Asielzoekers Maximilaanpark 4

Tentenkamp Maximiliaanpark: 'Vluchten is een zaak van leven of dood'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
02/09/2015

De Dienst Vreemdelingenzaken kan al weken de toevloed van vluchtelingen niet aan. Voor de asielzoekers zit er vaak niets anders op dan in het Maximiliaanpark te overnachten, met of zonder tent. “Nergens hebben we het al beter gehad sinds onze vlucht dan in dit park.”

H et blijft een vreemd vertoon. Een van de weinige plekken groen tussen het kantoorgeweld van de Noordwijk is nu de tijdelijke woonplaats van honderden vluchtelingen. Ze hebben er tenten opgeslagen, spelen er een partijtje voetbal. Vluchtelingenorganisaties delen voedselpakketten en eten zoals vers gesneden fruit, soep, chips en brood uit.

Vrijwilligers van Vluchtelingenwerk en van het Rode Kruis proberen het hen zo comfortabel mogelijk te maken. Brusselaars komen onder meer matrassen en dekens brengen.

Mensonterend
Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Cire vinden dat de overheid dringend moet ingrijpen, omdat de vluchtelingen in het park in een mensonterende situatie leven. Zonder water of sanitair. Maar de vluchtelingen zelf lijken daar niet zo onder te lijden. Zij zijn weliswaar moe en uitgeput, maar voor hen is het Maximiliaanpark een belangrijk eindpunt in een lange reis. Dan kan het nachtje onder de blote hemel er nog wel bij. Ze hebben de laatste weken en maanden meestal erger meegemaakt.
We spreken met Ahmed die uit Irak is gevlucht. Hij is soldaat, gedeserteerd uit het leger. Waarom? “Als ik niet deed wat mijn oversten me vroegen, werd ik gemarteld,” zegt hij. Vluchten was de enige optie. Hij wist niet waar hij zou uitkomen. Laat staan dat hij voor België gekozen heeft. “Ik ben simpelweg de stroom vluchtelingen gevolgd, maar ik weet intussen wel dat België een goede naam heeft. Als de mensen hier menselijk zijn, wil ik hier blijven.”

Gevaarlijke situaties heeft hij genoeg gezien: in de gebieden waar IS aan de macht is, maar ook in Hongarije waar zijn hele hebben en houden door de lokale georganiseerde misdaad is gestolen.

Water hozen
Mohammed is Somaliër. Hij heeft een gezin met twee jonge kinderen. Die heeft hij achtergelaten voor een risicovolle tocht naar Europa. “Mijn oom heeft alles geregeld van Somalië tot Italië, daarna heb ik andere smokkelaars aangesproken. Vooral de voettocht door de woestijn zonder water was hard. In Libië moest ik de boot nemen. Ik wist wel dat ik het met mijn leven zou kunnen bekopen, maar op zo’n moment bid je, en denk je: in Somalië blijven betekent een gewisse dood, dus waag ik het er maar op.”

“We hebben acht uur op de boot gezeten. Op het einde moesten we water hozen. Het werd stormachtig. Daarna zijn we opgepikt door een militaire boot. En nu ben ik hier. Ik ben al drie maanden onderweg.”

“Ik heb wel gestudeerd, maar was in Somalië taxichauffeur. Ik hoop dat ik met een degelijke opleiding hier aan de slag kan met mijn handen. En dan wil ik graag dat mijn vrouw en kinderen zo snel mogelijk naar België komen.”

Daniel Alliët, priester van de Begijnhofwijk, tekent ook present. Hij komt poolshoogte nemen. Alliët neemt het al jaren op voor vluchtelingen en mensen zonder papieren. “Dit soort tentenkampen hebben we al meegemaakt. In 2000 en in 2013. Wat me vandaag stoort, is de houding van de federale regering: we mogen vooral niet de indruk wekken dat de vluchtelingen het hier goed zullen hebben. Terwijl er juist gewerkt moet worden aan structurele oplossingen. We weten dat ze zullen komen. Het aantal vluchtelingen dat we dit jaar zullen opvangen is peanuts vergeleken bij het aantal Vlaamse vluchtelingen in WO I en op het einde van de negentiende eeuw. Laten we dat niet vergeten.”

Hij laakt ook de houding van de stad Brussel. Burgemeester Yvan Mayeur (PS) is in geen velden te bespeuren. Alliët: “Maar misschien hadden we dat wel kunnen weten. Voor hij burgemeester werd, heeft hij al opgeroepen om het Klein Kasteeltje te sluiten. Hij is de vluchtelingen op zijn grondgebied liever kwijt dan rijk.”

We ontmoeten twee Syriërs waarvan één er grieperig uitziet. Hij zoekt een dokter, maar de ngo Dokters van de Wereld is op dat moment al vertrokken.

Mohib komt uit Deir el-Zur, een enclave van het Syrische regime pal in de Islamitische Staat. Hij is een computeringenieur van rond de 25, spreekt een mondje Engels, lijkt uit de gegoede middenklasse te komen. Hij wil een toekomst opbouwen in België, spreekt over de brutaliteit van de Servische politie en de Hongaarse overheid, en de wreedheden van Islamitische Staat.

Ali, de zieke Syriër, komt uit Idlib, een stad waar het Syrische leger en de rebellen om aan het vechten zijn. Hij toont op zijn smartphone van Samsung zijn twee jonge kinderen. “Ze zijn in het maquis gevlucht voor de bommen,” zegt hij. Vervolgens toont hij een foto van de buurt waar hij woonde. Platgebombardeerd.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni