Sterfte bij jonge Brusselaars sterk gedaald

Jonge Brusselaars lopen vandaag een veel lager risico om te sterven dan begin jaren negentig. Het verkeer is veiliger geworden en infecties zoals HIV vellen veel minder mensen op jonge leeftijd.

Tussen het begin van de jaren ’90 en het begin van de jaren 2000 is de sterfte onder jonge mensen tussen de 15 en de 34 jaar zowat gehalveerd. Dat blijkt uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel, dat brusselnieuws.be inkeek.

Vooral in het verkeer vielen er heel wat minder slachtoffers. Waar er in de periode 1991 tot 1996 nog 123 jonge mannen en 41 jonge vrouwen omkwamen in verkeersongelukken, waren dat er tien jaar later nog maar 31 en 12.

“We denken dat de grootschalige sensibiliseringscampagnes aan het einde van de jaren negentig hun vruchten hebben afgeworpen”, zegt onderzoekster Hannelore De Grande. Ook overlijdens door drugsmisbruik of door geweld zijn bij mannen licht afgenomen.

HIV-medicatie
Een andere sterke daling zit er in het aantal overlijdens door infectieziekten. Bij mannen is dat gedaald van 18,7 naar 1,6 per 100.000 persoonsjaren, bij vrouwen van 5,7 naar 3,2. Daar zit de verbeterde HIV-medicatie voor iets tussen. “We kunnen dat niet exact aantonen, maar we kunnen ervan uitgaan dat dat de oorzaak is", zegt De Grande. "Door de nieuwe behandelingen leven mensen langer en kwaliteitsvoller, en zijn er minder overlijdens in de groep tot 34 jaar.”

Opvallend: ook de zelfmoordcijfers zijn gedaald. Bij jonge mannen zelf vrij spectaculair, van 31,7 naar 19,6 per 100.000 persoonsjaren. “Dat komt waarschijnlijk door de sterke groei van de Maghrebijnse bevolking. Daar komt zelfmoord veel minder voor.”

Ook de ongelijkheid in sterfte tussen hoger en lager opgeleide mensen is gedaald. “Waar we vroeger een graduele ongelijkheid hadden – hoe lager opgeleid, hoe meer risico – evolueren we nu naar een situatie waarbij enkele de laagst opgeleide groep achterblijft en meer risico loopt dan de anderen. Ook die groep wordt echter kleiner.”

Risicogedrag
De Grande zegt zelf verrast te zijn over een dergelijke afname van de sterfte in een vrij korte periode.

“Toch zijn er nog heel wat doden te vermijden, vooral bij jonge mannen. Hun indirect gestandaardiseerd sterftecijfer ligt nog steeds veel hoger dan dat van jonge vrouwen (24,9 tegenover 11,5, red.). Dat is een fenomeen dat vooral in westerse samenlevingen voorkomt en ligt vooral aan verschillen in levensstijl: meer risicovol rijgedrag, meer middelenmisbruik enzovoort.”