Comité P legt pijnpunten bloot bij dienst 101

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
15/04/2015

Er loopt sinds de hervorming van de 101-dienst in Brussel in 2007 nog heel wat mis bij de hulpdiensten. Middelmatige terreinkennis, gebrekkige tweetaligheid en foute informatie zijn schering en inslag. Dat blijkt uit een tussentijds rapport van het Comité P.

W ie in Brussel naar het noodnummer 101 belt, komt bij een callcenter van de federale politie terecht, het zogenaamde CIC-101, dat de informatie zo snel mogelijk doorgeeft aan een van de zes lokale politiezones, de spoorwegpolitie of de federale wegpolitie.
Het Comité P heeft op vraag van de Kamer van Volksvertegenwoordigers de kwaliteit van die diensten onderzocht. Ze ondervroeg daarvoor de interventieteams van de Brusselse politiekorpsen die tijdens incidenten rechtstreeks met de dispatchings te maken krijgen.

Over het algemeen blijken die wel naar behoren te werken, maar het rapport van het Comité P legt toch ook heel wat pijnpunten bloot. En sommige daarvan kunnen het verschil maken tussen een goede of minder goede afloop van een interventie.

Klachten
Het Comité P stelde vooreerst vragen aan de interventieteams over de terreinkennis en de al dan niet proactieve houding van het dispatchingpersoneel. De bevindingen verschillen nogal sterk van politiezone tot politiezone. In de zone Brussel Noord is de tevredenheid het grootst. In de zone Montgomery (Woluwe en Etterbeek) zijn er de meeste klachten.

Maar overal wordt geklaagd over de wisselende kwaliteit van het personeel. “De betere medewerkers zijn in de minderheid,” zo klinkt het onverholen in de zone Montgomery.

Er wordt onvolledige en soms zelfs foute informatie doorgeveven over de aard van het incident en de exacte plaatsbepaling, er is een gebrek aan samenwerking binnen de dispatching, het duurt te lang voor de dispatching doorheeft dat er extra ploegen nodig zijn, en interventieteams krijgen soms een nieuwe opdracht terwijl ze nog niet klaar zijn met de vorige. Het dispatchingpersoneel is verder niet stressbestendig en onvriendelijk, en stuurt ongepaste of persoonlijke commentaar door de radio.

De spoorwegpolitie klaagt dan weer over een gebrek aan technische terreinkennis. Met de kennis van het metronet valt het mee, maar die van het spoorwegnet is ondermaats, vinden de interventieploegen van de spoorwegpolitie. Zo weet de dispatching niet altijd precies hoe het treinverkeer moet worden stilgelegd of hoe de elektriciteitstoevoer moet worden afgesneden.

Dialect
Brussel heeft een tweetalig statuut, met (in principe) tweetalig politiepersoneel, maar het gebrek aan tweetaligheid is een oud zeer en zorgt ook bij de nooddiensten geregeld voor slechte communicatie. Vooral Nederlandstalige interventie-agenten doen hier hun beklag over. Franstaligen verwachten dan weer dat hun collega’s Algemeen Nederlands spreken, en geen dialect. Talenkennis bij de dispatching wordt door geen enkele ondervraagde als een sterk punt naar voor gehaald.

Er is geen apart onderzoek verricht naar de kwaliteit van de technische hulpmiddelen (radio, veiligheidscamera’s), maar de open vragen gaven wel aanleiding tot opmerkingen. Zo blijken er niet altijd voldoende vrije radiokanalen of zitten er te veel storingen op. Veiligheidscamera’s die zich tegenwoordig overal in de stad bevinden kunnen dan weer erg handig zijn voor een juiste inschatting van het probleem, “tenminste als ze werken.”

Over het algemeen lijkt het zo te zijn dat de dispatchings zo snel mogelijk de verschillende interventies willen afhandelen, waardoor er geen tijd is voor extra opzoekwerk, terwijl de interventieteams juist verwachten dat de dispatching proactief op zoek gaan naar maximale informatie.

Het Comité P doet enkele aanbevelingen en er is al een tijd geleden met de voorzitter van de Conferentie van Brusselse Korpschefs afgesproken om een tekst op te stellen met best practices, maar die tekst is er tot op heden niet, en lijkt er ook niet te zullen komen.

Tot slot wordt in het rapport ook de mogelijkheid geopperd om de dispatchings van de zes verschillende politiezones in Brussel te fuseren tot één grote dispatching, maar dat is om lokale en politieke redenen niet haalbaar, stelt het rapport, of “minstens niet gewenst.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni