RWDM2 BDW1514

Royal Racing Club de Bruxelles viert 125ste verjaardag

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
16/03/2016

Royal Racing Club de Bruxelles is een van de pioniers van de Belgische sportwereld. Het stond mee aan de wieg van de Belgische voetbal- en hockeybond en hun zwart-witte clubkleuren werden onder meer verdedigd door kampioen Roger Moens. De geschiedenis van de club is rijk, en de huidige bestuurders zijn vast van plan daar nog heel wat mooie hoofdstukken aan vast te breien.

1891: Racing Club de Bruxelles wordt opgericht. Het is op de plaats waar vandaag de basiliek van Koekelberg staat dat de eerste lopers de zwart-witte kleuren van Racing dragen. Snel wordt er naast atletiek ook aan voetbal gedaan. Dat werd geïntroduceerd door de Engelsen die mee aan de wieg van de club stonden. Zij zorgden er ook voor dat de club de naam Racing aannam.
De club verhuisde haar activiteiten vrij snel naar de velodroom van Longchamps, in Ukkel, om in 1901 uiteindelijk terecht te komen op de plek waar ze vandaag nog steeds thuis zijn: de Ganzenvijver, in Ukkel. Dat allemaal onder impuls van Charles Flasselaerts, die ook betrokken was bij de oprichting van de club. Hij zorgde er eveneens voor dat er in 1904 een overdekte tribune werd gebouwd voor achthonderd toeschouwers. Een tribune die er vandaag nog steeds staat (zie kaderstuk).


Op dat moment had Racing al naam gemaakt in de Belgische sportwereld. Als een van de tien medeoprichters van de Belgische voetbalbond nam hun voetbalploeg uiteraard deel aan de eerste editie van onze Belgische competitie. Een jaar later hadden ze al prijs. Die titel werd gevolgd door een reeks van vier landstitels op rij (van 1900 tot 1903). Uiteindelijk werden ze zes keer landskampioen in de eerste dertien seizoenen van onze voetbalcompetitie, en ze wonnen ook nog eens de eerste beker van België in 1912. Door de opkomst van ploegen als Union en Daring verloren ze naarmate de jaren vorderden hun plaats aan de top.
Het belang van Racing werd in die jaren benadrukt door de posities die hun bestuurders innamen in nationale sportbonden. Zo is Rodolphe William Seeldrayers jarenlang voorzitter geweest van de voetbalbond. Ook op internationaal vlak lieten ze van zich spreken. Op één mei 1904 werd namelijk de eerste officiële internationale match gespeeld in hun stadion: België – Frankrijk. Om te verzekeren dat dergelijke wedstrijden plaats zouden blijven vinden, werd datzelfde jaar de FIFA opgericht in Parijs.

Verhuis
De oprichting van de hockeysectie in 1914 was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog. Verschillende leden van Racing beoefenden de sport, net als cricket, tot dan toe bij sportclub l’Anglo-Belge. Door het uitbreken van de oorlog werd die club opgedoekt en verhuisden de overblijvende leden naar Racing. De club nam ook in het hockey een voorname plaats in, zowel op bestuursvlak als op het veld. In 1924 werd de eerste titel behaald, een prestatie die de jaren erna nog een paar keer werd herhaald.


De sterkte van de hockeyploeg van Racing kende een hoogtepunt in het seizoen 1932-1933. Onze nationale ploeg bestond toen namelijk uit negen spelers van de Brusselse club. De enige twee andere spelers waren een Fransman en een Engelsman.
De atletieksectie verzamelde al van begin de jaren 1900 Belgische titels en had met Jean Konings een vertegenwoordiger op de Olympische Spelen van 1908 in Londen (op de honderd meter). Hun mooiste periode beleefden ze tussen 1947 en het einde van de jaren 1950. Namen als Bourgaux, Brancart en Schwartz makten het mooie weer, maar hun grootste kampioen was Roger Moens. Hij werd onder mee wereldrecordhouder op de 800 meter in 1955 en tweede op de Olympische Spelen van Rome in 1960.


De atletiek- en voetbalsectie van Racing was op dat moment al verhuisd uit Ukkel. In 1948 vertrokken ze namelijk naar het toen net gerenoveerde Drie Linden stadion, in Watermaal-Bosvoorde. De reden daarvoor was dat het stadion in Ukkel te klein was geworden. Sindsdien hebben beide clubs nog wel dezelfde naam, maar een volledig gescheiden werking. Sommige bestuursleden komen nog één keer per jaar samen, maar daar blijft het bij. De basketbalsectie, die was opgericht in 1941, trok eveneens weg uit Ukkel.
In datzelfde 1941 behaalde de hockeyploeg van Racing zijn laatste landstitel op het veld. Onder meer in de jaren 1960 wonnen ze wel nog een paar keer de beker van België, maar het hoogste schavotje in de competitie werd ondertussen al meer dan zeventig jaar niet meer gehaald.
Een sectie die nog niet aan bod kwam, is die van de tennissers. De sport wordt al sinds het begin van de jaren 1900 gespeeld bij Racing, maar is lang puur recreatief geweest. Uitzonderingen waren onder meer Jacky Brichant, die de club op jonge leeftijd verruilde voor Leopold, en Christiane Mercelis.

Titelfrustratie
Sinds de jaren 1950 kende Royal Racing Club de Bruxelles nog wel wat successen, maar de gloriedagen kwamen niet meer terug. “Er werd aan sport gedaan zonder echte ambitie, niet aan topsport,” vat bestuurslid Philippe Truyens het samen. En daar wil de club iets aan doen. Sinds de jaren 1990 hebben ze het over een andere boeg gegooid en willen ze terug op hoog niveau presteren.
“In 2006 hadden we een sterke generatie jonge hockeyspelers waarmee we tot de top wilden doorgroeien. Daarnaast wilden we ook ons veld vernieuwen. We wilden een nieuw elan nemen en zijn daar in geslaagd. Alleen hebben we die felbegeerde titel nog niet gehaald. We gaan ons er niet meer op fixeren. In de zaal hebben we wel al verschillende successen behaald.”


Het succes van de hockeysectie wordt duidelijk als je naar de selectie van onze nationale ploeg kijkt, waarvoor Racing verschillende spelers afvaardigt. De sectie is gegroeid tot 1.200 spelers en is daarmee vandaag de belangrijkste binnen de club. Al zijn de tennissers in opkomst. Ze zijn ondertussen met meer dan zevenhonderd en blijven toenemen.
“Een vijftal jaar geleden hebben we de ploeg rond onze tennissers helemaal vernieuwd,” legt voorzitter Anne Rotthier uit. “Het is onze ambitie om die sectie te laten groeien en dat lukt vrij aardig. Onze jongeren zetten knappe resultaten neer. We hebben toch wel een vijftiental talenten rondlopen. Racing begint nu ook naam te maken in de tenniswereld.”


De atletieksectie van Racing Club Brussel hernieuwt eveneens met succes. Zij hebben de Borlées weten binnen te halen en hebben daar al de vruchten van geplukt, met onder meer een Belgische titel op de 4x200 meter aflossing indoor. Beide kanten van Royal Racing Club de Bruxelles groeien dus stilaan terug naar waar ze 125 jaar geleden mee zijn begonnen: een topclub zijn.
Tim Schoonjans


Er worden verschillende evenementen georganiseerd rond de 125ste verjaardag van Racing.
Meer info op www.royalracing1891.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni