Maximiliaanpark vluchtelingen asielzoekers

Even het hart van Europa: de laatste 24 uur in het Maximiliaanpark

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
08/10/2015

Een maand lang was het tentenkamp in het Maximiliaanpark een hulppost voor de vluchtelingentragiek in het hart van Europa. Zonder zin op nieuws, maar gefocust op perceptie, ging BDW er de laatste onder- en opgang van de zon ervaren. Of hoe de ‘opruimdag’ een balans in evenwicht hield: in één schaal met groothartigheid en dankbaarheid, in de andere met misplaatste zelfvoldoening en bittere wrangheid.

❤  WOENSDAGNAMIDDAG 30/9. Op de groene sportmat van het voetbalveld, midden het tentendorp, hebben de jongens en mannen het goed. ‘ No problème ’, luidt het Engels-Frans als de bal tot tweemaal toe buitenspel geraakt. Tot de duisternis valt gunnen de tentenbewoners elkaar plezier in ’t spel. Geen getackle, geen geduw. Bij het hek van de verdeeltent voor kleren (Oxfam) wordt wat meer met de schouders voorrang genomen. De coördinator wil opkramen. De plek wordt het ‘Palais de la babouche et de la fiche’ genoemd. Enkele jongens blijven drummen, al is de zelfbedieningstent toe. “Het is goed dat ik wat dronken ben, maar normaal mogen enkel vluchtelingen kleren komen kiezen,” zegt een toegeeflijke man die de bewaking van de tent mee verzekert. Met allerhande smoezen komen de slimmerds er toch in. Er ligt nog een berg jassen, een grote doos vol laarzen en van alles wat. Handschoenen willen ze, want het is koud. En meer dan één paar, ‘ pour mon petit frère ’. Een jonge Marokkaan graait in de doos met mutsen. Hij vult er zijn plastic zak mee. Voor de laatste ‘echte’ vluchtelingen blijven wat donsdekens over.

Het was op woensdag 30 september bekend dat de hulpverlenende diensten in het Maximiliaanpark zouden opkrassen tegen donderdagavond. De medische dienstverlening houdt die timing het beste aan. In de tent van Dokters van de Wereld gaan de laatste consultaties door. “Van zes uur donderdagochtend tot zes uur ‘s namiddags gaan we hier dicht, om de verhuis te regelen,” luidt het. Bijna alles staat bij valavond al ingepakt. Een man met kiespijn en een andere met kriebels in de keel, schuiven nog aan op de acht stoelen van de geïmproviseerde wachtzaal buiten. “De meest courante ziektes waren ademhalingsinfecties en maagontstekingen,” geeft de coördinerende arts mee. “Sinds onze komst op 4 september werden 99 pediatrische urgenties uitgevoerd. Verder vooral reguliere klachten, en van week tot week meer sans-papiers die van elders komen. Er heeft zich hier een solidariteit genesteld. Dat is bemoedigend. Ons werk had zin,” zucht Francisca voldaan en moe. Voor het ochtendkrieken lezen ze dit ook netjes in het Arabisch op een flip chart ‘Onze excuses voor het ongemak en dank voor het begrip: we verhuizen.’. Twee tolken en de psychologische helper hebben er het staren naar.

❤  LAATSTE AVONDMAAL Bij de ingang van het park vindt iedereen de grote veldkeuken. Er komen alsmaar bestelwagens aan, vooral tussen 19 en 20 uur. De non-profit organisaties dragen goed zichtbaar hun logo: ‘Kan onze naam zeker in de krant, we zijn nieuw’ vragen Vlaamssprekende Turken van Be-Aid uit Hoboken. Ze kunnen warme kost voor 500 man toeleveren. Een oude Portugees uit het kamp, kent andere leveranciers. “Daar staan mijn vrienden van Remar (van Spaanse origine, red.) uit Sint-Gillis. Geef die journalist hier eerst een bakje schaap.” Ik bedank ervoor, maar de voorrang is al verzorgd. Beschamend, want de ellenlange rij wachtenden bij de bedieningstafel kan zich wat betreft discipline spiegelen aan die bij bushaltes in Londen. In stilte genieten ze van hun laatste avondmaal in Maximiliaan.

Er is veel onzekerheid onder de sans-papiers die de helft van het park bewonen in iglotenten. ‘De keuken blijft voor de winter’. ‘Ze gaat dicht’. ‘Ze blijft’. ‘Ze verhuist’.’ Alle versies zijn te horen. Ook de vrijwilligers weten het niet precies, of veinzen dit. Inmiddels zit de openluchtcinema vol. Als een stomme Charlie Chaplinfilm, met Arabische ondertiteling, het begeeft, reageert niemand. In stilte wordt gewacht tot de film weer krakerig, ditmaal te snel, verder draait. Niemand zeurt. Later volgt Mister Bean. Met hem wordt hartelijk gelachen.

Maximiliaanpark Filmvertoning vluchtelingenkamp

Aan een boom hangt een kopietje: ‘Studenten nemen u op sightseeing mee om uw nieuwe stad te leren kennen: afspraak om 9 uur.’ We hebben de tour gemist. Zo ook de fotosessie ‘Komt hier uw leukste foto van het kamp maken – wij sturen hem gratis naar uw mailadressen.’

Een groep Marokkaanse sans-papiers staan rond de theekan. “Ik woon al 35 jaar in het Antwerpse,” beweert een 58-jarige. ‘”Hoe kan het dat zij, vluchtelingen, hier meteen geholpen worden met papieren en ik telkens wandelen word gestuurd.“ Hij wordt bijgetreden door een jonge Marokkaan in chique vest, die we de volgende dag met een megafoon de protestmars van de sans-papiers zien leiden. “Ik heb genoeg gewacht. Die nieuwkomers krijgen na een dag al een vergunning voor vijf jaar. Binnenkort keer ik terug, mijn geduld na zes jaar is op.” Drie jonge gasten in kostuum roken sigaretten achter een boom. Ook zij zijn duidelijk geen nieuwe vluchtelingen . Ze kijken binnen in de barak van Radio Panik, waar op instrumenten en met songs aardig wat plezier gemaakt wordt. “Encore une que j’adore,” roept een vrijwilligster. Het wordt een buikdanslied waar aardig op gemoved wordt. Het afscheid onder vrijwilligers valt duidelijk zwaar. De handjes en knuffels maken het meer dan gemeend.

❤  HART VAN EUROPA. Tussen de tenten is amper nog iets te horen na halfelf: een ritssluiting die hapert, een koppel dat ruziet, een baby die schreit. Het park biedt een oase van rust, al is het bar koud. In één van de twee moskeetentjes ligt drie man te slapen. De andere bidplaats heeft een gedrogeerde zich toegeëigend. “Een schande voor een plek van God,” vinden twee mannen, die hem uitschelden, maar de ritssluiting opendoen durven ze geen tweede keer. Rond elf uur vertelt een Albanese dame van nog geen veertig me haar verhaal. Ze heeft er nood aan. “Ik bemoeder de twee Kosovaarse twintigers die in mijn tent slapen, echt lieve broertjes,” zegt ze. “Na jaren in Griekenland, kan ik niet meer terug naar Albanië, omdat mijn vader in de oppositie zit. Brussel is de enige uitweg voor ieder van ons. Hier wordt de democratie bewaakt.” En ze vormt een hartje met haar vingers: “Brussel noemt zich toch het hart van Europa, dus daarom zijn we hier.”

De nachtshift komt eraan. Een paar jonge twintigers maken de dienst uit bij de vooropvangtent. Een Irakees met sterke rugzak wil een tent voor zich alleen. Dat kan niet. De man houdt aan. De tolk laat verstaan dat hij al bot ving bij het Rode Kruis. Ook daar kreeg hij geen bedstede apart voor de nacht. Schrik om bestolen te worden, blijkt zijn reden. De jonge vrijwilligers van het Burgerplatform kunnen geen oplossing bedenken. De situatie escaleert als tegen half één een kolonne van drie families Syriërs het park inwandelen. Ze zullen de volgende dagen het nationale nieuws halen. Hun deftige kleren en twee enorme trollies van kwaliteit doen vermoeden dat ze welstellend waren. Ook zij eisen een aparte tent, al lijkt het dat ze zich een hotel kunnen veroorloven. Ze zijn moe van de heen- en terugreis naar Sart-les-Spa, waar ze de aangeboden overnachting weigerden. “Het regende er in de tent, en het was er vuil – ze komen uit Aleppo en omstreken, via Duitsland, ” vertaalt de tolk. Ze krijgen eerste opvang in de tent, tot de hoofdverantwoordelijken erbij kunnen gehaald worden, want niemand weet er raad mee. Er zijn maar vier matrassen meer vrij. We worden in de tent geroepen, om als eerste hun verhaal te horen. Alle kinderen moeten eerst naar de dokterspost; het blijkt hen goed te gaan, op de baby na. Die is onderweg in Duitsland wat te vroeg geboren. Als een andere vrijwilliger langskomt – die we eerder al zwaar weer hoorden geven over andere hulporganisaties – vliegen we stande pede buiten.

Maximiliaanpark vluchtelingen vader kind

De procedure zou in het honderd lopen, als de families niet terug naar Spa gaan slapen. Maar dat lukt niet, en de Dienst Vreemdelingenzaken is ’s nachts dicht. Als Joëlle langskomt, die veel meer te zeggen heeft, is ze woest. “Ga mee naar het Rode Kruis,” gebiedt ze ons,”zie zelf hoe zij vluchtelingen weigeren, schandalig.” De vrijwilligers blazen heet aan. De combinatie van vermoeidheid en strijden met andere visies van aanpak weegt duidelijk zwaar door de laatste nacht. “De overheid doet niks,” zo jutten ze elkaar op. Wat later mogen de acht kinderen en de jonge moeders toch om de hoek bij het Rode Kruis overnachten. De mannen moeten in het tentenkamp slapen. Na ruim een uur, het is voorbij half twee ’s nachts, vinden de Syriërs een slaapplek. De Irakees mag in de ‘veiligere’ vrijwilligerstent slapen. Het gaat er nu verhit aan toe onder de resterende vrijwilligers. “Gisteren hebben we nog twee groepen uit elkaar moeten halen, Turken en Marokkanen gingen zwaar in de clinch; de cutter in de hand. “

❤  DONDERDAGOCHTEND 1/10. Voor zes uur ’s morgens zijn er nog een tiental nieuwkomers gestrand. Slechts enkele mensen vroegen om medische bijstand. Eén iemand moet s’ ochtends naar het ziekenhuis gereden worden. Bus 14 UZ Brussel staat op tien meter afstand te kijken langs de Bolivarlaan. De eerste verhuiswagen komt eraan. De medische diensten gaan eerst. Samusocial en Bravvo schorten hun activiteiten op tot 18 uur. We zoeken eerst het verhuisadres op, dat kregen we als eerste te horen van een loslippige helper. We wandelen tot daar. De Nederlandse eigenaar van het pand aan de Willebroekkaai 22, brengt net een extra sleutel voor de verhuizers. Boven weet het kunstenaarscollectief nog van niets, hun tentoonstelling moet tot het weekend doorgaan.

Het legenestsyndroom slaat hard toe. Eerst bij de vluchtelingen, die met witte en roze formulieren gevraagd werd om tijdig post te pakken voor de Dienst Vreemdelingenzaken, aan de overkant. De families (zie foto) wachten al voor ochtendlicht aan één zijde. De andere twee rijen versmelten verkeerdelijk tot één. Samen tellen we met de vinger bijna zeshonderd mensen op de stoep van Buitenlandse Zaken. De deur gaat pas om 8 uur open. Tegen het middaguur, komen enkele ambtenaren een sigaretje roken: “Het is bloedheet in de grote wachtzaal, zeker vijfhonderd man – veel teveel’ luidt het. “We doen gewoon zo rap als mogelijk ons werk. Over een kwartier laten we iedereen een luchtje scheppen. “

De stroom telt miserie en hoop, zoveel is duidelijk. In het park wemelt het van de pers. Van de Turkse Belga tot Euronews worden de micro’s onder de neus geduwd. Wie welk interessant verhaal zou hebben, weet niemand echter goed. Als de woordvoerster van het Burgerplatform Euronews te woord wil staan, komt er ruzie van. Een man grijpt haar bij de arm. En er springen aardig wat mannen bij om het duo uit elkaar te krijgen. “Ze heeft geen recht meer van spreken. Het is hier niet gedaan!” luidt de kritiek tegen haar. De afspraken rond het stopzetten van het kamp vallen duidelijk niet bij alle vrijwilligers in goede aarde. Er wordt hevig tegen de nalatigheden van de overheden tekeer gegaan. Alle inzet van de burgers schijnt met een bordveger weggewist en vergeten. Ondertussen geeft vrijwilliger Filip naarstig Nederlandse les door. Twee van de acht aanwezigen zeggen hem alsmaar na: “dik en dun, recht en krom, lang en kort.”

Het kamp spoelt leeg door vele handen. De veldkeuken blijft als ‘winterhulp’, herbevestigt de beheerder, die om half één nog eens mag overleggen met het OCMW. Maar rond tien uur is alle water afgesloten, de vrijwilligers zijn licht in paniek. Jaagt de overheid ons dan toch weg?

“Er zijn evenveel sans-papiers in België als nieuwe vluchtelingen in heel Europa,” horen we nogmaals uit het resterende kampdeel. De Vlaamse moslimvrouwen van Islamik Reliëf bedienen de laatste thee en koffie met melk in. Ook zij zijn ontraderd. “ Tu nous as trahi ,” horen we weer. Ditmaal van een andere dame die dezelfde woordvoerster voor de camera stoort. Haar kalmeren lijkt niet aangewezen. “Zijn wij sans-papiers de onderklasse; we hoopten dat het Burgerplatform iedereen gelijk behandelde. Of doen ze mee met de Staat,” zo krijg ik nog te horen. “Zijn de oorlogsvluchtelingen de goede, en de sans-papiers de slechte?” lanceert de Begijnhofpastoor nog tegen perslui. “Men speelt beide groepen tegen elkaar uit.”

Acht Zweedse stagiairs bij de EU, studenten van dezelfde universiteit, komen in mantelpak en kostuum aanwaaien. Verweesd staan ze de turen op het lege voetbalveld, en de tenten waar geen beweging meer is. “In Zweden krijgen mensen een huis, geen tent,” stellen ze geschokt vast. Maar op de vraag wat ze zelf kunnen doen hebben ze geen passend antwoord. “Geld storten,” zegt de aardigste, met een krop in de keel.

Plots terug alarm onder de burgers. “Het Rode Kruis gaat langskomen: de vijand! Blijf hier, herinner je wat ze vannacht gedaan hebben met de Syriërs.” Twee jongens spelen met een racket en een plastic baseball. Een man trekt foto’s: “Zie die tentjes, met daarboven net Manhattan.” Ik dwaal nog rond, en merk dat de twee Kosovaarse jongens nog in hun tent zitten. “We hebben vanochtend al onze brief gekregen; één moet op 7 oktober terug langs, de andere op 8 oktober. Weet jij waarom? Waar moeten we tot dan slapen, als de tenten weggaan?” Niet iedereen is ingelicht over het nieuwe slaapadres, blijkt meermaals. Ondertussen sluipt een wrang gevoel in het kamp. Het gulle hart bloedt leeg van overgave. De zelfvoldoening blijkt her en der zeer misplaatst. Dit kamp vertelde meer over de Belg dan over de vluchteling.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni