Slagersopleiding steeds populairder

Er zijn steeds minder zelfstandige slagers in Brussel, maar toch trekken al maar meer geïnteresseerden naar de opleiding slagerij aan het CVO Elishout. “Zelfs bedrijfsleiders komen bij ons op cursus.”

In Brussel en ook in Vlaanderen sluiten steeds meer zelfstandige slagers de deuren. Omdat het geen aantrekkelijk vak meer is, klinkt het, en omdat Belgen steeds minder vlees eten.

Paradoxaal genoeg is de interesse voor een opleiding tot slager aan het CVO Elishout in Anderlecht in jaren niet meer zo groot geweest.

“Vooral het aantal cursisten dat via VDAB en JES komt, zit in de lift”, zegt opleidingsverantwoordelijke Johan Walravens aan brusselnieuws.be. “Elke nieuwe dagopleiding van vier maanden beginnen we nu met een dertiental mensen, terwijl er dat een aantal jaar geleden steeds maar een vijftal waren. Het zijn soms jonge mensen, maar ook dertigers die al vanalles hebben geprobeerd en nu een vak willen leren. Een mix van Belgen en mensen van vreemde origine.”

Daarnaast biedt Elishout ook avondcursussen aan voor wie al werk heeft. “En ook die lopen heel vlot vol, met in elke module een dertiental mensen per klas. We moeten zelfs een extra klas programmeren in september.”

Televisie
Niet al die mensen zullen slager worden, zegt Walravens. “Zeker in de avondopleidingen komen veel cursisten uit pure interesse. Mensen zien op televisie nieuwe trends en willen die onder de knie krijgen. Of ze werken in de sector, soms zelfs als bedrijfsleider, en willen mee zijn met nieuwe ontwikkelingen. Dry-aged beef bijvoorbeeld, dat leer je bij ons klaarmaken. Terwijl de cursisten bij aanvang nog geen kotelet kunnen snijden.”

Toch zijn er ook cursisten die echt voor het diploma komen. “We hebben bijvoorbeeld een aantal vrouwen die vandaag ongeschoold in de vleesverwerking aan de slag zijn. Met een diploma slager hopen ze zich te kunnen opwerken.”

De toegenomen interesse voor de opleiding betekent echter niet dat er plots meer slagerijen in het straatbeeld zullen opduiken. “Daarvoor moeten ze ook nog bedrijfsbeheer volgen, en een zaak kunnen uitbaten, wat heel veel werk vraagt. Het vak kennen is één zaak, een slagerij draaiende houden nog een andere.”