Sonneville (Atenor): 'Torens zijn antwoord op bevolkingsgroei'

Laurent Vermeersch, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
05/04/2012
Atenor heeft in korte tijd naam gemaakt in de Brusselse vastgoedwereld. Of het nu om hoge torens gaat aan het kanaal, aan het Zuidstation of in de Wetstraat, of om een nieuwe wijk in Kuregem: Atenor drukt zijn stempel op de stad. “Ik draag dan wel een pak, maar daarom ben ik nog geen kapitalist,” zegt president-directeur Stéphan Sonneville.

A ankomen bij het hoofdkantoor van Atenor in Terhulpen is een vreemde ervaring. Over een oprit door een grote poort rijdt de bezoeker een indrukwekkend kasteelpark binnen, maar waar je een kasteel verwacht, staat plompverloren een kantoorgebouw van glas en staal, acht verdiepingen hoog. In de verte prijkt het kasteel van Terhulpen.

"Een idee van mijn voorganger," zegt CEO Stéphan Sonneville. "Hij had het nogal voor kastelen, il était un peu châtelain. Maar toegegeven, het gebouw is een contradictie en is niet helemaal in overeenstemming met de omgeving."

Als vastgoedontwikkelaar is Sonneville klein begonnen in de Europese wijk. Daarna is hij gaan investeren in de Noordwijk (North Star) en in Luxemburg (op het Kirchberg-plateau). Maar zijn publieke bekendheid kreeg hij onmiskenbaar bij de voorstelling van Up-site, toen nog Premium. Het zou de hoogste woontoren van België worden, aan een godvergeten plek aan het kanaal.

De bouw van Up-site is intussen volop bezig. Over twee jaar is de toren klaar. De appartementen verkopen al als zoete broodjes.

Atenor is geen recent bedrijf. "Het bestaat al 101 jaar," vertelt Sonneville. "Het heette Cominière, was opgericht door een Belgische familie en was als koloniaal bedrijf actief in Congo. Toen Mobutu zijn zaïrisering begon, heeft het bedrijf veel geld verloren. Begin jaren 1990 is Atenor begonnen met vastgoed, een beetje uit opportunisme. Toen ik CEO werd, nu zeven jaar geleden, heb ik alle andere activiteiten van het bedrijf verkocht en zijn we ons alleen nog met vastgoed gaan bezighouden. Tussen 2005 en vandaag hebben we onze activiteiten in vastgoed minstens kunnen verdrievoudigen."

Hoe verklaart u het succes?
Stéphan Sonneville: " Locatie is alles. Al onze projecten staan op een kruispunt. Letterlijk. Dat is geen toeval. De oorsprong van een stad is een simpel kruispunt."

"Ik ben in 2005 een bepaald soort empathie voor de stad gaan ont­wikkelen. Toen ben ik gaan nadenken over de stad in termen van mixité, dichtheid en sociale cohesie. Vandaag spreekt iedereen daarover."

"Ik heb snel begrepen dat er in Brussel heel wat wijken zijn die twee dingen verenigen: een probleem en een kans. Zo hebben we het Europahotel (aftands hotelgebouw in de Wetstraat, SVG/LV) gekocht. We hebben ook de kansen van het water in de stad gezien. Het kanaal is ondergewaardeerd in Brussel. Daar ontwikkelen we vandaag Up-site."

"In 2007 was ik aanwezig op de persconferentie van minister-president Charles Picqué (PS) over het Internationaal Ontwikkelingsplan. Ik was er de enige vastgoedontwikkelaar! Ik heb geluisterd. Daar kwam al aan bod wat vandaag echt aan de orde is: de Zuidwijk, Delta, de Europawijk, het kanaal. Op de uitdagingen van Brussel heb ik geprobeerd een antwoord te bieden. Demografische groei? Een woontoren! Mobiliteitsproblemen? Kantoren aan stations! We hebben dat altijd gedaan in een constructief overleg. Dat is het succes van Atenor."

Waarom wou u de hoogste woontoren van het land bouwen?
Sonneville: "Het idee van de toren komt niet van mij, maar van voormalig schepen van Stedenbouw Henri Simons (Ecolo). Hij wou een landmark aan het kanaal. Ik was enthousiast. Brussel moet durven, de stad mag best ambitie tonen. Ik wist dat een woontoren aan het kanaal zou aanslaan."

De Brusselse overheden liggen bij ondernemers vaak onder vuur door de bureaucratie die er heerst.
Sonneville: "Niet akkoord. Atenor is een volledig transparant bedrijf. We zijn beursgenoteerd. Iedereen weet wat we verdienen. Als ik met de politiek ga spreken, is alles klaar en duidelijk. Er is geen canapépolitiek. Dat is één."

"Ik stap vervolgens niet naar de overheid om geld te verdienen, maar om de stad te veranderen. Dat we er geld mee verdienen, is daar slechts een gevolg van."

Dat kunnen we moeilijk geloven. Uw eerste doel is toch geld verdienen?
Sonneville: "Natuurlijk, als ik geen geld verdien, dan is Atenor gedoemd te verdwijnen. Maar je moet ook vertrouwen hebben en vertrouwen geven. Dan kan van onze kant door te bewijzen dat we kwaliteitsvolle projecten kunnen realiseren in overleg met de stad."

Dus de traagheid van de overheid werkt u niet op de zenuwen?
Sonneville: "Weet u, het Europahotel heb ik gekocht van een ontwikkelaar die vond dat alles te traag evolueert in Brussel. Geduld is een schone deugd."

"Wij kijken op de lange termijn. Dat is onze sterkte. We willen niet het snelle geld verdienen. Onze aandeelhouders zijn families. Voor hen telt zekerheid, duurzaamheid. Waren het Britse investeringsfondsen, dan hingen ze elke dag aan de lijn om te weten hoeveel ze dit jaar zullen verdienen. Zo werken wij niet. Wij kiezen de weg van de kwaliteit."

Heeft Brussel wel genoeg architecturale ambitie? U heeft de eerste plannen voor de Premium-toren, door David Chipperfield, niet willen uitvoeren. Te gedurfd voor Brussel, zei u toen.
Sonneville: "Brussel heeft vroeger architecturale hoogdagen gekend, met de art nouveau en de art deco. De jaren 1960 hebben veel verknoeid. De gebouwen van de Wetstraat zitten allemaal in een keurslijf. Alles moest binnen dezelfde rooilijn. De architectuur was er een zonder enige creativiteit, maar dat had niet noodzakelijk met de architecten te maken."

"Wat nodig is om architecturaal creatief te zijn, is de mogelijkheid om los te komen van die rooilijn. Er moet ruimte zijn rond de gebouwen. We doen dat met Up-site aan het kanaal (en ook de Wetstraat zal zo ingericht worden, SVG/LV). "

"Chipperfield is een Britse toparchitect. Zijn plannen waren erg avant-gardistisch, erg 'kubistisch'. Het toeval wil dat er in de Noordwijk al veel monolieten stonden, blokvormige torens. Zo ging Up-site al gauw op de WTC-torens lijken. Ik heb Chipperfield netjes betaald en heb toen zijn plannen verscheurd. Vervolgens ben ik bij de Franse architect Yves Lion terechtgekomen. Samen met hem hebben we de nieuwe toren uitgetekend. Ik was gefascineerd door de Empire State Building in New York, ik wou lichte kleuren, grijs en wit. Maar vooral wou ik een tijdloze architectuur. Zo ben ik er niet zeker van dat de spektakelarchitectuur in Dubai de tand des tijds zal doorstaan."

Misschien is toparchitectuur ook gewoon te duur voor Brussel?
Sonneville: "De gage van toparchitecten is tot het dubbele van die van andere architecten. En het is ook veel duurder om hun ontwerpen uit te voeren. Daarom heb ik aan Christian de Portzamparc gevraagd om Victor, de kantoorgebouwen aan het Zuidstation, te tekenen zonder dat de kosten de pan uit swingen."
"Intussen is er een generatie van jonge Belgische architecten opgestaan die gereisd hebben, die nog geen grote naam hebben, maar die werken volgens het idee van 'densiteit, mixité en levenskwaliteit'. Met hen wil ik werken, onder meer voor City Docks."

City Docks komt aan het Biestebroekdok, waar eerst met het project Les Rives een jachthaven zou komen.
Sonneville: "Ik heb vijf hectare pal in het midden gekocht. De jachthaven is over and out. Dat was geen goed idee. Brussel heeft geen behoefte aan een marina waar Nederlanders met hun jacht aanmeren en komen wonen. Wat Brussel nodig heeft, zijn betaalbare woningen voor de Brusselaar, met scholen, crèches, winkels."

City Docks ligt vlak bij Kuregem. Hoe vermijdt u dat het een eiland voor rijken wordt in een voor de rest arm stadsgedeelte?
Sonneville: "Er zullen betaalbare woningen zijn en genoeg verbindingen met de omliggende wijk. Het wordt geen getto, maar een toegankelijke wijk."

Atenor is buiten Brussel gevestigd, in het groene, riante Terhulpen. Kan uw engagement voor de stad dan geloofwaardig zijn?
Sonneville: "Dat we hier zitten, is een erfenis uit het verleden. Mijn voorganger heeft het kantoorgebouw hier neergezet. Omdat we geen kopers of huurders vonden, hebben we ons hier zelf gevestigd."

"Het klopt dat ik met mijn vier kinderen binnenkort niet in Brussel zal komen wonen. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet van de stad houd. Integendeel. Ik hou van de mensen die er wonen, of ze nu rijk zijn of arm. Toen ik jong was, was ik ook niet bemiddeld. Ik woonde niet in een kasteel, maar in een bescheiden huis. Mensen interesseren mij."

Hoe kijkt u naar de vaudeville rond het shoppingcentrum-project Uplace in Machelen?
Sonneville: "Deels met medelijden voor de vastgoedontwikkelaar, die een lijdensweg moet doormaken. Ik bekritiseer niet graag mijn collega's, maar dit project is van bij de start erg gepolitiseerd. Voor mij moet de kwaliteit van het project primeren, en niet de steun van deze of gene politieke partij. Daarnaast is het idee achter Uplace al achterhaald, strookt de communicatie niet met wat het uiteindelijk zal worden en valt het nog af te wachten of het rendabel is. Geef mij dan maar een project als Neo. Daar willen we graag een partner in zijn. De Heizel is een deel van de stad en er bestaat een stedenbouwkundig project voor. Ik denk trouwens dat Neo en Uplace als het moet naast elkaar kunnen bestaan."

Onderschat Brussel het mobiliteitsprobleem niet? Minister-president Charles Picqué wil de Europese wijk verdichten, maar er is niet meteen een oplossing voor de mobiliteit.
Sonneville: "Het mobiliteitsprobleem in Brussel is reëel, maar wordt soms ook overschat. In vijf jaar tijd kan er een oplossing gevonden worden. Bijvoorbeeld door de uitbouw van het Gewestelijk Expresnet en de automatisering van de metro. Ik kies er alvast voor om kantoren dicht bij stations in te planten."

Niet iedereen ziet graag nieuwe torens verrijzen aan het Zuidstation. Buurtbewoners vrezen de schaduw van het project Victor. Er hangen affiches met 'Dark Victor' en 'Victor is Horta niet'.
Sonneville: "Ik wil gerust de dialoog aangaan. Ik begrijp het ook wel: ze zien iemand in pak die in de vastgoedsector zit en die torens bouwt: het symbool bij uitstek van het kapitalisme. En dat na de bankencrisis... Ik ben ook niet voor het kapitalisme gewonnen. Maar de cijfers moeten correct zijn. Ik zal de bewoners precies informeren over het percentage schaduw dat de toren op de wijk zal werpen. Dat valt echt wel mee."

"Mijn torens brengen intussen een herwaardering van de wijk mee: minder criminaliteit, een gezelligere stad, een stadskanker weg en minder clochards. Ik hoop dat de buurtbewoners ook daar oren naar zullen hebben."

Tot slot: er hangt u nog altijd een rechtszaak boven het hoofd.
Sonneville: "Natuurlijk is het niet prettig om als beursgenoteerd bedrijf in de pers gelinkt te worden aan fiscale fraude. Maar ik ben heel sereen. Er valt mij niets te verwijten. Er is fraude vastgesteld bij mensen aan wie wij bedrijven hebben verkocht. De fraude dateert van na de verkoop. We zijn dus niet medeplichtig. Twee onderzoeksrechters, in Brussel en Turnhout, hebben ons gelijk gegeven: er kan ons niets ten laste worden gelegd. Maar in een van de twee gevallen heeft het parket beslist om ons toch te vervolgen. Begrijpe wie begrijpen kan."

Wie is Stéphan Sonneville?

  • Geboren in 1963 in Namen.
  • Studeerde in 1986 af als handelsingenieur aan de Solvay Business School.
  • Haalde daarna nog een diploma Fiscale Wetenschappen aan het Institut Saint-Louis.
  • Begon zijn loopbaan als auditor bij Price-waterhouseCoopers. Deed in 1990 zijn intrede bij Atenor, waar hij in vijftien jaar opklom van financial controller tot chief executive officer.
  • Is bestuurslid in de Beroepsvereniging voor de Vastgoedsector (BVS).

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni