Randtram niet tot Heist-op-den-Berg

Vervoersmaatschappij De Lijn schuift drie lijnen als prioritair naar voor in haar project voor trams in de Rand. Het gaat om een noordelijke ringtram, een tramlijn langs de A12 tot Willebroek en een tram tussen de luchthaven van Zaventem en Brussel. Het traject van Haacht naar Heist-op-den-Berg valt af.

De Lijn voerde voor de vier trajecten die ze eerder al naar voor schoof een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit. Die is nu afgerond. De vier bestudeerde trajecten waren de zogenaamde tangentiële verbinding die de noordrand van Brussel volgt (van Jette tot Tervuren), een verbinding Brussel-Boom, een verbinding tussen Brussel en Ninove/Gooik en ten slotte een tram die via de luchthaven tot Heist-op-den-Berg zou rijden.

Elk van de vier lijnen kwam positief uit de evaluatie: de baten zijn groter dan de kosten. Op basis van de analyse krijgendrie deeltracés prioriteit omdat de baten twee keer zo groot zijn als de kosten. Het gaat om het noordelijke deel van de ringtram (tussen Jette en Zaventem), een verbinding Brussel tot Brussels Airport en de verbinding met Willebroek langsheen de A12.

Het zuidelijke deel van de ringtram (Zaventem-Tervuren) kwam ook positief uit de studie naar voren. Het is echter wachten op een beslissing van de Vlaamse regering. Het deeltraject blijft alvast in de running.

Omwille van de positieve resultaten worden ook de tramverbinding tussen Ninove en Brussel, tussen Haacht en Brussel en de vertakking van Willebroek naar Boom/Bornem verder onderzocht.

Definitieve beslissing dit najaar
Enkel de vertakkingen van Eizeringen naar Leerbeek en die van Haacht naar Heist-op-den-Berg krijgen een slechtere score, "omwille van onvoldoende potentieel en het gebrek aan snelheid die kan gehaald worden". Deze vertakkingen worden niet verder uitgewerkt. Meteen goed nieuws voor het gemeentebesuur van Heist, want dat had zich al een uitgesproken tegenstander van de tram getoond.

Naast de kosten-batenanalyse lopen voor de trajecten momenteel ook nog de trajectstudies en de plan-milieueffectrapportage (plan-MER). Die procedures zijn nog niet afgerond.

Voor de drie voorkeurstrajecten zal nu in dialoog gegaan worden met de lokale besturen, stakeholders en inwoners. Ook moeten de plan-MER's en tracéstudies goedgekeurd worden. "Op basis van de resultaten daarvan kan de Vlaamse regering in het najaar van 2013 dan definitief beslissen over de tracékeuze", zo laat Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) weten.