Acheologie huidenmarkt

Runderkaken en schoenzolen onder de Ossekopgang

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
14/01/2015

Een stadskanker van een halve eeuw oud herbergt onvermoed historisch materiaal. De archeologen zijn laaiend enthousiast maar ook triest. Als u dit nummer van BDW in handen krijgt, moeten de onderzoekers hun werkzaamheden afgerond hebben. Dan komen de bouwpromotoren met hun bulldozers eraan.

D e Beenhouwersstraat. De Huidenmarkt. De Ossekopgang. Nooit gedacht dat de herkomst van de straatnamen zo aanschouwelijk zou worden. Het is een druiligere dinsdagnamiddag, minister-president Rudi Vervoort (PS) wordt verwacht aan de modderige vlakte achter de Grasmarkt. Een tiental archeologen en medewerkers graven er in de bittere winterkou in de grond, op zoek naar nog meer runderkaken, keramiek en schoenzolen. In de linkerhoek van het perceel heeft Jef Pinceel, archeoloog bij het Brussels Gewest, een paar schoenzolen uitgestald. Ze zijn tot zeshonderd jaar oud. Het grote aantal zolen laat vermoeden dat er hier niet zomaar een eenvoudige schoenmaker woonde, maar waarschijnlijk een fabrikant. “Achthonderd liter schoenzolen,” onderstreept Pinceel. Nu is het aan historici om aan de hand van de vondsten de geschiedenis van de wijk te schrijven. Eén van de aspecten kan de mode in die tijd zijn. Ook de schoenmaat kan van belang zijn, al moet je daar mee opletten, zegt Pinceel: “Enorme laarzen zijn niet automatisch gelijk aan grote voeten. Je kan je de volgende vraag stellen: stopten de middeleeuwers geen stro in hun schoenen bij koud winterweer?” Dat de schoenzolen en stukken leer zo goed bewaard zijn heeft – u raadt het al – met de vochtige ondergrond te maken.

Welvarende mensen
Even verder staan een paar keramieken stukken naast stenen en een stuk marmer. Het marmeren stuk kan erop wijzen dat er in de wijk naast woningen ook een kapel of kerk was, maar verder onderzoek is nodig om dat te bevestigen. Wat wel vastsstaat volgens ULB-archeologe Sylvie Byl is dat de wijk aan de Grasmarkt geen arme wijk was. Er waren vooral grote huizen.
Het is fascinerend om te zien hoe jonge, goed opgeleide mensen hun dagen doorbrengen in een modderpoel. Het hoort natuurlijk bij de stiel, maar toch. “Deze site is echt uitzonderlijk,” zegt Byl. “Het is een enorme oppervlakte op een boogscheut van de Grote Markt.” Haar collega Philippe Sosnowska onderstreept de interesse voor de site: “We kunnen echt niet alles onderzoeken, ook hebben we geluk gehad dat we – gratis – hulp gekregen hebben van studenten.” Er was ook grote belangstelling van andere universiteiten, in binnen- en buitenland. De universiteit van Gent en de Sorbonne, om er maar twee te noemen. In totaal hebben de archeologen in deze slagersbuurt 1.500 liter runderkaken gevonden.

Zeventiende eeuw
Hogerop getuigen de bakstenen van de bouwkunst in de zeventiende eeuw, toen het niet meer mogelijk was om alleen gelijkvloers te bouwen. De Brusselaars moeten de hoogte in. Een paar vierkante meter groot, amper een meter diep bevinden zich restanten van de veertiende tot de twintigste eeuw, legt Sosnowska uit. Er zijn zelfs sporen van de dertiende eeuw, toen er alleen nog maar velden waren. Binnenkort begint de bouwwerf voor het optrekken van een tachtigtal appartementen. Die moeten de onzalige jaren 1960, toen er zoveel neergehaald werd, doen vergeten.
Vanaf volgende week kan het labo-onderzoek van start gaan. Hun bevindingen moeten over een jaar klaar zijn. De werf ging van start in september. Iedere keer als er grote projecten op stapel staan in zones van historisch belang moeten er preventief archeologische opgravingen gebeuren. Dat is al zo sedert 2008. Nu is het wachten op de volgende werf.

Danny Vileyn

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni