VUB: ‘Elektrische wagens wel milieuvriendelijker’

Een recente studie waaruit moest blijken dat elektrische voertuigen evenveel stof uitstoten als benzinewagens is fout. Dat zegt een werkgroep van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). “Elektrische voertuigen stoten vier keer minder fijn stof uit dan benzine auto’s.”

Een middelgrote elektrische wagen stoot nauwelijks minder fijn stof uit dan een kleine moderne benzinewagen, concludeerde het onderzoek Transport & Mobility, een spin-off van de KU Leuven. Zij namen daarbij de niet-uitlaatemmissies, zoals slijtage van banden en remmen in rekening. Die zouden groter zijn bij de zwaardere elektrische voertuigen.

Klopt niet, aldus de Mobility, Logistics and Automotive Technology Research Group (MOBI) van de VUB, die de studie onder de loep nam. “Niet alleen werden verkeerde cijfers gebruikt, maar deze zijn ook niet gebaseerd op een juiste wetenschappelijke methode”, klinkt het.

Volgens de VUB moet voor de impact van een voertuig naar de hele levenscyclus worden gekeken. Bij benzine moet ook de kost van de olieraffinage worden meegerekend. “Indien men de uitlaatpijpemissies en de emissies van olieraffinage van benzine voertuigen vergelijkt met de emissies voor de productie van elektriciteit voor elektrische voertuigen, dan stoten elektrische voertuigen vier keer minder fijn stof uit dan benzine voertuigen”, aldus MOBI, dat zich daarvoor baseert op eigen onderzoek.

De slijtage van de remmen is bij elektrische wagens ook net kleiner omdat zij gebruik maken van een systeem om uit de remmen energie te recupereren.

Komt daarbij dat wagens die rijden op fossiele brandstoffen ook andere schadelijke gassen uitstoten en dat de ontginning daarvan steeds moeilijker wordt. Men zal meer en meer gebruik moeten maken van aardoliewinning uit teerzand en schaliegas”, klinkt het. “Deze ontginning heeft een veel grotere milieu-impact dan de conventionele ontginning van aardolie. Daarentegen wordt elektriciteitsproductie properder door de toename van hernieuwbare energiebronnen als windturbines en zonnecellen.”