Extra studie naar kleine stadswindmolens

Het Brussels Gewest zet op vier plaatsen meetapparatuur op om na te gaan of kleine stadswindmolens rendabel zijn. Tegen het einde van 2013 moet duidelijk zijn of die een toekomst hebben. Dat blijkt uit een parlementair antwoord van milieuminister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) op een vraag van Els Ampe (Open VLD).

Het Gewest voerde eerder al een studie uit naar de stadsturbines op het dak van de Manhattantoren. "De wind is daar voldoende sterk maar te onregelmatig", zegt Huytebroeck. "Er zal een technologie moeten gevonden worden die voldoende robuust is om de windvlagen op Brusselse gebouwen aan te kunnen."

Stadswindmolens hebben het potentieel om te voorzien in 0,3 procent van het Brusselse energieverbruik. "Maar door hun beperkte rentabiliteit is de ontwikkeling van kleine windturbines echter geen uitgemaakte zaak", zegt Huytebroeck. "Ook zijn er nog heel wat obstakels op stedenbouwkundig gebied."

Om uitsluitsel te geven over de opbrengst van de stadsturbines, zal het Gewest daarom op vier extra plaatsen de wind meten. Tegen het einde van het jaar moeten de eerste resultaten beschikbaar zijn. "Eventueel kunnen na de studie proefprojecten gelanceerd worden", zegt Huytebroeck. Welke locaties weerhouden worden is nog niet beslist, onder meer de Zuidertoren en de Financietoren behoren tot de mogelijkheden.

De milieuminister ziet ook potentieel in grote windturbines. Dergelijke windmolens bouwen is echter niet vanzelfsprekend. In een straal van goed 16 kilometer rond de luchthaven in Zaventem mogen volgens de huidige regels immers geen molens gebouwd worden. Bijna heel het hoofdstedelijk gewest valt daarbinnen. "Ik heb wel vernomen dat Belgocontrol bezig is met het hertekenen van die zone. Dat opent mogelijkheden", besluit de minister.