort samengevat: de Brusselse problemen, die veelal te wijten zijn aan onaangepaste instellingen, worden sociaal-economisch gestaafd. De oplossingen zijn radicaal postnationaal.

Corijn, E (red.), Waarheen met Brussel? Visies voor de Belgische en Europese hoofdstad. Verschenen in Stadschriften, uitgegeven door VUBPress. €27,95, ISBN: 9789054879916, 222 pagina's

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni