Familie Goddeau Sint-Jans Molenbeek 2

Vlaams-Brussels gezin in Molenbeek: 'Huizen controleren had eerder moeten gebeuren'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
25/11/2015

De Vlaams-Brusselse familie Goddeau-Collard woont al meer dan twintig jaar in het hart van het oude Molenbeek, langs vaders kant zelfs al drie generaties lang. Ze zagen de oude Brusselaars verdwijnen, net zoals de Italianen en de Spanjaarden, en de Marokkanen komen. “We hadden misschien wat minder tolerant moeten zijn.”

A fspraak in een zijstraat van de Delaunoystraat waar enkele dagen voordien nog naar jihadisten werd gezocht. Zelfde huisnummer, andere straat, andere constellatie. Geen jihadisten maar een Vlaams-Brussels gezin met een hart voor Molenbeek. De straat ziet er erg netjes uit, met burgerhuizen. Niet het armtierige Molenbeek dat je verwacht. “De straat is nog maar net heraangelegd. Het heeft wel anderhalf jaar geduurd,” zegt David Goddeau laconiek.

Niet dat je Goddeau, die er met zijn vrouw en drie kinderen woont, op enige verzuring kan betrappen. De familie woont er graag. En David kent de buurt als geen ander. Hij groeide er op. Het gezin woont in het grootouderlijk huis.

Slagersfamilie
Grootvader Goddeau verhuisde van Lennik naar Molenbeek toen hij 25 was. De vader van David woont nog altijd een beetje verder in de straat. Drie generaties lang Vlaamse Molenbekenaren. “We hadden hier een slagerij. Die hebben we in de jaren 1990 gesloten,” zegt David, “toen het minder ging met het cliënteel. Let op: in de goeie tijden waren hier wel dertig Belgische slagerijen in de buurt. Onlangs is de laatste gesloten.”

Over de teloorgang van de slagersstiel in Molenbeek kan David lang vertellen. “Mijn vader kocht nog levend vee aan de Abattoir. Hij zocht de beesten uit: runderen, varkens, schapen, kippen en liet ze dan pas slachten. Zo wist hij goed wat hij in huis haalde.”

Dat de slagerij het moeilijker kreeg had zeker te maken met de veranderende populatie in Molenbeek. Belgen vertrokken, Italianen en Spanjaarden geleidelijk aan ook. Een grote Marokkaanse gemeenschap kwam in de plaats. “Marokkanen kwamen bij ons in de slagerij niet over de vloer.”

Maar dat is zéker niet de enige reden dat slagers het steeds moeilijker kregen, zegt David. “Het vlees is in twintig, dertig jaar niet duurder geworden. Een kip kostte vroeger 120 frank. Vandaag is dat nog altijd drie euro. We verkochten americain aan restaurants aan 400 frank. Vandaag kost dat nog steeds 10 euro. Alle andere kosten zijn enorm de hoogte in gegaan.”

Daarnaast eten mensen ook minder vlees, gaan ze sneller naar de supermarkt of eten ze in het bedrijfsrestaurant. “Het deed wel pijn voor mijn vader om de slagerij te sluiten. Hij heeft de winkel intact gelaten, zoals op het moment van de sluiting.”

Taxi Vert
David Goddeau erkent dat de gemeente een geweldige transformatie heeft ondergaan. Van toen hij er zelf nog als kind op straat speelde tot vandaag.

“Molenbeek was een industriële gemeente. Hier in de buurt was de brouwerij van Bellevue. Het was een en al bedrijvigheid. Daarnaast had Taxi Vert hier zijn dispatching-center. Dat waren driehonderd taxi’s die binnen- en buitenreden. Daarnaast lag de invoerder van British Leyland (Austin, Jaguar, Rover) met een grote showroom. Dat is allemaal verdwenen.”

“Er is dan een hele periode van leegstand gekomen. De Marokkaanse gemeenschap vond hier een plek. Er kwamen moskeeën in de plaats. En vandaag zien we in de loften jonge Vlamingen en Europeanen komen.”

Chineesjes
David Goddeau koos, net zoals zijn vader, resoluut voor de stad, tegen de stroom in. Geen stadsvlucht. Hij en zijn vrouw zien veel voordelen. Geen fileleed, op een boogscheut van de Grote Markt. En als ze echt uit de stad willen, kan dat nog altijd in de vrije tijd. Dan gaan ze zeilen, vanuit de haven van Breskens. Naar Frankrijk, naar Engeland.

Maar tegen de vooroordelen moeten ze altijd vechten. “Molenbeek is veel meer dan het Marokkaanse getto dat er nu van gemaakt wordt,” zegt David. “Je kan in Molenbeek koeien zien grazen. Er zijn villa’s én krotten, rijke én arme mensen.”

Bovendien is de wijk van Oud-Molenbeek in voortdurende verandering. Zo heeft de komst van het Meiningerhotel, in de oude mouterij van brouwerij Bellevue, de buurt een enorme boost gegeven. “Als je plots Chineesjes met hun valiesjes ziet rondwandelen, dan voel je: er is terug leven in de wijk,” zegt David. “Terwijl je er vroeger ‘s avonds niet durfde te passeren,” voegt zijn vrouw Anne Collard er aan toe.

Maar de vooroordelen spelen ook op een ander vlak. Anne: “Ik voel sowieso een kloof ontstaan tussen Vlaanderen, waar ik werk, en Brussel, waar ik woon. Vlamingen scheren alle Marokkanen over één kam. Maar wij zien onze buren bijvoorbeeld niet als Marokkanen. We hebben ze zien opgroeien, zien trouwen, we kennen hun namen. Leg dat maar eens uit in de groene Rand rond Brussel.”

“Je ziet Marokkaanse gezinnen die het beste voor hebben met hun kinderen. Die ze buiten de gemeente naar school sturen. Je kan soms bijna voorspellen of de kinderen het zullen maken. Andere laten hun kinderen buitenspelen tot diep in de nacht, terwijl de vaders tijdens de Ramadan in de moskees zitten bidden. Het risico dat ze dan slechte vrienden ontmoeten is natuurlijk een pak groter,” zegt Anne.

Rode neus
Voor veel Vlaamse Brusselaars komen sociale contacten makkelijk via de school. Maar voor de familie Goddeau-Collard was dat anders. “Wij waren een beetje als een vooruitgeschoven post. In de tijd dat onze kinderen schoolliepen waren er geen Nederlandstaligen in de buurt. Vandaag is dat anders. Als je kind dan in een school zit met alleen anderstalige moslims, dan zit je toch met vragen,” zegt Anne.

David: “Een keer kwam onze zoon met een rode neus terug naar huis. Dat was de straf die je er kreeg als je Frans sprak. Onze zoon, een échte Nederlandstalige, werd daarvoor gestraft.”

Anne: “Toen mijn zonen Frans begonnen te spreken onder elkaar, dachten we: dit is toch niet de bedoeling. En toen hebben besloten om ze naar een school in de Rand te sturen. Let op: we zijn geen flamingant. Want wie flamingant is in Brussel houdt het hier toch niet uit (lacht).”

Niet bruskeren

Familie Goddeau Sint Jans-Molenbeek
Over voormalig burgemeester Philippe Moureaux (PS) kunnen ze kort zijn. Hij heeft lang een situatie van wetteloosheid toegestaan in de buurt. Vanuit de idee: we gaan de bevolking vooral niet bruuskeren. Politie kwam er nauwelijks in de buurt, er was geen controle op wat er in de buurt gebeurde. Anne: “Er was een grote Marokkaanse feestzaal zonder vergunning in de straat. Die is twee jaar illegaal opengebleven, met alle overlast van dien. Tegen sluikstorten werd niet opgetreden. Camera’s waren taboe. Er werden gebouwen neergezet op de binnenplaatsen zonder vergunningen. Die werden dan nadien geregulariseerd.”

“In het huis naast ons woonden vijf gezinnen, terwijl het een eengezinswoning is in slechte staat. Het was dan ook niet te verwonderen dat er eens brand uitbrak. Daarom is het goed als Jambon zegt dat alle domicilies gecontroleerd moeten worden. Dat had al veel eerder moeten gebeuren.”

David: “Het heeft ook met de typische bebouwing te maken van Oud-Molenbeek. Achter heel wat huizen zijn er vaak nog loodsen of panden. Een gevolg van de industriële roeping die dit deel van Molenbeek ooit had. Daar worden dan moskees ingericht. Maar dat zie je niet van buitenaf.”

Anne: “Ik heb Moureaux meegemaakt op wijkvergaderingen. Dat is een figuur die geen tegenspraak duldt. Hij is incontournable. Hij spreekt goed. Hij straalt autoriteit uit. Maar als je er iets tegen inbracht was je flamingant, of extremist. Dat is op het einde van zijn bestuursperiode wel wat veranderd.”

“Het is wel jammer dat de Marokkaanse gemeenschap die zich soms ook ergert zelf niet in opstand komt. Ze komen dan bij mij om de boodschap aan de gemeente door te geven. Of ze doen het anoniem.”

Met de nieuwe burgemeester Françoise Schepmans (MR) ziet het Vlaams-Brusselse gezin een verbetering. Anne: “Er wordt nu wél opgetreden tegen sluikstorten. Winkels moeten nu wél hun sluitingsuur respecteren. Al horen we dat Schepmans het niet makkelijk heeft om het tij te keren omdat de PS zijn mannetjes heeft gepositioneerd op sleutelposten binnen de gemeenteadministratie.”

De conservatieve islam neemt de laatste jaren toe, zeggen Anne en David. Er zijn de laatste tijd meer mannen met baarden en zwaar gesluierde vrouwen bij gekomen, zegt Anne. Maar dan nog is niet wat het lijkt. “Ik zie hier vrouwen gesluierd rondlopen. Kom ik ze in Dilbeek tegen, dan lopen ze met de haren los.”

“Misschien zijn we iets te braaf geweest. Iets te tolerant. En hadden we Moureaux sneller moeten wijzen op de problemen. Als vrouw werd je nagefloten, kreeg je schunnige opmerkingen. Op den duur sloeg je er geen acht meer op. De reportage Femme de La Rue heeft ook ons met de neus de feiten gedrukt. Maar we lieten betijen, omdat we anders weer voor racist gingen worden uitgemaakt.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni