Waregems 'wonderkind' Walter Hus werd volwassen in Brussel: 'De stad was alles. Echt alles!'

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
13/10/2012
"Ik ben altijd van het een in het ander gerold. De Marollenopera deed ik naast mijn orgelcomposities, mijn orgelcomposities naast het klassieke werk. En ik geef ook nog pianoles aan de academie van Sint-Agatha-Berchem. Verschillende petjes, die ik op- en afzet, af- en opzet." Walter Hus is pianist en componist, onder (veel) meer van filmmuziek voor Dominique Deruddere en Peter Greenaway en opera's op tekst van Jan Decorte.

W alter Hus is een gevestigde waarde in cultureel Brussel, maar toch is hij geen geboren en getogen Ket. Hus is van origine een Kempenzoon, wiens muziekavontuur begon in West-Vlaanderen.

"Toen ik bijna zeven was, zijn we voor het werk van mijn vader van Mol naar Waregem verhuisd. Daar schreven mijn ouders me al heel snel in bij de plaatselijke muziekschool. Ik was zelfs te jong, maar er was één bepaalde lerares, Dolly Degezelle, die mij zag staan en zei: 'Ja, die mag ook komen.' Het gaf me een speciale positie binnen de school, wat maakte dat muziek al gauw mijn persoonlijkheid een boost gaf. Dat ik bovendien een beetje verliefd was op die lerares, was natuurlijk ook een drijfveer om extra mijn best te doen. Ik ben ook al snel pianolessen gaan volgen bij Dolly Degezelle. Dat liep als vanzelf: al in het vijfde leerjaar mocht ik als 'wonderkind' op het podium voor een in het Waregemse hoog aangeschreven concert."

"Nog belangrijker: ik zat er samen op school met Peter Vermeersch, die later de drijvende kracht werd achter Flat Earth Society en zo zou uitgroeien tot een van de belangrijkste hedendaagse muzikanten in Vlaanderen. Twee handen op een buik waren we, een onafscheidelijk duo. Twee buitenbeentjes ook, omdat we zo fanatiek met muziek bezig waren. Ik, begeesterd door de echt klassieke muziek - mijn schoonste ervaring ooit was toen ik voor het eerst de 'Vijfde symfonie' van Beethoven hoorde -, Peter had dan weer een opener blik. Dat kwam ook door zijn ouders; voor de mijne telden kunst en cultuur niet zo. Zo begon gaandeweg Peters invloed binnen te sijpelen. Hij bracht me in contact met jazz, en na een tijdje begonnen we in de muziekschool samen te improviseren. Er was ook de ontdekking van het subversieve. De ontdekking dat er muziek bestaat die stout durft te zijn, grenzen probeert te verleggen, mensen op het verkeerde been wil zetten... Daar is de componist in mij geboren."

King of the world
Na de humaniora scheidden de wegen van Hus en Vermeersch. De ene ging voluit voor de muziek - piano, aan het Conservatorium van Brussel -, de andere ging architectuur studeren.

"Aan het Conservatorium werd dat etiket van 'wonderkind' al snel sterk gerelativeerd. Iedereen die daar zat, had ooit wel eens zo'n speciale aandacht gekregen. Er zaten mensen die echt wel ver boven mijn niveau stonden. Confronterend was het. En ook hard, ik heb écht moeten zwoegen, doorbijten. Maar ik heb het toch tot een goed einde weten te brengen, op een positieve manier."

"Terwijl ik op het Conservatorium zat, was er ook nog iets compleet anders dat mij bezighield: het Bloomdido Jazz Café, geesteskind van André Dael. Een concertzaal en café. Heel gespecialiseerd. De persoonlijkheid van Dael heeft veel invloed op mij gehad. Dat was een melomaan pur sang, een jazzkenner zonder weerga. Toen ik de eerste keer bij hem binnenkwam, stond ik paf: een muur vol met alle platen van alles van jazz - of toch bijna alles. Nachten en nachten hebben we samen doorgebracht, luisterend naar muziek. Vooral freejazz en zo, maar ook wereldmuziek en hedendaags klassiek. Zeg maar dat André Dael altijd mijn bron is geweest van input van andere soorten muziek."

In die periode is Walter Hus ook begonnen met zijn geïmproviseerde muziek, én Peter Vermeersch verscheen opnieuw ten tonele. Vermeersch sleurde zijn boezemvriend mee in de broeierige Brusselse kunstscene van de jaren 1980. Rosas, Jan Lauwers en zijn Needcompany, Gorik Lindemans, Josse De Pauw e tutti quanti. "Ons steentje daarin was Maximalist! Mijn partners in crime waren Thierry De Mey, Peter Vermeersch, Eric Sleichim, Dirk Descheemaeker, Jean-Paul Dessy. Tegendraadse musici uit rock, jazz, avant-garde en klassieke muziek, allemaal mensen die later echte persoonlijkheden zijn geworden. We gingen mee in de slipstream van de hele dans- en theaterbeweging uit Vlaanderen in Brussel. Overal waar Needcompany of Rosas speelde, kwamen wij later ook wel terecht. Een fantastische tijd. The king of the world waren we, er hing een atmosfeer, een elektriciteit in de lucht rond die creaties die nergens mee te vergelijken valt. Maar ook aan fantastische tijden komt een einde, en nadien ben ik een beetje meer de individualist geworden en heb ik me gelanceerd als componist. Daarbij heeft het Kaaitheater een grote rol gespeeld, met heel veel dank aan Hugo De Greef."

Decap-orgels
Hus doet zijn verhaal in zijn studio bij Nahman, een Brussels bureau voor gebruikersgericht ontwerp van digitale producten. "Prachtig dat die mensen me nu al jaren deze veilige cocon ter beschikking stellen om mijn ding te doen."

In de halfdonkere ruimte vallen me computerschermen op, orgelpijpen, een percussiestel en een accordeon met klavier. "Rond de eeuwwisseling heb ik kennisgemaakt met de instrumenten van de gebroeders Decap in Herentals, wereldwijd befaamd om hun orgels. Hun instrumenten, die oorspronkelijk met ponskaarten werkten, hebben ze met de jaren computergestuurd gemaakt, en zo hebben ze een totaal moduleerbaar instrument gecreëerd, vooral door de luchtdrukcontrole. Geloof me, het is een onvoorstelbaar geperfectioneerd mechanisme. Het klikte meteen toen ik Tony Decap ontmoette, en ondertussen zijn we goede vrienden geworden."

"Ik heb ook het voorrecht gehad er ter plekke te werken toen ze een orgel bouwden in opdracht van het Ro Theater uit Rotterdam, voor de productie van een van mijn opera's op teksten van Jan Decorte. Daar heb ik me er rekenschap van gegeven dat de instrumenten enorm veel mogelijkheden boden. Dat ik muziek kon maken die vertrok van dat orgel, was een totaal nieuw concept voor mij. Nog nooit had ik muziek zo bekeken, ik werd verliefd. Ik heb van hen nu een hele reeks instrumenten in gebruik, waarmee ik een eigen muzieklijn kan ontwikkelen, parallel aan mijn andere composities."

Verliefd, dat was Hus ook van bij zijn eerste kennismaking met Brussel. "In die stad komen als jonge mens die nog alles moet ontdekken... BOEM! Dat was alles, echt alles. De energie, de vrijheid, het nachtleven, de voortdurende ontmoetingen - inspirerend, professioneel interessant -, de liefde in overvloed."
"Brussel beleven blijft tot op de dag van vandaag een actief plezier. Op momenten dat ik zo'n beetje in een dipje zit, zoals ieder van ons wel eens overkomt, dan is het voor mij voldoende om de tram te nemen om te kunnen zeggen: 'Wow, toch geweldig om in zo'n stad te kunnen zijn!' Die energie, al die mensen van al die nationaliteiten."

"Ik heb hier ook de liefde van mijn leven gevonden: Marie, die van Frans-Vietnamese afkomst is en die net als ik vanaf dag één betoverd was door Brussel. Ze woonde in Parijs, had daar een beroepsleven, was even op bezoek. Toen ze rondwandelde in de buurt van de abdij van Ter Kameren, besloot ze te blijven en fotografie te gaan studeren. Enkele jaren later zijn we elkaar tegenkomen en viel voor mij alles op zijn plaats. Uiteindelijk hebben we ook samen een huis gekocht, zodat de verankering in Brussel nog groter is geworden. En over die verankering zul je onze zonen, Samy Lou van twintig en Jacob van dertien, niet horen klagen!"

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni