In Brussel - Een reis door de wereld (7): De meerkoppige adelaar

Hans Vandecandelaere
© Brussel Deze Week
31/08/2012
Albanese Brusselaars legden in zestig jaar tijd een zeer gefaseerd migratieparcours af. Elke periode boetseerde geheel eigen identiteiten, die voortdurend zijn blijven evolueren. Drie golven. Drie portretten.

W at als we voor de korte pijn kiezen en maar meteen het abces doorprikken? Voor de doorsnee Belg is elke Albanees een crimineel. Die beeldvorming ontstond in de loop van de jaren 1990 als gevolg van de opkomst van de georganiseerde misdaad.

De val van het communisme in Albanië liet in 1991 niets na dan puin. Corruptie en armoede zorgden voor de ideale context waarin criminele netwerken konden gedijen. Clans structureerden hun imperium rond drugs- en mensenhandel, afpersing en prostitutie.

In België werd vooral op dat laatste ingezet. De vitrines van de Aarschotstraat in Schaarbeek werden geïnfiltreerd. Vrouwen degradeerden er tot gewelddadig behandeld koopwaar. Omstreeks 2000 werd de straat wel opgekuist en geleidelijk aan door Bulgaren ingenomen, maar het kwaad was geschied. Een meerderheid van Albanese Brusselaars mocht nog op zijn kop gaan staan, het werd heel moeilijk om het negatieve imago nog van zich af te schudden.

En nochtans! In 2011 paradeerde de stralende Albana Berisha met lange, goudblonde haarlokken over de Grote Markt. Als pas verkozen Miss Brussel stortte de Albanese uit Kosovo zich een jaar later in de titanenstrijd voor Miss België. In 2008 nam hulptrainer Besnik Hasi, een andere Albanese Kosovaar, bij Royal Sporting Club Anderlecht plaats op de bank naast de toenmalige coach Ariël Jacobs. En zo kun je ook spreken over Albanese economen, onderzoekers, kabinetschefs, kunstenaars en dokters. De ouders moesten het eens weten: dagelijks worden hun kinderen van en naar de Europese scholen gereden door bussen van Albacars, een Albanees familiebedrijf.

"Een van de problemen, zo je wilt, ligt volgens mij in het feit dat Albanezen zich fysiek weinig onderscheiden van Belgen," zegt de Albanese ULB-onderzoeker Kolë Gjeloshaj. "Dat houdt in dat hun relatief goed geslaagde integratieparcours nooit het daglicht haalt. Het positieve, zoals het grote belang dat wordt toegekend aan opvoeding en opleiding, moet wijken voor het negatieve uit de media."

Grondbezitters
De Albanese aanwezigheid in Brussel bestaat uit een rijk palet van Albaneessprekenden uit Albanië, Kosovo, Macedonië, Montenegro, Griekenland en Turkije. Van hen zou ruim 75 procent uit ex-Joegoslavië komen.

Brussel was altijd al de voornaamste richtstad en Schaarbeek, Sint-Gillis, Anderlecht en Sint-Joost-ten-Node waren de belangrijkste onthaalgemeenten. Globaal genomen kwamen Albaneestaligen in drie golven naar Brussel.

In 1946 riep Enver Hoxha de Albanese Volksrepubliek uit en reduceerde hij het land stapsgewijze tot een communistische kooi die tot in het extreme van de buitenwereld werd afgesloten. Een groep van kleine landbezitters die het slachtoffer was geworden van de collectivisatie, kon aanvankelijk nog wegglippen uit de berggebieden van Noord-Albanië. Ze werden geplaatst in Kosovaarse dorpen. Anderen kwamen terecht in vluchtelingenkampen.

"Mijn ouders bezaten grond en dieren in het noorden van Albanië en voelden de bui hangen. Grondbezitters waren bloedzuigers in de ogen van het nieuwe regime," legt Hajrudin van het busbedrijf Albacars uit. "In 1951 staken ze de grens met Kosovo over. Ik was te klein voor de gewaagde onderneming en bleef achter bij mijn grootmoeder. Pas enkele jaren later, toen ik elf was, drongen twee ooms gewapend vanuit Kosovo clandestien Albanië binnen om me te helpen vluchten. 's Nachts, bij maanlicht. Al zigzaggend door het mijnenveld."

De in Joegoslavië verzamelde vluchtelingen gaven het startschot voor de migratie naar België. In 1956 werd een Kroatisch vluchtelingenkamp ontruimd. Een eerste treinkonvooi met honderdvijftig à tweehonderd vluchtelingen aan boord spoorde naar Brussel. Dit wordt doorgaans als het symbolische begin van de instroom gezien.

"Ik werd met mijn familie in 1960 van Kosovo naar datzelfde kamp in Kroatië overgebracht," vervolgt Hajrudin. "Het was een legerkazerne met prikkeldraad en enorme slaapzalen waar iedereen door elkaar verbleef. In 1961 werden we er door een Belgische dele­gatie geselecteerd, met vracht­wagens naar Zagreb gereden en daar op de trein naar Brussel gezet."

De groep van gevluchte Noord-Albanese boeren werd in Brussel in dezelfde periode aangevuld met Albanese Turken die de weg van de gastarbeidersmigratie volgden. Omstreeks 1970 kwamen er nog wat Albanezen uit Macedonië, Kosovo en Montenegro bij. Formeel ging dit ook om gastarbeiders.

Kanun
In 1968 slaagden deze, vaak in Schaarbeek geconcentreerde, Albanezen erin om vlak bij het Josaphatpark de ondertussen behoorlijk verweerde beeltenis van Skanderbeg in te wijden. Deze prins organiseerde in de vijftiende eeuw het verzet tegen de Ottomanen en werd hierdoor een topreferentie voor het latere Albanese nationalisme.

De Albanese Brusselaars hadden voortaan een symbolisch houvast waarop ze hun vaderlandsliefde konden weerspiegelen. Dit is niet zomaar een fait divers, het is bijzonder kenmerkend voor deze eerste, zeer patriottische generatie van nieuwe Brusselaars. Ze vertegenwoordigden het archetype van de ruwe Albanese bergbewoner die sterk vasthield aan de tradities van de Kanun, een set regels en wetten. In afwachting van een terugkeer naar Albanië kwam het erop aan om in Brussel de eigen taal en waarden te behouden.

Een van hun karakteristieken werd - niet onlogisch - de hang naar endogamie. Gemengde huwelijken waren haast ondenkbaar, omdat ze de clanstructuren en de samenhang konden ondermijnen. Ook wapenbezit in Brussel werd beschouwd als een volkomen vanzelfsprekend uitvloeisel van hun culturele erfgoed.

De sterke politisering was een ander kenmerk. Terwijl de jongeren zich vooral groepeerden rond sport, in het bijzonder voetbal, klitten de ouders samen in republikeinse en royalistische fracties om in clubs en cafés te palaveren over de droom van een postcommunistisch Albanië.

In de jaren 1970 en '80 brak een nieuwe fase aan, met de komst naar Brussel van Albanezen uit Kosovo en Macedonië. Doorgaans ontvluchtten zij de repressie en de discriminatie door de Serviërs.

Deze tweede golf maakte de Albanese gemeenschap er in Brussel een stuk complexer op. Oudkomers uit Albanië, die uitgerekend voor het communisme waren gevlucht, kwamen tegenover Joegoslavische nieuwkomers te staan. Deze Kosovaarse Albanezen begrepen niet waarom hun taalgenoten destijds Albanië hadden verlaten. Voor hen was Hoxha juist een voorbeeld. Zij hadden hun leertraject in Kosovo afgelegd met partij-ideologisch gekleurde schoolboeken die vanuit Albanië werden opgestuurd en ze wisten niet beter. Het was niet ongewoon om in de jaren 1980 op het Schumanplein Kosovaren te zien manifesteren met communistische vlaggen. Dit botste met de groep van politieke vluchtelingen. Politiek zorgde voor wrevel en verdeling. Kaarten, drinken en praten over Albanië deden Albanezen en Kosovaarse Albanezen elk in hun eigen cafés.

Maskers af
In de loop van de jaren 1990 herschikten de instorting van het communistische Albanië en de open oorlog in ex-Joegoslavië voor een tweede keer de samenstelling van de Brussels-Albanese gemeenschap. Nieuwe golven van Albanese Kosovaren en Albanezen uit Albanië kwamen aan. De ene op de vlucht voor zijn leven, de andere zoekend naar meer welvaart.

De Albaneessprekenden die al jaren in Brussel verbleven, werden geconfronteerd met de achtergronden van die nieuwe groepen. Voor de Kosovaarse Brusselaars uit de jaren 1970 en '80 werd Albanië plotseling ontmaskerd: geen paradijs, maar het armste land van Europa. Ze lieten de linkse politieke oriëntatie los die hen twee decennia lang tegen­­over de Albanese vluchtelingen van de jaren 1950 en '60 had geplaatst.

Weg met Skanderbeg
Maar ook de vroegste generatie kreeg een nieuwe spiegel voorgehouden. Al die tijd had ze zitten broeden op de instandhouding van familietradities door onder meer bloedvermenging te voorkomen. Nu Albanië opnieuw zijn grenzen opende, bleek al gauw hoe het land niet had stilgezeten en veertig jaar bezig was geweest met het afzwakken van religie en het middeleeuwse gewoonterecht. Daardoor was Albanië, ondanks zijn enorme economische neergang, sociaal en cultureel sterk geëvolueerd.

De positie van de vrouw was er bijvoorbeeld onder het communisme op vooruitgegaan. Alleen al dit gegeven bracht in Brussel vanaf de jaren 1990 verandering teweeg. De genderverhouding werd gelijkwaardiger. "Mijn dochter is uiteindelijk met een Belg getrouwd. En als ik nu zie hoe zij een huis en een kaderfunctie bij Belgacom heeft, dan zaten wij er als eerste generatie toch wel voor een stuk naast," zegt de minzaam glimlachende Hajrudin met een zucht.

De nieuwe instromers uit Albanië maakten ook brandhout van het patriottisme van hun voorgangers. Communisme had hun vooral ontbering opgeleverd. Propaganda waren ze moe geslikt, vlaggen beu gezien. Skanderbeg lapten ze aan hun laars. Ze wilden vooruit, en aansluiting vinden bij Europa.
"Je kunt stellen dat de kinderen van de eerste generatie nog in het stramien van hun ouders zaten," zegt onderzoeker Kolë Gjeloshaj. "Ze erfden waarden zoals respect voor de ouderen en solidariteit tussen de families. Hun vriendenkring bestond doorgaans uit Albanezen. Wie arriveerde na 1990, is individualistischer ingesteld en heeft minder die communautaire reflex. Zij affirmeren zich sterker als Europeanen en knopen meer banden aan met mensen van buiten hun gemeenschap. Deze houding vind je trouwens ook bij de kinderen van de kinderen van die eerste vluchtelingen."

--------------------------

Hans Vandecandelaere werkte als historicus twee jaar lang aan een lijvig boek over zestig jaar migratie naar Brussel. In Brussel - Een reis door de wereld verschijnt omstreeks begin november bij uitgeverij Epo. Een zevendelige zomerreeks in BDW blikt vooruit met herziene, ingekorte voorpublicaties.

Met de steun van de Vlaamse overheid en Erfgoedcel Brussel

In Brussel - Een reis door de wereld

De hele zomer lang bracht BDW een reeks van de historicus Hans Vandecandelaere over de verschillende etnieën die Brussel kleuren. Vandecandelaere werkte twee jaar lang aan een lijvig boek over 60 jaar migratie naar Brussel: In Brussel - Een reis door de wereld, dat in november uitkomt bij uitgeverij Epo. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , In Brussel - Een reis door de wereld

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni