Pascal Smet
© Bart Dewaele

Smet is terug: ‘Bye bye Brazilië’

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
19/11/2014

Minister van Openbare Werken Pascal Smet (SP.A) is back in town. Of toch niet helemaal. “Ik ben veranderd.” Een interview over zijn periode als minister van Onderwijs, recalcitrante burgemeesters en de kus aan minister Reynders.

M inister Pascal Smet (SP.A) krijgt bij het begin van de legislatuur al meteen een stevig dossier op zijn bord. De komst van Uber veroorzaakt deining in de Brusselse taxisector. De Amerikaanse ‘taxidienst’ houdt zich niet aan de wettelijke voorschriften, stelt zich agressief op en laat zich door geen enkele gerechtelijke stap afschrikken. ‘Honderdvijftig taximannen protesteren bij Pascal Smet’, zo titelde het persagentschap Belga vorige week. “Niets is minder waar,” zegt Smet. “We hadden ze uitgenodigd om mij uit te leggen hoe zij de taxiwet willen hervormen.”

Opent u hiermee niet de doos van Pandora? Er hebben zich al meer ministers stukgebeten op de hervorming van de Brusselse taxisector. De taxichauffeurs zijn een erg onvoorspelbare gesprekspartner.
Pascal Smet: “Ik ken de sector. Mijn contacten zijn goed. Maar er zijn ook problemen en die moeten we aanpakken.”

Wat loopt er mis?
Smet: “Heel wat. Er is een algemeen imagoprobleem van de Brusselse taxi’s, en daarnaast punctuele zaken zoals het weigeren van korte ritten, te dure ritten naar de luchthaven, weigering van creditcards, hotelportiers die commissies vragen, zwartwerk, noem maar op. Maar ik zie ook dat het voor de chauffeurs niet altijd makkelijk is, met de files en de soms lastige klanten.”
“Uitgangspunt is: de klassieke taxisector moet een aanvulling zijn op het openbaar vervoer. Dat wil ook zeggen dat we ze moeten ondersteunen. Vandaar de nieuwe taxiwet die we volgend jaar al willen.”

En ondertussen is Uber gekomen...
Smet: “Klopt. De komst van Uber leeft erg bij de taxichauffeurs. Maar ik heb hen ook gezegd dat Uber de sympathie heeft van het publiek. Niet alleen wegens de voordelige prijs, maar ook wegens de deeleconomie waar het toe behoort. Dat is een sector die niet tegen te houden valt. Kijk naar Airbnb.”
“In mijn taxiplan moet er dus plaats zijn voor initiatieven als Uber, binnen de wettelijke voorschriften. Dat betekent onder meer dat Uber-chauffeurs ook belastingen zullen moeten betalen (Smet denkt er aan om ridesharing als Uber toe te laten, maar alleen als de Uber-chauffeurs er geen hoofdberoep van maken, svg).”

Iets anders. U krijgt tegenwoordig felicitaties van notoire municipalisten in het Brussels Parlement. Moet u zich geen zorgen beginnen te maken?
Smet: “Neen. Ik ben veranderd, en wijzer geworden. Maar ik ben nog altijd een regionalist. Ik zie dat er een evolutie is ingezet waar ik in 2004 een voortrekker van was, namelijk het groeiend geloof dat een sterk gewest nodig is.”

Maar uitspraken als: “er zijn te veel politici in Brussel”, “we moeten de OCMW’s fuseren”, die horen we niet meer van u...
Smet: “Le courage est d’aller à l’idéal et de comprendre le réel. Jean Jaurès.”

U bent nu een realpoliticus geworden?
Smet: “Neen. Maar als Benoît Cerexhe (CDH) zegt dat met mij het visionaire terug is, en de daadkracht, dan sterkt me dat in mijn overtuiging.”
“Vergeet niet dat ik in de periode 2003-2009 heel veel heb kunnen realiseren: Cambio, Villo, Noctis, de uitbreiding van het MIVB-net, de pleinen... Dat heeft veel voor de stad betekend. Nu ik de ervaring heb, en er de wil is bij de regering om het verschil te maken, willen we echt vooruitgaan.”

In de discussie over het gewestelijk parkeerbeleid in het parlement zie je de burgemeesters al van heinde en verre komen met hun kleinsteedse desiderata. Terwijl u in 2009 die strijd al heeft gevoerd in het parlement.
Smet: “Onze strijd was toen anders. Het was er één om de bevoegdheid van de gemeenten naar het gewest te brengen. Die strijd is beslecht. Alle burgemeesters zijn intussen voorstander van een gewestelijk parkeerbeleid.”
“Nu kunnen we eindelijk de wet van 2009 in uitvoering brengen, want eerlijk gezegd: daar is de voorbije vijf jaar nauwelijks iets mee gedaan (de SP.A zat in de oppositie, svg). En het regeerbesluit dat er dan eindelijk is gekomen, stoot op heel wat praktische bezwaren.”
“Het ergste wat kan gebeuren is een gewestelijk parkeerbeleid dat door de Brusselaar wordt verworpen. Het mag niet mislukken.”

Een beetje criticus zou kunnen zeggen dat u plat op de buik gaat voor de burgemeesters...
Smet: “Ik hoor dat Groen dat zegt. Maar dat klopt niet. En het resultaat zal bewijzen dat ik gelijk heb.”

Als u met scherp schiet, is het niet langer op de municipalisten maar op Bruno De Lille (Groen) en op Brigitte Grouwels (CD&V)...
Smet: “Ik noem niemand bij naam. Het verleden interesseert me niet. Tenzij om er lessen uit te trekken. Mij interesseert de toekomst. Ik wil met iedereen samenwerken, ook met oppositiepartijen als Groen en de MR.”

U zegt: ik ben veranderd. Kan u dat even uitleggen?
Smet: “Zie je dat niet? Iedereen zegt het me! Een mens wordt rijper met de jaren. In 2004 moest ik een bulldozer zijn om dingen in beweging te zetten. Vandaag kunnen de kranen aanrukken, om te bouwen. Toen ik in 2003 sprak van autovrije centrale lanen, werd ik bijna uitgejouwd. Kijk waar we nu staan.”

U was de afgelopen vijf jaar Vlaams minister van Onderwijs. Dat is u niet zo goed bevallen...
Smet: “Onderwijs is het moeilijkste departement. Je kan weinig goeds doen. Dat is het lot van elke onderwijsminister. Maar spijt heb ik er niet van.”

De indruk leefde dat u minder voeling heeft met onderwijs dan met de stad.
Smet: “Mijn hart klopt in de stad. De reden waarom ik naar de Brusselse politiek ben gekomen, is Brussel zelf. Ik was op weg naar een internationale carrière.”
“Maar onderwijs is het mooiste wat je kan doen. Het gaat over de toekomst van de kinderen. Ik heb in moeilijke omstandigheden moeten werken, wegens de framing (Smet kampte al vrij snel met negatieve pers, svg), wegens de N-VA. Maar wie iets van onderwijs kent, weet dat ik knopen heb doorgehakt.”
“Het klopt wel dat, als op een bepaald moment de erkenning uitblijft, het niet evident is om er mee door te zetten. Ik heb daar van afgezien. Dat was de periode waarin ik zei: ‘Ik ben niet met de politiek getrouwd.’ Maar laat me nu duidelijk zeggen: ik ben heel blij dat ik in Brussel terug ben. En ik heb goesting om hier nog langer dan vijf jaar te blijven. Als de kiezer dat wil, natuurlijk.”

Geen bed and breakfast in Brazilië in 2019?
Smet: “Dat is weggeduwd in verre dromen.”

Dus uw opvolging binnen de Brusselse SP.A staat dan niet ter discussie. Nochtans haalde Willem Stevens maar 55 procent van de stemmen bij de voorzittersverkiezingen. Hij behoort tot uw kamp. De klassieke socialisten met kandidaat Tania Dekens deden het helemaal niet slecht.
Is uw leiderspositie binnen de SP.A niet verzwakt?
Smet: “(onverstoorbaar) Het toont volgens mij juist aan hoe sterk we zijn geworden in Brussel. Toen ik hier tien jaar geleden aankwam, moest ik de SP.A terug in het gareel krijgen (er waren toen drie clans die met elkaar in ruzie lagen, svg). Vandaag is het een gezellige vriendenclub. Er was tijdens de voorzittersverkiezingen geen ruzie of wrevel. De twee kandidatenteams waren het ook erg met elkaar eens. En wie het niet gehaald heeft, gaat mee samenwerken met de vernieuwing, met mijn Honderd Procent Brussel-project. Het is een teken van volwassenheid dat we een serene voorzittersverkiezing hebben kunnen houden.”

Terug naar mobiliteit. De auto blijft nog altijd het hoofdvervoermiddel in Brussel. Iris 2, het gewestelijk mobiliteitsplan, vraagt een daling van het autoverkeer met 20 procent tegen 2018. Hoe wil u dat bereiken?
Smet: “Het potentieel van de fiets is enorm. Drie op vijf Brusselaars heeft geen fiets. Het fietsgebruik is na mijn fietsplan 2004-2009 gestagneerd. Dus daar kunnen we wat aan doen. Omdat we aan een plafond zitten, is het tijd voor nieuwe ingrepen. Er zijn twee obstakels: mensen vinden fietsen gevaarlijk, en mensen kijken op tegen de heuvels van Brussel. Ik heb daar twee antwoorden op: de elektrische fiets en een netwerk van veilige vrijliggende fietspaden.”

Op het gevaar af dat de aanleg jaren in beslag neemt... Een fietsstrook schilderen gaat sneller.
Smet: “We moeten niet altijd de volledige weg heraanleggen om een vrijliggend fietspad te krijgen. Je kan ook met boordstenen werken, en gekleurd asfalt. Dat is snel en goedkoop.”

U wil samenwerken met de MR, maar nu Beliris in handen is van federaal minister Didier Reynders, is het gevaar op een impasse niet ondenkbeeldig. De MR zit niet in de Brusselse regering. Dat heeft wonden geslagen.
Smet: “Niets mee te maken. Reynders zegt: mobiliteit is een prioriteit. Wel, voor de Brusselse regering is dat ook zo.”

Het begint al goed: de Brusselse regering beslist om de Kleine Ring aan Louiza niet te overkappen wegens te duur. Een dag later blijkt dat Beliris het gaat onderzoeken.
Smet: “Ik ben niet tegen de overkapping. Ik heb zelf in 2008 de studie gelanceerd. Alleen bleek uit die studie dat dergelijke overkapping heel erg duur is, én ingewikkeld. Want er komen dan gebouwen op de overkapping, waardoor het typisch zicht van de Guldenvlieslaan verdwijnt. Het is dus duur, tijdrovend, en niet prioritair.”
“Maar we willen intussen wel investeren in de openbare ruimte tussen Louiza en de Naamsepoort. Het zou een luxezone moeten zijn voor de Brusselse handel. Maar dat is het vandaag allerminst. De hoogstad moet voorbereid zijn op de komst van winkelcentra als Neo, Uplace, enzovoort.”

De heraanleg van het Schumanplein is mislukt. Maar misschien wil Reynders wel het dossier van de Kortenbergtunnel terug op tafel...
Smet: “Als Reynders in staat is om het Beliris-geld te verdubbelen, krijgt hij van mij een kus, én een standbeeld.”

BDW vroeg de minister ook naar een stand van zaken in elf aanslepende dossiers:

SCHUMANPLEIN
“In de zomer gaan we de omgeving van het plein heraanleggen, en verder brengen we de verkeersstromen in kaart zodat we het plein autoluw kunnen maken.”

MEISERPLEIN
“Op schema. De afbraak van het Reyersviaduct start in de lente.”

GOULET LOUISE
“Dit is een onderdeel van de shoppingzone Naamsepoort/ Louiza waarvoor we een oproep lanceren. In januari praten we met de bewoners en handelaars. Een autovrije ‘goulet’ wordt bevraagd.”

HAVENLAAN
“Dit staat voor mij op dit moment nergens. Ik wil dit dossier herbekijken.”

NINOOFSEPOORT
“De vergunning is afgeleverd. Wij bekijken de aanpassing van het tramtraject en de integratie van de sport-terreinen van de Stad Brussel. Dat zal geen vertraging met zich meebrengen.”

TRAM 71
“In januari gaan we het overleg aan met de bewoners en handelaars. We beginnen hier dus van nul. Maar aan de tram valt niet te tornen. Die staat in het regeerakkoord. De verkeersafwikkeling in de buurt moet bekeken worden.”

TRAM 9
“We starten in de zomer met de aanleg.”

PICARDBRUG
“We zijn met de plannen bezig. Er komt een fiets-, voetgangers- en busbrug. Er zal dus geen tram over rijden. Er komt in de toekomst wel een hoogwaardige verbinding met tram of metro, tussen Noordstation en Thurn & Taxis, maar dan mogelijk op palen. Die skymetro zijn we nu aan het bestuderen.”

VLAAMSE TRAMS
“Ik heb Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) al ontmoet. Het lijkt me logisch dat de Brusselse tram 62 tot aan de luchthaven rijdt. Maar dat de Vlaamse ringtram in Jette start, daar kunnen we toch ook moeilijk tegen zijn. Een snel compromis moet mogelijk zijn.”

GEN. JACQUESLAAN
“Als het goed is zeg ik het ook: hier heeft (vorige minister van openbare werken, CD&V) Brigitte Grouwels prima werk geleverd. De evaluatie van het proefproject is bezig. Die lijkt op het eerste gezicht vrij positief.”

ROGIERPLEIN
“(ironisch) Ik ben blij dat ik het heraangelegde Rogierplein zal kunnen inhuldigen (Smet schreef er in 2006 een wedstrijd voor uit, SVG). De inhuldiging is wel niet voor morgen. Momenteel wordt in Spanje de luifel gemaakt.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni