Minor Ndako familie Ann Roex HR

Het gezin Roex-Downes is steungezin voor Pamela en haar jongens

Kim Verthé
© Brussel Deze Week
02/12/2015

Pamela en haar jonge tweeling moeten het leven door zonder familie in de buurt. Voelde ze iets voor een steungezin, vroeg Minor-Ndako haar, het opvangtehuis voor minderjarige vluchtelingen en asielzoekers waar ze woonde. Het gezin Roex-Downes omarmde haar en haar kroost. “Ze zijn er wanneer ik hen nodig heb. Ze doen hun best om ons gelukkig te maken.”

Zondagochtend, 9 uur, Anderlecht. Een gevulde ontbijttafel vol koffiekoeken blaakt van gezelligheid. Het voltallige gezin van Ann Roex en Chris Downes wacht opgewonden op het bezoek van ‘grote zus en de broertjes’. Zodra Pamela binnenkomt, vliegen de jonge gezinsleden Hannah (16), Anton (10) en Lucas (13) Pamela en haar tweeling om de hals.

Het gezin Roex-Downes is al sinds 2012 steungezin voor Minor-Ndako, als een van de eersten. Ann was als huisdokter al verbonden aan de opvangorganisatie. “Wij hebben ons gewoon voorgenomen om een leuke band met Pamela op te bouwen. Je mag ons niet zien als een pleeg- of adoptiegezin. Pamela is een heel zelfstandige vrouw. Ze heeft geen adoptie nodig. Wat wij proberen te doen, is af en toe wat informatie of hulp toereiken.”

Maar de relatie is meer dan dat, voegt ze eraan toe: “We vinden het heel leuk om Pamela te kennen. We kunnen niet zeggen dat ze onze dochter is, maar ze hoort er toch bij. Pamela mag ons in het midden van de nacht opbellen.” Dat is bijvoorbeeld voorgevallen toen de tweeling ernstig ziek was. De weg vinden naar de huisarts of de apotheek van wacht, is dan niet evident voor haar. “Het systeem is ingewikkeld als je er niet mee vertrouwd bent,” knikt Chris.

Een afspraak voor het interview met iedereen samen, eerder op de week, had moeten schuiven. Het hoge terreurdreigingsniveau had roet in het eten gegooid. Pamela, die met haar jonge gezin in Schaarbeek woont, had niet kunnen rekenen op een openbaarvervoersnetwerk dat op halve kracht draaide. “Ik heb de afgelopen dagen elke dag gebeld,” vertelt Ann Roex. “De terreurdreiging was voor Pamela indrukwekkend. Ik heb haar uitgelegd dat het leger in België niet op straat komt om oorlog te voeren, maar om te helpen.”

Vanzelfsprekend
Pamela stelt in het gezin Roex-Downes wel vaker de vanzelfsprekendheden in vraag. “Onze vertrouwensband is sterk, omdat we veel naar elkaar luisteren, elkaar laten uitspreken. Vaak denken we in bepaalde patronen.”

Volgens Ann is het zelfs niet eens een kwestie van veel tijd vrij te maken. “Door goed te luisteren, win je veel tijd. Als steungezin kies je hoeveel tijd je vrijmaakt voor een jongere.”

Van meet af aan heeft het koppel hun kinderen er van dichtbij bij betrokken. Hannah (16): “Ik weet nog dat ze ons vroegen wat wij ervan vonden. Ik denk dat ik het me allemaal niet zo goed kon voorstellen. Maar zodra Pamela en de jongetjes er waren, hebben we er met zijn allen snel aan gewend. Pamela is nu voor mij een vriendin, iemand die ik heel leuk vind.” Ze chatten en mailen geregeld, of gaan met het uitgebreide gezin op vakantie, en vieren kerstmis samen. “Soms mogen mijn kinderen hier slapen, zodat ik kan uitgaan,” lacht Pamela. Met haar Nigeriaanse vrienden gaat ze graag op stap. Ze houdt van Nigeriaanse muziek. Dat is voorlopig de enige manier waarop ze de band met haar thuisland levendig houdt. “Momenteel kan ik nog niet terug.” Of ze dat zou willen, spreekt ze niet uit. “België is heel goed voor mij,” is wat ze naar voren schuift.

Drempels
Pamela, bijna 21, is drie jaar geleden bij Minor-Ndako terechtgekomen. “Toen ik in het ziekenhuis kwam, zei men dat de plek waar ik woonde, niet goed voor me was.” Pamela kreeg onderdak in een studio van Minor-Ndako, met begeleiding om zelfstandig te kunnen wonen. In die tijd zette ze ook de stap om asiel aan te vragen, ook al was ze al een tijd in Europa. ”De begeleiders daar vonden het belangrijk dat er een steunfamilie voor me zou zijn, want ik heb hier geen familie.” Ze stond open voor het idee.

Alweer in het ziekenhuis, kort na de vroege bevalling van haar tweeling, ontmoette ze dan haar nieuwe familie. Pamela is steeds voorzichtig als ze over het verleden praat. Bij vragen naar die eerste ontmoeting, zegt ze aanvankelijk dat het een vage herinnering is geworden. Vervolgens: “Ik voelde me heel gelukkig.” Nog even later durft ze ook wat twijfels van toen te benoemen. “De eerste keer dat ik naar hun thuis kwam, was ik wat bang, door alles wat ik meegemaakt had. Ook toen mijn kinderen hier voor het eerst mochten blijven slapen, was ik onzeker.” Een maand duurde het, vooraleer het ijs gesmolten was.

Pamela is via Minor-Ndako ook naar school gestuurd. “Naar Don Bosco.” In haar thuisland was ze nooit naar school kunnen gaan, dus was het de eerste kennismaking met de schoolbanken. “Dat was moeilijk. Allereerst is er de taal. Ik verstond amper iets. Klasgenoten begrepen me wanneer we in het Engels communiceerden. Ik hield een aantal zaken voor mezelf. We waren gewoon schoolvrienden.”

De gemiste jaren op school spelen Pamela soms parten. Vragen naar namen van straten, scholen of wijken, brengen haar in de war. Maar ze bereddert zich best. Zo vond ze zelf de schoolplek voor haar zoontjes, nadat Ann haar een lijst had afgeprint met scholen. “De officiële boodschap luidde dat er geen plaats was, maar Pamela vond toch een plek,” zegt Ann trots.

Ook bij het zoeken naar een job, heeft Pamela hen om wat hulp gevraagd. “Ik heb hen uitgelegd dat het moeilijk voor me is. Ann helpt mij zoeken naar mogelijkheden, waar ik makkelijk kan geraken. Zo kalmeert ze me, en zit ik niet aldoor te piekeren.”

Voogdij
Het gezin vervult geenszins de rol van voogd. Ann: “Een steungezin hoeft zich niets aan te trekken van paperassen voor asielaanvragen of erkenning. Wij hebben het werk van de voogd nooit in vraag gesteld. We hoefden haar dossier ook niet te kennen. De paperassen, in welke richting die ook uitgingen, hoefden onze vriendschapsrelatie niet te bedreigen. Doordat je geen juridische verantwoordelijkheid hebt, hoef je minder afstand te houden dan een voogd.”

Eenmaal Pamela asiel kreeg, verminderde wel het contact met haar voogd. Met de steunfamilie geldt er niet één formule. “Soms zien we elkaar heel intensief, op andere momenten minder. Maar dat wil niet zeggen dat we minder verbonden zijn,” zegt Ann.

Uitwisseling
Er zijn uiteraard de fijne uitwisselingen, zoals de verjaardag van de tweeling. “Er speelt dan luide Afrikaanse muziek. Iedereen is mooi gekleed, en doorheen de namiddag veranderen de kinderen van outfit. De salontafel staat vol drankjes, waar je niet meteen mag aankomen. Dat is nieuw en verrijkend voor ons.” In omgekeerde zin heeft Pamela de gewoonte opgepikt om voor te lezen aan haar kinderen. “Ann heeft me dingen bijgeleerd over speelgoed. Voorlezen kalmeert de jongens.”

11u nadert. Pamela laat de tweeling nog wat dollen met hun oudere broers en zusjes. Zelf past ze overlevingsgewijs voor de foto en trekt zich terug om zich op te maken voor de wekelijkse mis. “Je weet nooit met welk kapsel ze uit de badkamer terugkomt. Blauw, groen, kort, lang,” lacht Chris. Wanneer we vertrekken, springt ze gezwind uit de badkamer. Met haar haarknot zijdelings opgestoken en vuurrood opgemaakte lippen zwaait ze ons, samen met de andere gezinsleden, uit van bovenaan de trap.

-------------------------

STEUNGEZIN

Een steungezin biedt steun naast de hulpverlening die Minor Ndako zelf voorziet. Dat houdt in: samen activiteiten doen, zoals winkelen, naar de film gaan, sporten, samen koken, bellen of mailen, enzovoort. Bedoeling is dat het sociaal netwerk van de jongeren wordt verruimd, dat ze leren anderen te vertrouwen. Zo wordt uiteindelijk hun integratie in de Belgische samenleving versneld. Minor-Ndako zoekt nog steungezinnen en -figuren. Interesse? www.minor-ndako.be

MINOR-NDAKO

Minor-Ndako is opgericht in 2000. De vzw biedt opvang en begeleiding aan niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. Het is gestart met één leefgroep. Intussen zijn er meer leefgroepen, maar ook thuisbegeleiding, begeleid wonen, en hulp aan Brusselse kinderen en hun gezin, Belgen en migranten. In 2012 fuseerde Minor Ndako met Juna, een opvangtehuis voor alleenstaande minderjarige asielzoekers, vaak slachtoffers van mensenhandel. Tot 18 december loopt een solidariteitsactie voor Minor-Ndako, georganiseerd door de Vlaams-Brusselse Media en de gemeenschapcentra. Meer info op www.brusselhelpt.be

Brussel Helpt 2015

Brussel Helpt in het teken van jonge vluchtelingen. Samen met de Brusselse gemeenschapscentra slaan de Vlaams-Brusselse Media de handen in elkaar om geld in te zamelen voor Minor-Ndako. Deze organisatie vangt niet-begeleide minderjarige vluchtelingen op. Meer informatie en hoe je kan helpen op www.brusselhelpt.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Anderlecht, Samenleving, Brussel Helpt 2015

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni