Jos Chabert archief BDW

Uitgelicht: Jos Chabert, 24-urenpoliticus

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
16/04/2014

Hij ging het Brussels model uitleggen in Sarajevo en Jeruzalem en hij slaagde erin om – tegen het voornemen van de Franstaligen in Anderlecht in – een metrostation te noemen naar zijn grote held Eddy Merckx. Jos Chabert (1933-2014) ademde politiek. Een 24-urenpoliticus is niet meer.

C habert ging met zijn tijd mee, maar enige nostalgie was hem toch niet vreemd. Als Brussels gewestminister (1989-2004) voelde hij zich in zijn sas, maar de straffe verhalen die hij graag opdiepte dateerden van zijn tijd in de toen nog nationale regering. Hoe die regering, met Chabert als minister van Openbare Werken en Verkeer, in één ministerraad voor 30 miljard frank treinen, boten en vliegtuigen bestelde. Het waren de jaren 1970. En iedere keer dat hij die memorabele ministerraad aanhaalde, besloot hij met: “Dat waren nog eens tijden.” Chabert was een meester in het vermengen van sérieux en luim, en ten behoeve van journalisten goot de advocaat-politicus er te gepasten tijde nog een scheut zelfrelativering bovenop. “Mijn vader zei altijd: ‘Als ge niets kunt, dan kunt ge nog altijd advocaat worden. En als zelfs dat niet lukt, kunt ge nog altijd in de politiek gaan.’”

Jos Chabert is 40 jaar parlementair geweest, waarvan 25 jaar minister. Als vijftiger kreeg hij een geweldige kans toegestopt: hij kon als minister meewerken aan de opstart van het Brussels Gewest. Toen hij in Brussel arriveerde, kwam hij terug uit ‘ballingschap’ van Japan – zijn partij had hem ernaartoe gestuurd als regeringscommissaris voor de Wereldtentoonstelling.

Het werd een ongemeen boeiende periode in de Brusselse politiek. Heel de wetgeving moest geschreven worden, het was van nul af aan beginnen. Om communautair opbod te vermijden had minister-president Charles Picqué (PS) ook de VU en het FDF in de regering opgenomen. Het communautaire was Chabert zijn ding niet: “Ge zijt zoveel keren mens als ge talen kent,” was een van zijn gevleugelde uitspraken. Zijn lauw communautair profiel zorgde ervoor dat hij ook geliefd was bij Franstaligen, maar dat leidde wel af en toe tot wrijvingen met zijn collegae-ministers Rufin Grijp (SP) en Vic Anciaux (VU). Zelfs de groene Dolf Cauwelier vond bij tijd en wijle dat Chabert niet ‘Vlaams’ genoeg was.

Chabert haatte het als er weer eens geschreven werd over een communautaire crisis. Schreven journalisten dat het slechts een crisette was, dan deed hem dat veel plezier, zoals ondergetekende ooit mocht meemaken.

Chabert herleiden tot anekdotes zou de ambitieuze politicus onrecht aandoen. Chabert was ook de man van de snelheidsbeperkingen, de autogordel en de kindjes op de achterbank. Chabert kreeg het erdoor, in tijden dat snelheidsduivels nog graag gezien waren. Vooruitzien was de man niet vreemd. Tot wanhoop van zijn woordvoerder zei hij ooit na een interview: “Als ik nu jong was en politieke ambities had, ging ik misschien wel bij Agalev (voorloper van Groen, dv).”

Chabert was de man van de consensus en haatte extremismen, alle extremismen. Toen het Vlaams Blok op z’n hoogtepunt was en de Brusselse politieke klasse bang was dat de extreemrechtse partij de instellingen zou blokkeren, trok hij alle registers open om het Vlaams Blok te counteren.

Stemmentrekker Chabert was ook een man van de partij en van de zuil. Hij stond zeer dicht bij Charles Picqué – hij lanceerde volgens politieke tegenstanders zelf ‘de tandem Picqué-Chabert’ – maar toen de katholieke ziekenhuizen hun ongenoegen uitten over extra geld voor de redding van de openbare ziekenhuizen trok Chabert samen met Jean-Louis Thys (PSC) voluit de kaart van de katholieke ziekenhuizen.

De ministeriële carrière van Chabert eindigde omdat er langs Nederlandstalige kant in de regering een vrouw moest zitten. Ironisch genoeg volgde de Vlaamsgezinde Brigitte Grouwels hem op.

Staatsbegrafenis
Hij kreeg als troost het eerste ondervoorzitterschap van het Brussels parlement. Chabert was zo vergroeid met de macht en alles wat erbij hoort dat hij met tegenzin afscheid moest nemen. Hij kreeg nog een tweede troostprijs dankzij Open VLD: een verlengd verblijf in het Comité van de Regio’s. De laatste jaren deemsterde Chabert weg. Hij is er 81 geworden.

Met Chabert verdwijnt een van de bouwheren van de Brusselse instellingen, instellingen waarin hij zodanig geloofde dat hij zijn geloof ging uitdragen tot in die andere verdeelde steden als Jeruzalem en Sarajevo.

Chabert krijgt op 22 april een staatsbegrafenis in de Sint-Michielskathedraal. De familie vraagt de media om buiten de katheraal te blijven. De man die als geen ander wist hoe hij in beeld moest komen, moet het op zijn begrafenis stellen zonder fotografen en cameralui.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni