Nel en Irena Vanackere Drogisterie de la Barriere c Saskia Vanderstichele

Voor twee generaties begint het leven in Sint-Gillis

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
10/12/2014

Toen Irena Vanacker in 1986 de deur van haar drogisterij achter zich dichttrok, verkeerde Sint-Gillis in een neerwaartse spiraal. Anno 2014 heeft haar kleindochter Nel Coussement haar eerste eigen stek in dezelfde buurt, maar nu hypet de gemeente. Brussel tussen Waregem en Hasselt.

IRENA VANACKER (90) en haar dochter Marianne staan ons op te wachten achter het kamerbrede raam van haar landelijke woning. Als blijkt dat zowel Irena, fotografe Saskia en ondergetekende alledrie West-Vlaamse roots hebben, is het ijs gebroken. We beginnen spontaan West-Vlaams te spreken tot kleindochter Nel Coussement ons tot de orde roept en ze aan haar grootmoeder vraagt om Brussels te spreken. Nel is een van de zeventien kleinkinderen van Irena, ondertussen zijn er ook acht achterkleinkinderen.

“Kijk,” zegt Irena, “dit is een foto van mijn kleinkinderen.” Maar vooraleer te luisteren naar het levensverhaal van Irena en Nel, wil de fotografe een van de vele potten zien die Irena en haar man zaliger Marcel na het stopzetten van de Droguesterie de la Barrière mee verhuisd hebben. Pâte de lassar staat er op een mooie, porseleinen pot. “Deze hebben we geërfd van een oom van mijn man die zich in 1926 als dokter geïnstalleerd had, hij is ermee opgehouden toen de btw werd ingevoerd. Toen hij zijn praktijk had, bereidden de dokters ook nog geneesmiddelen voor hun patiënten.”

Irena is afkomstig uit Hemelgem bij Izegem, Marcel was van Waregem. “Mijn man was een knappe kop, hij heeft in Waregem oude humaniora gestudeerd en daarna chemie in Brussel. Zijn stage heeft hij gedaan in de drogisterij Le Lion in de Lakensestraat, die nog altijd bestaat. Na zijn studies doorkruiste hij Brussel met de tram op zoek naar een drogisterij die hij kon overnemen. Hij is op een leegstaande drogisterij gestoten aan de Waterloosesteenweg. Hij heeft heel even gewerkt bij de Nationale Codex. Irena. “Mijn man is in 1953 begonnen, twee jaar later zijn we getrouwd en ben ook ik naar Brussel gekomen. We hebben elkaar leren kennen in Bellegem op het trouwfeest van een neef van mijn man met een nicht van mij.” Irena wou eerst niet naar Brussel verhuizen: “Ik dacht, onbekend is onbemind, maar na dertig jaar, toen we de boeken dichtdeden was ik zeer gehecht aan mijn klanten en mijn werk.”

Irena ziet er ongelooflijk fit uit voor haar leeftijd: “We hebben altijd gezond geleefd. Mijn man was een groot liefhebber van planten, in de drogisterij hadden we producten op basis van 200 tot 300 planten. Dat inzicht is maar gaandeweg gekomen. Tot de Tweede Wereldoorlog was alles bio, na de oorlog zijn de industriële meststoffen, kleurstoffen en additieven gekomen. Ook mijn man dacht eerst dat dit vooruitgang heette, maar later kwam het besef dat industriële vooruitgang niet samengaat met gezondheidsvooruitgang.”

Lange dagen
De drogisterij was open van acht uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds, op zondag trok het gezin met de tram naar het Zoniënwoud. Marianne diept een foto op van het gezin in het Zoniënwoud, haar man zit tegen een boom facturen te controleren. Irena: “Eerst gingen we met de tram, later kochten we een auto, een Daf’ke. Mijn man heeft nooit vakantie genomen, later stuurde hij me wel met de vier kinderen – onder wie de vader van Nel – tien dagen naar zee. Toen we thuiskwamen liet hij me iedere keer opnieuw zien hoe groot de omzet was tijdens onze afwezigheid. Hij zei altijd: ‘Ik kan geen vakantie nemen tijdens de zomer, het is net dan dat mensen hun huizen schilderen’.”

Een gezonde stiel was het niet, zegt Irena, en toch is haar man nooit ziek geweest. Er was geen tijd om ziek te zijn. Een drogisterij zag er toen helemaal anders uit dan vandaag. Chemische producten werden in dame-jeannes of vaten van 200 liter geleverd. Iedere ochtend werden er flessen gevuld en naar de winkel gebracht. Dat betekende in aanraking komen met veel dampen. Een grote drogisterij bestond uit vijf afdelingen: onderhoudsproducten, chemische producten, schoonheidsproducten, kruiden en verf. Irena: “Dat het assortiment zo verscheiden was had ook te maken met de wet op de grote magazijnen die toen heel streng was, brico’s bijvoorbeeld konden niet. We verkochten ook verf aan professionals.”

Omdat Irena en haar gezin zichzelf verzorgden met planten, konden ze die ook geloofwaardig aanprijzen. Het was een service aan hun klanten om de klanten kennis te laten maken met verschillende theesoorten, die later in de dieetwinkels zouden aangeprezen worden. Een specialiteit van het huis was zelfgemaakte boenwas en handencrème, die gekend was tot in het buitenland. Irena: “Brussel had heel hard water in die tijd, de huisvrouwen kregen ruwe handen van de afwas. Die crème maison was een uitstekende remedie. Onze klanten stuurden ze op naar hun kennissen in het buitenland.”

Franstalig
Sint-Gillis was in die tijd al voor 90 procent Franstalig. In de winkel werd er Frans gesproken, ook door Vlamingen. Irena: “Als ik hoorde dat de mensen hun woorden niet vonden in het Frans, liet ik diplomatisch een woordje Nederlands vallen. Ze schakelden dan opgelucht op hun moedertaal over. Ik heb er altijd voor gezorgd dat de kinderen de twee talen leerden, maar ze zijn in het Nederlands naar school geweest, er zaten destijds drie studiejaren in één klas. ’s Morgens bracht ik de kinderen naar school, ’s avonds zorgden de zusters of de meester ervoor dat ze veilig de barrière overstaken.

Hoe graag Irena ook in Sint-Gillis gewoond heeft, ze houdt er ambiguë herinneringen aan over. Begin jaren 1980 ging de gemeenten er erg op achteruit, de onveiligheid nam toe en de put werd gegraven waar nu het metrostation Horta is. Haar klanten moesten parkeerplaatsen zoeken tot aan het park van Vorst. Irena is maar een paar keer terug geweest, haar kleindochter heeft haar alvast uitgenodigd om eens op bezoek te komen. Dat is gepland voor volgend jaar.

NEL COUSSEMENT (26) – dochter van Irena’s zoon – groeide op in Aalst en in Hasselt. Ze studeerde voor kleuterleidster maar vond geen werk in Limburg. Om niet werkloos te blijven nam ze een interim aan bij de Voorzienigheid in Sint-Lambrechts-Woluwe, daarna volgden twee jaar Sint-Joost-aan-Zee, en nu Klavertje Vier in de Noordwijk. “Dankzij Brussel ben ik al altijd aan het werk geweest, terwijl kleuterleidsters in Limburg moeten schrapen om wat dagen bij elkaar te krijgen.”

Aanvankelijk ging Nel ieder weekeinde naar Hasselt, maar de woensdagnamiddagen in de Beursschouwburg hebben haar leren kennis maken met het Brusselse aanbod. Ze begon met af en toe een weekendje te blijven, maar het gevoel was dubbel. Toen ze interims deed had ze een kamer in het internaat De Tuinen in Ganshoren. Nel: “Ik was dankbaar dat ik er tijdelijk een kamer kon huren, maar het lawaai van de kinderen – als je al een hele dag met kinderen bezig bent – was lastig. Bovendien was ik er tijdens de weekends alleen, ik moest dertig meter stappen naar de douche. Maar toch is mijn gevoel dubbel: ik vond het heerlijk om te joggen in het Elisabethpark.”

Nels grootvader ontdekte in 1953 zijn drogisterij toen hij met de tram Brussel doorkruiste, grootvader en grootmoeder gingen in 1986 weg toen het niet zo goed ging met Sint-Gillis. Haar kleindochter komt er aan als het veel beter gaat, de gemeente van Charles Picqué hypet. Nel heeft haar appartementje gevonden na een zoektocht op Immoweb. Een stuk handiger, maar toeval speelt evenzeer een rol, toch als je een betaalbaar appartementje op de kop wil tikken. Of ze altijd in Brussel blijft: “Zeker de eerste jaren, het totaalpakket wonen en werken staat me zeer aan, ik doe ook vrijwilligerswerk en Kung Fu in De Pianofabriek. Maar ik snap evengoed dat er mensen zijn die niet (meer) tegen de stress van het stadsleven kunnen. Misschien verlang ik ook ooit naar een optrekje in het groen. Maar dat zien we dan wel.”

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis, Samenleving, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni