Kanaal Molenbeek Verlofting

Voorpublicatie 'In Molenbeek' (7): Impulsen van buitenaf

Hans Vandecandelaere
© Brussel Deze Week
26/08/2015

“Het centrum van Brussel schuift op naar het westen en Oud-Molenbeek zal daar deel van uit maken,” aldus hoogleraar Eric Corijn. Wat zijn de verwachtingen en de uitdagingen van de grootstedelijke bewegingen?

D e neiging bestaat om Oud-Molenbeek voor te stellen als een enclave die gesandwicht zit tussen twee harde grenzen: het kanaal en het Westelijk Ringspoor. De bewoners zouden zich binnen deze zone opsluiten en nauwelijks hun wijk verlaten. Nochtans vind je er jeugd die doorstroomt naar secundaire scholen en universiteiten elders in de stad of volwassenen die dagelijks vanuit het ‘dorp’ naar hun werk pendelen. Wie er een blindedarmontsteking krijgt, moet naar buiten omdat er geen ziekenhuizen zijn. De mobiliteitsgraad kan het best worden gelezen in functie van leeftijd en sociaal-economische achtergrond. Werkende versus niet-werkende Oud-Molenbekenaars. Meer honkvaste, dorpse eerste generaties versus meer mobiele derde generaties. “En vergeet de internationale connecties niet,” voegt de voorzitter van Foyer Johan Leman eraan toe. “De jaarlijkse vakanties, het verwerven van bezit in het buitenland, het regelen van huwelijken of de uitbouw van handelsnetwerken.” Oud-Molenbeek is helemáál niet dat vreemde lichaam. Het draait mee in de stad en de wereld. Zijn buitengrenzen zijn poreuzer dan dat beeldvorming laat geloven.

Niettemin zit er op het kanaal en het Ringspoor een verandering aan te komen die op termijn nog meer stad in de wijk zal binnenloodsen. Het Westelijk Ringspoor werd in 1870 aangelegd om het Noord- en het Zuidstation met elkaar te verbinden. De spoorwegbundel die Oud-Molenbeek afzoomt, is vandaag een gapende leegte. Braakland met treinsporen en drie metrohaltes. Van de ene zijde van het ringspoor naar de andere stappen, kan enkel via de ongeveer honderd meter lange, sinistere voetgangerspasserelle die je ’s nachts liever mijdt. De dynamiek slaapt nog, maar het ligt voor de hand dat ze zal ontwaken. Twee factoren zijn hierin bepalend.

Westelijk Ringspoor
In 2009 werd de metrolijn doorgetrokken van het Weststation naar de halte Delacroix. Het zorgde voor een gesloten metroring die niet alleen het historische centrum, maar ook een uitstulping omvatte met daarin Oud-Molenbeek en delen van Koekelberg en het Anderlechtse Kuregem. Door deze ontsluiting kwam het kanaal in het midden van de metroring te liggen. De waterstrook evolueert hierdoor van een grens naar een nieuwe centrumas, terwijl het zwaartepunt van het autoverkeer zich in de toekomst naar het Westelijk Ringspoor zal verleggen. Bovendien is dit spoor een schakel in het Gewestelijk Expres Net. Hoe er dat zal uitzien, blijft afwachten. Wordt het vooral uitgebouwd om pendelverkeer met de trein vlotter naar de stad te brengen? Of zal het tevens een knooppunt worden voor intrastedelijk vervoer? Hoe dan ook is er een nieuwe as in de maak met sterke vervoersmodaliteiten en gigantische onbenutte terreinen. (lees verder na de foto)

Weststation aangepast
Extreme versnippering
“We zitten voorlopig in een periode waarin de gronden worden verkocht en de kaarten geschud,” zegt gids en secretaris van Brukselbinnenstebuiten Joris Sleebus. “Maar binnen enkele jaren zal hier een grootstedelijke beweging ontstaan. Je hebt een dwarsstrook van pakweg acht kilometer rond het centrum en Laag-Molenbeek waar je continu iets mee kan doen. Rond of boven de spoorlijn kan je een nieuwe lijnstad ontwerpen met pleintjes rond elk metrostation. Je hebt een enorm potentieel om woningen bij te bouwen, maar ook om zachte mobiliteit te realiseren en nieuwe verbindingslijnen te trekken. Het probleem vandaag is dat het Ringspoor gefragmenteerd wordt aangepakt. Er wordt niet gedacht vanuit de grootstedelijke bewegingen die eraan komen.”

Meer oostwaarts, langs het kanaal tussen de Ninoofsepoort en de Sainctelettebrug, draait de motor van de stedelijke verandering wél op volle toeren. “Als transportinstrument is het kanaal ter hoogte van Molenbeek en de Vijfhoek helemaal stilgevallen,” vertelt Joris verder. “Je ziet hier enkel doorgaand verkeer omdat de wijken geen bedrijven meer hebben om boten vast te houden. Vandaag krijg je met verlofting een nieuwe invulling van de kaaien. De stad legt geen functionele link meer met het water, wel een emotionele. Het kanaal wordt steeds meer een menselijk scharnier dat steunt op de charme van wonen met zicht op water en de bekoring van horizontale perspectieven. De meeste plannen spelen hierop in en zijn dus vooral van esthetische aard.”

Stadsgeografe Sofie Vermeulen schreef een doctoraat over de ruimtelijke planning van de kanaalzone. “We hebben het credo ontwikkeld dat er geen visie zit achter de upgrading van het kanaal,” maakt ze me duidelijk. “Maar het probleem is eerder de veelheid aan visies, waarbij iedereen zijn eigen ei legt. De optelsom van al deze zienswijzen verhinderde de realisatie van een breed gedragen plan. De extreme versnippering van de bevoegdheden zorgt ervoor dat niemand het leiderschap op zich neemt en vastgoedbonzen vrij spel krijgen. Er worden nergens duidelijke keuzes gemaakt. Woningen, economie of recreatie? Auto’s, voetgangers of fietsers? Het is altijd een beetje vanalles, en dus regeert de middelmaat.”

Pralinewinkels
De recente heraanleg van de Kleine Ring spreekt boekdelen. “Een gebrek aan planning, te veel overheden die ermee gemoeid waren,” onderlijnt ook Wim Embrechts van Platform Kanal. “Het centrum is zodanig verschoven dat het kanaal geen randzone meer is. Maar qua infrastructuur heeft men het opnieuw uitgewerkt als een ring die voor een vlotte verkeersdoorstroming moet zorgen. Het inzicht dat de echte nieuwe ring zal verschuiven naar het Westelijk Ringspoor werd niet opgepikt. Op korte tijd zijn hier meerdere duizenden mensen komen wonen. Die zitten allemaal tegen het kanaal gedrukt, in wijken waar een enorm gebrek is aan openbare ruimte. Een goede herinrichting van de waterkant kan dit opvangen. We spreken over leefkwaliteit. Ook de dwarsverbindingen over het kanaal schieten zwaar te kort. De verschillende wijken staan vandaag te veel op zichzelf. Iemand die in Oud-Molenbeek woont, zou via de Ninoofsepoort gezellig moeten kunnen doorstappen om te gaan shoppen op de markt van Abattoir. Met dwarsverbindingen hef je blokkades op en kan je buurten ontsluiten, ook op mentaal vlak. Nu is er een ruimtelijk probleem met visuele verbindingen. De geplande, smalle fietsersbrug tussen de Locquenghienstraat en de voormalige metrosleuf zal dit niet verhelpen. Het moet allemaal een stuk ambitieuzer. In de wijkcontracten heb je bovendien het probleem dat er te weinig wordt nagedacht over de aansluiting op de globale stedelijke processen.”

Oud-Molenbeek promoveert in elk geval naar een gebied met zicht op twee nieuwe grootstedelijke assen. De verwachting dat de wijk een deel van een opschuivend centrum wordt, impliceert dat er meer verschillende groepen mensen zullen komen: toeristen, zakenreizigers, studenten of nog meer middenklassepubliek dat niet meer bang is voor de stad. “Er zullen waarschijnlijk op meerdere niveaus verschuivingen plaatsvinden,” vermoedt Joris. “De kleinhandel zal zich verder diversifiëren van eerste- en tweedelijnshandel naar derde en vierde: dus van kruideniers en textielzaken naar cafés, kranten- en pralinewinkels. Maar wellicht krijg je op termijn met kantoren en manufacturen ook een grotere variatie aan werkvormen. De vermenging van kansarme en kansrijke bevolkingstypes zal toenemen en allicht ook de verdere ontdekking van cultuur en ontspanning op Molenbeeks grondgebied.”

Is de buurt op weg om bruisender en nog hybrider te worden? Zal ze weldra een groter aanbod van winkels, terrascultuur, kleding- en levensstijlen omarmen? Hoe zal de dominante islamitische meerderheid zich in deze processen profileren? Hoe zal de tolerantie evolueren ten aanzien van homoseksualiteit of het tonen van verliefdheid in de publieke ruimte? En omgekeerd. Zal toenemende vermenging de tolerantie voor de islam verhogen?


Marktmechanismen
“De uitdaging is om de toenemende uitstraling van Oud-Molenbeek te harmoniëren met het behoud van de armere klassen,” analyseert Sofie. “De manier waarop bewoners en beleidsmakers die externe druk gaan opvangen, wordt heel belangrijk. In de toekomst zal de nieuwe centrumfunctie van het kanaal blijven zorgen voor een impact op de huizenmarkt en de aantrekking van bepaalde activiteiten. Zo ontstaat er een risico op sociale verdringing. Maar je kan je moeilijk verzetten tegen gentrificatie, want die marktmechanismen zullen altijd meespelen. We moeten vooral zoeken naar alternatieven om ermee om te gaan.”

En daarmee raak je aan fundamentele uitdagingen. Alle dynamiek en evolutie ten spijt, de structurele problemen van Oud-Molenbeek blijven bestaan. Het er niet in slagen om processen van maatschappelijke achterstelling om te buigen, was voor mij de hardste ervaring van twee jaar reizen. Om inwoners te wapenen tegen verdringing moet er veel forser en rechtstreekser geïnvesteerd worden in sociale stijgingskansen. Eigenlijk zouden 25 jaar zweet en impulsen voor de buurt alleen nog maar een begin mogen zijn.
Oud-Molenbeek is immers geen vrijblijvend gegeven. Kijken naar de wijk is kijken naar de eigen toekomst. Of die nu in Brussel, Vlaanderen of Wallonië ligt. Hoeveel kansen geven we als brede samenleving aan armoedebestrijding, onderwijs, degelijke huisvesting en volwaardige tewerkstelling? Hoeveel ruimte zit er in onze hoofden voor samenleven in het verschil?

cover in molenbeek
Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van Oud-Molenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. Brussel Deze Week bracht de hele zomer een greep uit zijn reisimpressies. Dit was de laatste aflevering.

'In Molenbeek' verschijnt op 1 september bij uitgeverij Epo. Het is verkrijgbaar in de boekhandel voor 19,90 euro. Op 4 september is er een om 20 uur een boekvoorstelling in de Vaartkapoen (Schoolstraat 76, Molenbeek).

Voorpublicatie: In Molenbeek

Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van Oud-Molenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. ‘In Molenbeek’ verschijnt begin september bij uitgeverij Epo. Tot dan brengt Brussel Deze Week een greep uit zijn reisimpressies.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Voorpublicatie: In Molenbeek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni