La libre belgique duotone

WOI: La Libre Belgique, clandestiene krant in Brussel

Stefan Moens
© Brussel Deze Week
20/08/2014

Het huis in de Vanderstichelenstraat 45 houdt het symbool overeind van het clandestien ontstaan van een ‘Brusselse’ krant, die bijna honderd wordt. La Libre Belgique groeide uit tot het grootste succesverhaal van de clandestiene pers in bezet België.

Op de avond van 31 juli 1915 loopt een dame over de stille Roodebeeklaan in Schaarbeek. Ze belt aan bij het nummer 49. De vrouw heet Louise Thuliez. Ze is een belangrijke pion in een netwerk dat informatie van families in bezet België overbrengt naar de frontsoldaten en omgekeerd.

D e man die haar binnenlaat is Philippe Baucq, een Schaarbeeks architect die zich onvermoeibaar ten dienste stelt van hetzelfde netwerk. Aangezien het al laat is, wordt besloten om te gaan slapen. Maar Baucq wordt ’s nachts opgeschrikt door het geblaf van zijn hond. Hij denkt dat zijn dochters die dag vergeten zijn om de hond uit te laten en besluit daarom, ondanks het nachtelijke uur, met de hond nog een wandeling te maken. Op het moment dat hij zijn voordeur opent, komt hij oog in oog te staan met een groep Duitse agenten.

Er ontstaat wat tumult bij de voordeur en de hond begint te blaffen tegen die vreemde heren. Op dat moment is ook Yvonne, de veertienjarige dochter van Philippe Baucq, wakker geworden. Zij vat het plan op om het compromitterende materiaal, dat haar vader elke week tijdens nachtelijke rondes over duizenden Brusselse brievenbussen verdeelt, via het zoldervenster naar buiten te gooien. Honderden kopijen van het clandestiene krantje La Libre Belgique dwarrelen als herfstbladeren naar beneden. Sommige exemplaren komen zelfs terecht op het hoofd van een Duitse agent die in de tuin de wacht hield. “Stop maar, het heeft toch geen zin meer”, roept Philippe Baucq zijn dochter toe. Baucq en zijn medewerkster Louise Thuliez worden weggevoerd.

Automobiele kelder
La Libre Belgique was een idee van Victor Jourdain. De 74-jarige man was oprichter en hoofdredacteur van Le Patriote, een blad dat bij de intrede van de Duitsers in Brussel ophield te verschijnen. Jourdain vond dat de tijd rijp was om een verzetsblad uit te geven dat met een zekere regelmaat zou verschijnen. Hij overtuigde Eugène van Doren (1875-1951), de eigenaar van een kartonfabriek gelegen in de Vanderstichelenstraat nummer 45 in Molenbeek, om het blad in het grootste geheim te drukken. De krant moest het patriottische antwoord worden op de gecensureerde kranten die met Duits geld waren opgericht zoals Le Bruxellois. In het mission statement van het eerste nummer maakt de hoofdredacteur duidelijk wat de bedoeling is: het Belgische patriottisme aanwakkeren, het defaitisme bekampen en de Duitse misdaden aanklagen.

De makers van het clandestiene blad hielden wel van wat humor: op de voorpagina werd de prijs voor een nummer omschreven als ‘elastisch, van nul tot oneindig (gelieve deze limiet niet te overschrijden)’. De administratie bevond zich in een ‘automobiele kelder’ en het correspondentieadres was ‘Komandatur-Brüssel. Deze laatste ironische vermelding zou de redding betekenen van een jonge Gentse verdeler die door een Duitse soldaat betrapt werd met een stapel nummers. De Gentenaar toonde de Duitse soldaat het correspondentieadres op de voorpagina en hij mocht beschikken...

La Libre Belgique zou uitgroeien tot het grootste succesverhaal van de clandestiene pers in bezet België: er verschenen tijdens de bezetting 170 nummers, er werkten meer dan 500 mensen mee aan de redactie, de druk en de verspreiding van het blad en de oplage liep soms op tot 20.000 exemplaren. En dit allemaal tot grote ergernis van de Duitse bezetter die zelfs een speciale recherche-eenheid had opgericht om de makers van het blad definitief het zwijgen op te leggen. In het voorjaar van 1918 dachten de Duitsers dat ze met een arrestatie van 61 medewerkers het clandestiene blad eindelijk de genadeslag konden geven, maar enkele dagen na de razzia vonden de Brusselaars al meteen een vers gedrukt nummer in hun brievenbus.

Telkens wanneer de Duitse politie een netwerk had opgerold, bereidde een andere groep in het grootste geheim het volgende nummer voor. Volgens de overlevering kreeg ook de Duitse gouverneur-generaal, Von Bissing, elke week een exemplaar van het koppige krantje op zijn bureau. Een van de hoogtepunten in de bewogen geschiedenis van dit blad was ongetwijfeld nummer 30 van juni 1915: toen sierde een foto van de gouverneur de voorpagina. Hij leest aandachtig een exemplaar van ‘zijn intieme vriendin’ getiteld: La Libre Belgique.

Veel medewerkers van La Libre Belgique betaalden voor hun patriottische activiteiten een hoge prijs met zware celstraffen en deportatie. Philippe Baucq werd tot de zwaarste straf veroordeeld omdat hij naast de distributie van het krantje ook soldaten over de grens had geholpen. Op 12 oktober wordt hij op de nationale schietstand van Schaarbeek gefusilleerd, samen met een andere verzetsheldin, de Britse verpleegster Edith Cavell (1865-1915).

Volgende week: Brusselse humor tijdens de bezetting.

Herinneringen aan '14-'18

De Groote Oorlog wordt ook in Brussel herdacht, met tentoonstellingen en activiteiten allerhande.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Herinneringen aan '14-'18

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni