Stefan Janssens
© Gabiella Ebedo

Stefan Janssens, skicrosser uit Brussel

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
11/02/2015

Geen bergen, niet genoeg expertise, weinig ondersteuning… Het is geen sinecure om door te breken als Belgische wintersporter. Stefan Janssens (23) doet het ook nog eens in een discipline die hier amper gekend is: skicross. Hij combineert zijn studies aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) met zoveel mogelijk trainingen in de bergen, maar dat kost geld. Veel geld.

“Ik zat naar de Olympische Winterspelen van Vancouver (2010) te kijken toen ik de click maakte,” vertelt Janssens. “Ik kende skicross wel, maar toen ik het daar live zag, was ik meteen verkocht. Mijn ski’s werden terug van stal gehaald en ik smeet me in een nieuw avontuur. Ik was meer volwassen geworden dan bij mijn eerste poging op de sneeuw. Deze keer kon ik wel omgaan met druk.”

Dat eerste avontuur beleefde Janssens bij skiclub Aspen in Wilrijk. Met een verbeten wintersporter als vader was het logisch dat hij zich thuis voelde op de sneeuw, al was het geen onverdeeld succes. Stefan hield niet van competitie – hij kon moeilijk omgaan met verlies – en besloot over te schakelen naar ijshockey.

“Ik heb met de jeugdploegen van de Leuven Chiefs twee Belgische titels behaald, maar ook daar ben ik mee gestopt. Ik wou iets anders en vond uiteindelijk skicross. Actiesporten hebben me altijd aangetrokken. Ik doe bijvoorbeeld graag aan freestyle, maar denk er te veel bij na. Skicross is een goede mix van adrenaline en freestyle, en is toch gecontroleerd.”

“Ik hou ook wel van alpineskiën, maar de competitie is zeer passief. Op een wedstrijddag daal je twee keer de berg af en moet je verder gewoon wachten. Bij skicross ben je heel de dag bezig.”

Skicross wordt beoefend op een circuit waarin bochten, bulten en schansen elkaar afwisselen. Het wordt wel eens vergeleken met een BMX of motorcrosscircuit in de sneeuw. Door de hoge snelheid en de techniciteit van het parcours gebeurt het weleens dat er gebotst wordt, al is duwen niet toegelaten. “Het gaat snel, de kleinste verkeerde beweging of oponthoud kan gevolgen hebben. In competitie gaan altijd wel een paar skiërs tegen de vlakte.”

Self-made-skicrosser
Het gebruikte materiaal en de bereiding ervan spelen een grote rol in deze discipline. Het vraagt kennis en de nodige financiële middelen. “Vergelijk het met Formule 1. Je kunt je bochten super goed nemen, maar als je ski’s niet goed gewaxt zijn, dan wordt het veel moeilijker om te winnen. Er doen regelmatig wereldbekerskiërs mee en zelfs al neem ik een snellere start dan hen, op het rechte stuk glijden ze me gewoon voorbij. Dat is niet leuk, maar ze hebben gewoon beter materiaal.”

“Je ski’s zijn niet zomaar twee planken, hé. Ze hebben een bepaalde structuur, gevoeligheden, enzovoort. Doordeweekse ski’s liggen gewoon op de sneeuw, goed gewaxte ski’s zweven precies. Het vraagt ook wel de nodige investeringen. Ik heb een uitstekend waxmiddel, maar dat kost zowat tien euro per run. Je brengt het dus alleen aan als het echt om de knikkers gaat.”

Ook elementen als temperatuur, vochtigheidsgraad en versheid van de sneeuw spelen een rol. Bij een skicrosswedstrijd telt elke seconde, de meeste wedstrijden worden beslist door honderdsten van seconden. Als Janssens twee en een halve seconde achter een wereldbekerskiër eindigt, lijkt het verschil klein. Voor hem is dat veel. Nochtans komt hij van ver.

“Ik was de eerste officiële skicrosser in België. Nu zijn er nog twee andere mannen en een vrouw. Ik kon op niets terugvallen, dus trok ik op eigen houtje naar Zwitserland, waar open wedstrijden worden georganiseerd. Iedereen mag meedoen. Zonder training nam ik deel en ontdekte ik dat ik de juiste keuze had gemaakt.”

“Hoe meer wedstrijden ik skiede, hoe beter het uiteraard ging. Ik heb bijvoorbeeld al in 2011 mijn eerste van drie opeenvolgende Belgische titels behaald. Dat heeft de federatie opgemerkt en een jaar na mijn debuut kreeg ik een licentie. Daardoor mocht ik deelnemen aan wedstrijden van de Internationale Ski Federatie (FIS).”

Stefan Janssens is een self-made-skicrosser. Hij schaafde aan zijn techniek door met zijn ogen te stelen tijdens competities en na te doen wat hij zag. Trainingen alpineskiën werkte hij af met de Flemish Alpine Ski Academy, voor specifieke skicrosstraining moet hij nog steeds rekenen op de toppers.

“Met vijftienduizend euro per jaar kom je maar net toe. Dat is het minimum. Ik heb het geluk gehad dat mijn ouders me financieel steunden. Ondertussen heb ik drie sponsors en dankzij mijn connecties in het milieu kan ik de kosten drukken. Maar ik moet elke euro nog steeds twee keer omdraaien.”

“Een parcours voor skicross blijft nooit liggen, dat is te gevaarlijk voor onervaren skiërs die het zouden willen uitproberen. Het parcours wordt dus een paar dagen voor een competitie gemaakt en ik profiteer van die dagen voor de wedstrijd om er te trainen. Van oktober tot december moet je veel op techniek trainen. In die periode ga ik bijvoorbeeld naar de plaats waar het Zwitsers team traint, zodat ik op het door hun aangelegde parcours kan trainen. Dat is de goedkoopste optie.”

Rare criteria
De topsportstudent zit momenteel midden in zijn seizoen. Tijdens de week pendelt hij tussen Herentals en Brussel, en in de aanloop naar het weekend trekt hij de bergen in. Zweden, Zwitserland, Duitsland; uren en uren brengt hij in de auto door om in die landen zijn passie te kunnen beoefenen. En dat begint stilaan zijn vruchten af te werpen.

“Ik zit nog niet op wereldbekerniveau, op niveau van de Europacup zit ik halverwege. Mijn resultaten zijn bemoedigend, maar foutjes zorgen ervoor dat ik net niet door kan stoten. In Zweden won ik onlangs ei zo na een run voor drie toppers, maar een technisch foutje kostte me de overwinning. Dat ik hen had kunnen kloppen doet wel deugd.”

“Op de Universiades van 2013 beleefde ik een dieptepunt. Er waren wat problemen in mijn familie en door het feit dat er zoveel geïnvesteerd wordt – zowel qua geld als tijd – legde ik me druk op. Ik moest presteren omdat er zoveel werd ingestoken. Sinds die Universiades heb ik de knop omgedraaid.”

Janssens kijkt met vertrouwen maar zonder onrealistische verwachtingen naar de toekomst. Hij droomt ervan om ooit aan de Olympische Winterspelen deel te nemen, maar de volgende editie in Zuid-Korea (2018) komt wellicht te vroeg. “De criteria voor Belgische atleten zijn strenger dan voor sommige andere landen, maar de Olympische Winterspelen zijn wel een ambitie. Een wereldbeker winnen zal zeer moeilijk worden. Prof worden ook, dat is maar enkelen gegeven. Maar dat verandert niets aan mijn drang om te presteren.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni