KUUMBA Jeroen Marckelbach

Jeroen Marckelbach, kracht achter het Vlaams-Afrikaans huis Kuumba

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
26/02/2014

Jeroen woont in Molenbeek, maar Elsene en meer bepaald Matonge zijn zo mogelijk nog meer zijn leefwereld. In Matonge richtte hij vijf jaar geleden het Vlaams-Afrikaans huis Kuumba – spreek uit Ku-umba – op. Het spreekt voor het groot hart dat de man in zich draagt.

Marckelbach groeide op in de fruitstreek Borgloon. Maar al een poos geleden ruilde hij het platteland voor Brussel. “Door hier te zijn, heb ik Brussel toch tot op bepaalde hoogte ontsloten voor het thuisfront. De interesse in de stad geeft me de drang om erover te filosoferen, na te denken en te vertellen. Ik wil de mensen een andere kijk geven op Brussel dan wat ze in de media krijgen voorgekauwd.” Het geeft Jeroen voldoening een ambassadeur te zijn. “Ondanks de tegenkanting van buitenaf zit Brussel mijns inziens in een positieve flow. Zeker sedert het jaar 2000, toen Brussel culturele hoofdstad van Europa was.”

Als jonge student in de Politieke en Sociale Wetenschappen aan de toenmalige KUB, zocht Jeroen naar eigen zeggen vooral de ‘universiteit van het leven’ op. “Er ging een heel nieuwe wereld voor mij open: de grootstad en de confrontatie met andere gemeenschappen, de wondere architectonische mix en de culturele dynamiek. Die massa mensen op een veel te kleine ruimte, de energie die er samengebald zit. Ver waren plotsklaps de bloemetjes en de bijtjes van mijn geboortestreek. En ik ervaar Brussel nog steeds als een soort van levenslaboratorium waar evoluties veel vroeger plaatsvinden dan in de rest van het land. Boeiend, uiterst boeiend. Wat ik bovendien fantastisch vind, is dat een mens hier perfect kan leven zonder auto. Het is ook een van de redenen waarom ik hier ben gebleven.”

Jijippeke
Het avontuur aan de KUB – waar Jeroen weliswaar een studentenvereniging heeft opgericht – is niet zo goed afgelopen. Daarop volgde een opleiding Journalistiek aan de Erasmushogeschool. “Dat was meer op mijn maat gesneden. Het studeren gebeurde op een ander ritme. In mijn laatste jaar hebben we ook een Chiro-afdeling opgericht in Molenbeek, met de gepaste naam Jijippeke (Jijippeke van Meulebeik is ooit bezongen door Urbanus, KVDA). De Chiro was altijd een belangrijk deel van mijn jeugd geweest. Ik zag dat Molenbeek gezegend is met een massa jonge mensen, die niet altijd de juiste uitlaatklep wordt aangeboden. Dus leek een Chiro in Molenbeek me een mooi idee.

Makkelijk was het niet: de werking die ik kende van in Limburg kan je niet zomaar overplanten op een jonge stedelijke bevolking van Marokkaanse afkomst. Het is dan ook met vallen en opstaan gebeurd, maar uiteindelijk is daar een modus vivendi gevonden en die bestaat nog altijd. Ondertussen al meer dan tien jaar. Dat doet deugd aan het hart.”

Met zijn diploma op zak heeft Marckelbach een tijd lang verschillende petjes gedragen: dat van barman, gids, freelance journalist en copywriter. Daarna begon de fietsmicrobe te kriebelen. Hij ging enkele maanden reizen op twee wielen, met Brussel als vertrekpunt. “Ik koos voor een reis naar het Midden-Oosten: Marokko, Turkije, Syrië, Iran... Mijn bedoeling was in Irak te belanden, waar ik een jaar eerder al was geweest met een vredesmissie. Ik wilde daar eindigen om een statement te maken tegen de oorlog. Cycling for Peace. Maar ik ben nooit over de grens van Iran met Irak geraakt.”

“De herinnering aan onderweg is echter onvergetelijk. Als fietser neem je onderweg heel bewust de verandering van het landschap en de cultuur in je op. Je leert beter te begrijpen waar je vandaan komt, en automatisch ook de ‘andere’. Het heeft me bovendien geholpen om me vrijer te bewegen binnen Brussel en die mix van culturen beter te vatten omdat je onderweg aanknopingspunten hebt opgeslorpt.”

Matonge-Kinshasa
Vier jaar lang is Marckelbach voorzitter geweest van de raad van bestuur van De Vaartkapoen. Tussendoor ging hij een aantal keren helpen bij de olijvenpluk in Palestina. Zelfs de politieke wereld is hem niet onbekend: hij werkte als medewerker in het Vlaams Parlement.
“Toen daar een einde aan was gekomen, heb ik mijn tweede grote fietstocht ondernomen. Van de Matongewijk in Brussel ben ik naar het originele Matonge in Kinshasa gefietst, ook een beetje mijn bompa achterna. Ik heb die man weliswaar nooit gekend, maar in de jaren 1920 is hij naar Congo getrokken om er op eigen kracht fortuin te maken. Hij was destijds met de fanfare vertrokken uit het dorp. Helaas faalde hij. Compleet berooid is hij naar België teruggekeerd als verstekeling op een bananenboot. Naar zijn dorp durfde hij niet meer, uit schaamte. De man doolde daarop een tijd als clochard door de straten van Antwerpen. Tot enkele mensen hem daar hebben opgemerkt en de familie hebben aangesproken.”

Die bompafiguur gaf Jeroen inspiratie om op de fiets op te springen. “Het was een reis van iets meer dan negen maanden. Onderweg heb ik ook geld ingezameld voor een ngo. Als westerling vond ik immers dat ik iets tegenover dat voorrecht moest stellen. Onderweg schreef ik ook een column voor Het Belang Van Limburg. Het boek dat ik voor ogen had en nog steeds heb, is helaas nooit afgeraakt.”

“De ontvangst in Kinshasa was overweldigend. Het is ondertussen vijf jaar geleden en ik ben daar nog steeds een bekend figuur. Toen ik terug thuis was, wilde ik iets doen tegen het feit dat mensen hier nog teveel naast mekaar leven. Het heeft geleid tot de oprichting van vzw Kuumba. We wilden de Vlaams-Afrikaanse band in Brussel nieuw leven inblazen. Kuumba betekent in het Swahili ‘creativiteit’.”

“Ik denk echt wel dat we een verschil maken, op onze bescheiden manier. In het begin moesten we zoeken naar partners en kwam het initiatief steeds van onze kant. Tegenwoordig kunnen we selecteren uit voorstellen die op ons afkomen. Kuumba is een begrip geworden, zeker binnen de Afrikaanse gemeenschap. Het wantrouwen is geslonken. Het is ook mooi dat de beladen geschiedenis tussen Congolezen en Rwandezen hier binnen de vier muren niet spelen. Wie in Kuumba zijn gram wil halen tegenover de andere, is aan het verkeerde adres. Punt.”

“Graag zou ik ook een Kuumba in Kinshasa op de rails willen zetten. Het Centre Wallonie-Bruxelles heeft er een poot, de Franse staat heeft er een poot. Langs Vlaamse kant heb je weliswaar de projecten die de KVS er geregeld opzet, maar geen vaste vertegenwoordiging, al zijn de mensen ter plekke vragende partij. Ik denk dat we daar iets aan moeten doen, dat we het historisch gezien niet mogen laten verwateren. Dat, gecombineerd met de moderne communicatiemiddelen, kan een heel interessant resultaat opleveren. We zijn nu bezig met een platform op te richten van iedereen die het idee genegen is, om dan naar de politiek te stappen.”

HET 'HUIS' KUUMBA

Kuumba is een socio-cultureel ontmoetingscentrum met een laagdrempelige cafetaria, 7/7 open. Er vinden exposities, taalcursussen en concerten plaats. Het huis bestaat intussen vijf jaar en is een van de weinige plekken waar Franstaligen en Nederlandstaligen, blank of zwart, autochtoon of expat, etc. zich thuis kunnen voelen. Jeroen: “Ik denk dat als je niet houdt van exotisme, je niet beschikt over een gezonde dosis nieuwsgierigheid naar de andere. Dat je dan verloren loopt in Brussel. Vandaar ook dat ik vind dat de politieke indeling van Brussel in Nederlandstaligen en Franstaligen compleet achterhaald is. Die Brusselse gemeenschap zou door de politiek toch eens aanvaard moeten worden.”

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Samenleving , BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni