Jean marc Meilleur 2

Procureur Jean-Marc Meilleur: 'Vroeger was het seponeren of verzuipen'

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
22/04/2015

Jean-Marc Meilleur is ruim een jaar procureur des Konings in het nieuwe gerechtelijke arrondissement Brussel, dat na de zesde staatshervorming ontstond. Bij zijn aantreden beloofde hij om het zeer hoge aantal seponeringen in de hoofdstad aan te pakken. Een jaar later zegt Meilleur dat er voorzichtig vooruitgang is geboekt. “Een verdubbeling van het aantal afgehandelde zaken is nog altijd mijn doel.”

Het aantal gerechtelijke seponeringen ligt in Brussel hoog, zeer hoog. Al jaren schommelt de klassering van gerechtelijke zaken rond de 80 procent, ook voor gewelddelicten en andere strafzaken. Vorig jaar kopte deze krant daarom bij zijn aantreden - op 1 april 2014 was de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde een feit - dat Jean-Marc Meilleur de Brusselse seponeringen op het niveau van een provinciestad wilde brengen, rond de zestig procent. Maar eigenlijk is zijn ambitie groter, want Meilleur wil het aantal afgehandelde zaken, dus ook de doorverwijzingen, de minnelijke schikkingen en de dagvaardingen vergroten. “We moeten werken aan onze manier van werken. En vooral sneller een beslissing durven nemen,” zo verwoordt hij het.

U bent een jaar procureur des Konings. Hoe staan de zaken?
Jean-Marc Meilleur: “Ik begrijp dat men ongeduldig is naar resultaten, maar eigenlijk is het nog te vroeg om te evalueren. We hebben een inloopperiode gehad begin 2014, iedereen moest zich aanpassen aan de nieuwe situatie. Sindsdien zijn we goed bezig, vind ik. Het aantal dagvaardingen gaat omhoog, om u een voorbeeld te geven, maar we hebben wel nog werk met het aantal strafbemiddelingen. Die kunnen nog hoger. Maar pas aan het einde van 2015 zullen we weten waar we echt staan, dan zit mijn eerste volledige jaar erop.”

Het aantal seponeringen in het arrondissement Brussel is al jaren hoog. Hoe is dat kunnen gebeuren?
Meilleur: “Ach, je had in Brussel bijna de verplichting om zaken te seponeren, gewoon omdat de werklast anders niet doenbaar was. Het is jaren ‘seponeren of verzuipen’ geweest. Ik kom van buiten justitie, en ik koesterde vroeger de hoop om zo veel mogelijk te vervolgen en recht te doen geschieden. Ik heb dat ook geprobeerd, in de mate van het mogelijke, maar je wordt vroeg of laat met de realiteit geconfronteerd. Er waren te veel dossiers, dus kon men te vaak niet degelijk vervolgen.”
“Ondertussen heb ik begrepen dat een wezenlijk verschil niet van één magistraat kan komen en dat we vooral onze manier van werken in vraag moeten durven stellen. Dat proces is nu bezig en ik ben er rostvast van overtuigd dat dit tot resultaat zal leiden.”

Had en heeft het hoge aantal seponeringen niet met een tekort aan mensen en middelen te maken?
Meilleur: “We zullen nooit genoeg personeel hebben. We moeten ons aanpassen en creatief te werk gaan, en meer doen met de weinige middelen die we hebben. En we komen van ver. Al in 2009 hebben we onze vervolgingsgraad verdubbeld. Dus geloof ik dat het nu ook kan. Ik denk dat het vooral belangrijk is om snel te beslissen wat we met een dossier zullen doen op het moment dat het bij ons binnenkomt: vervolgen, minnelijke schikking treffen, vermanen of seponeren. Er zijn dossiers waarbij we op voorhand weten dat we niet tijdig een antwoord kunnen formuleren. Wel, laten we dan direct beslissen om die dossiers te seponeren. Als we een dossier behandelen moet de uitspraak van nut zijn voor de samenleving.”

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is sinds de zesde staatshervorming bevoegd voor veiligheid. De minister-president zal dat beleid coördineren en opvolgen. Kan u ons als Brusselse procureur een stand van zaken geven?
Meilleur: “De contacten zijn er, maar een concreet veiligheidsplan, daar wordt nog aan gesleuteld. De veiligheidsprioriteiten zijn per politiezone natuurlijk wel al vastgesteld.”

Vorig jaar schreef de krant Le Soir dat voor het eerst in België de grenzen van een gerechtelijk arrondissement en die van een gewest samenvielen. Eigenlijk bent u dus de procureur van het Brussels gewest. Akkoord?
Meilleur: “Ja, dat is zo (lacht). Maar weet natuurlijk dat Brussel uit zes politiezones bestaat, en die politiezones blijven bestaan. Ik vind de stap die na de zesde staatshervorming genomen is, namelijk die van een gewest met eigen middelen voor veiligheid, een zeer goede stap. Ik kijk bijvoorbeeld heel erg uit naar de Brusselse gegevens die het Brusselse observatorium voor veiligheid ons ter beschikking zal stellen. Dat observatorium bestaat al wel een tijdje, maar men werkt er nu aan om het operationeel te maken onder een nieuwe vorm.”

Maar zijn die nieuwe bevoegdheden werkbaar? Of creëren ze overbodige werklast?
Meilleur: “Op het Brusselse terrein is veiligheid perfect werkbaar, ja. De politiezones werken nu al zeer goed samen.”

Wat met het gerechtelijke niveau? Er gaan stemmen op die zeggen dat de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde niet goed was.
Meilleur: “Het is nog te vroeg om die evaluatie te maken. Maar wat mij betreft zit het wel goed.”

Maar men signaleert problemen langs Nederlandstalige kant...
Meilleur: “Dat valt mee hoor. Ik dacht dat ik de eerste zes maanden van mijn ambt bezig zou zijn met het oplossen van splitsingsgerelateerde problemen, maar tot mijn grote vreugde bleek dat niet het geval. Ik meen te mogen zeggen dat we zeer goed voorbereid waren. Ook het contact met de collega’s van Halle-Vilvoorde is goed. Dagelijks zijn er ook zeven magistraten uit dat arrondissement aanwezig omdat de rechtbank zich hier in Brussel bevindt.”
“Natuurlijk ben ik wel op de hoogte van het tekort aan griffiers (zie ook kaderstuk, red.). Voor de rechtbanken is dat een probleem, maar niet rechtstreeks voor de werking van het parket.”

Wat is het aandeel tussen Nederlandstalige en Franstalige zaken in uw arrondissement eigenlijk?
Meilleur: “Goeie vraag... Vroeger maakte men de onderverdeling 20-80, maar ik kan u daar geen actuele cijfers van geven. Nu ja, voor mij is een Brusselse zaak een Brusselse zaak, ongeacht de taal.”

In onze samenleving, en zeker ook in Brusselse gemeenten, bestaat er de neiging om steeds meer ‘lichte’ feiten te bestraffen met een administratieve sanctie, waarbij een gemeentebestuur straft en een boete int. Vindt u dat geen aanval op het recht?
Meilleur: “Ik vind administratieve sancties een goede zaak. Vroeger werden kleine diefstallen of kleine geweldzaken zelfs niet beantwoord door het parket, nu is er tenminste een bestraffing. Het is net niet aanvaardbaar als in de samenleving zulke zaken niet worden berecht, want ze hakken zwaar in op het veiligheidsgevoel van de burger. Grote misdaad raakt gewone burgers vaak niet, maar kleine wel, en heeft een disproportioneel groot gevolg voor hoe burgers zich voelen. En dat gevoel wordt tegengegaan door administratieve sancties.”
“We kunnen ons natuurlijk wel de vraag stellen of het voor een samenleving wenselijk is als sommige zaken door de lokale overheid worden afgehandeld, en niet door de rechtbank. Men is rechter en partij tegelijk. Dat is inderdaad een sterk juridisch-filosofisch argument, maar voor een pragmatische oplossing valt hier nu meer te zeggen.”

Problematisch is misschien eerder dat men die overtredingen niet terug overhevelt naar het recht als de rechtbanken minder werk zouden hebben. Het dreigt een hellend vlak te worden: de uitvoerende macht die meer en meer bestraft, ten koste van de rechterlijke macht.
Meilleur: “Uiteindelijk hebben de lokale overheden en justitie hetzelfde doel: een veilige en rechtvaardige samenleving creëren. Als we dat samen kunnen bereiken, waarom niet?”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni