Helft van plaatsnood in onderwijs nog niet gedekt

© brusselnieuws.be
29/08/2013
Tegen 2020 moeten er in het Brussels onderwijs 42.000 extra plaatsen bijkomen. De helft daarvan moet nog steeds voorzien worden. Ook zitten de scholen met een kwalitatief probleem. “De dualisering in het onderwijs is groot.”

Dat staat te lezen in een synthesenota van het Brussels Studies Institute (BSI) over het onderwijs in Brussel.

Van de 42.000 extra plaatsen die nodig zijn moeten er 29.500 voorzien worden in het lager- en kleuteronderwijs. De organiserende machten hebben al heel wat projecten op stapel staan om extra plaatsen te voorzien. "Maar die dekken voorlopig slechts de helft van de nood tegen 2020", klinkt het. "Als we ervan uitgaan dat de voorziene projecten, zo'n 22.000 plaatsen, binnen de twee jaar worden uitgevoerd worden, dan zou dat maar voldoende zijn om de noden van het begin van het schooljaar 2015-2016 te dekken."

Bovendien blijft er dan nog veel werk over. "Er blijven nog evenveel te creëren plaatsen over om de noden tegen 2020 te dekken", klinkt het. "Bovendien werd er nog niet echt rekening gehouden met de kwestie van de bijkomende plaatsen in het middelbaar onderwijs."

De kwantitatieve uitdagingen voor het onderwijs in Brussel zijn dan ook enorm, zegt Joost Vaesen, directeur van het BSI. "Het heeft geen zin om daarover elkaar de zwarte piet door te schuiven", zegt hij. "Er is een nood aan op zijn minst coördinatie tussen de actoren, liefst een gezamenlijk plan om de problemen aan te pakken." Vlaamse en Franse gemeenschap wijzen elkaar immers regelmatig met de vinger over het plaatstekort.

Dualisering
Naast de kwantitatieve problemen voor het Brussels onderwijs zien de onderzoekers echter ook een "kwalitatieve factor". "Net als in de stad in zijn geheel zie je in het onderwijs een dualisering", zegt Vaesen. "Er zijn een aantal elitescholen die zeer goed presteren, maar er zijn ook concentratiescholen, met leerlingen die op veel vlakken zeer zwak staan. De uitdaging is dan ook om de dualisering op ruimtelijk, sociaaleconomisch en cultureel-taalkundig vlak weg te werken."

Laatste zorgwekkend punt is dat veel leerkrachten er voortijdig de brui aan geven. "Voor de Vlaamse gemeenschap, loopt dat van 55 tot 65 procent van de leerkrachten die er binnen de vijf jaar mee stoppen", zegt Vaesen. "Door dat hoge verloop is het moeilijk om programma's uit te werken."

Overleg
Om de problemen aan te pakken, pleiten de onderzoekers voor meer overleg. "Eén actor, of het nu het Gewest of een gemeenschap is, zal dit niet alleen kunnen aanpakken", zegt Vaesen. "Er is nu al een taskforce, waarbinnen Gewest en gemeenschappen vertegenwoordigd zijn. De werking daarvan moet zeker uitgebreid en bestendigd worden."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni