Benjamin Goes

Overheid wil naar hele Brusselse wijken met erfgoedbescherming

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
27/05/2015

Sinds 2013 geniet het Hortahuis ‘Versterkte Bescherming’, en dat is uitzonderlijk in België. Met de groeiende media-aandacht voor verwoesting van historische cultuurparels deze eeuw in Afghanistan, Irak, Syrië en Mali stijgt ook de beveiligingsijver voor onze eigen beschermde cultuurgoederen. “We denken er momenteel aan om volledige wijken zoals L’Ilôt Sacré en de Grote Markt voor te dragen.”

Tien sites in heel de wereld hebben al het Unesco-statuut ‘Versterkte Bescherming‘ gekregen. Naast erfgoedparels in Italië, Cyprus, Litouwen en Afghanistan horen daar sinds eind 2013 drie Belgische sites bij: het Hortahuis in de Amerikaansestraat in Sint-Gillis, het Antwerpse Plantijn-Moretusmuseum en de neolitische silexmijnen van Spiennes. Zij waren voordien al Unesco-Werelderfgoed. Daarmee zijn onze drie gewesten goed bedeeld.

Benjamin Goes, jurist-adviseur bij de kanselarij van de premier en voorzitter van de werkgroep voor bescherming van cultuurgoederen in het geval van gewapende conflicten, werkt met zijn groep aan langere lijsten van goederen die onder internationale bescherming zouden moeten vallen. “We denken er momenteel aan om volledige wijken zoals L’Ilôt Sacré en de Grote Markt voor te dragen.”

Hoe wordt een regionale materie als erfgoed toch internationaal verdedigd?
Benjamin Goes: “In januari 2011 is het Tweede Protocol van de Haagse Conventie over de bescherming van culturele goederen in geval van gewapend conflict na ratificatie in werking getreden voor België. Datzelfde jaar werden zowel de samenstelling als de opdrachten van de werkgroep Cultuurgoederen (met Goes als voorzitter, red.) die bestaat uit vertegenwoordigers van de federale regering, gemeenschappen, gewesten en expertiseverenigingen, versterkt. Deze werkgroep moet onder meer een lijst opstellen van cultuurgoederen die in aanmerking kunnen komen voor een algemene bescherming en voor ‘Versterkte Bescherming’. Omdat zeventien ministers bevoegd zijn voor roerend erfgoed, onroerend erfgoed of internationale betrekkingen, had ik een duidelijk mandaat en consensueel eenduidig standpunt nodig.”

Wat was uw eerste prioriteit?
Goes: ”Het vastleggen van onze prioriteiten. Onder andere het voorstellen van culturele goederen voor de Versterkte Bescherming. We hebben een lijst van culturele goederen opgesteld die België aan de Unesco zou kunnen voorstellen om deze bescherming te bekomen. Concreet hebben we alle Belgische goederen op de Werelderfgoedlijst overgenomen. België is tot op vandaag het enige land dat dit heeft gedaan. In een tweede fase wilden alle gewesten, om te kiezen welke goederen zouden worden voorgesteld, liever eerst ‘dossierervaring opdoen’ inzake een effectieve kandidatuurstelling. De voorbeelden waren snel aangereikt: drie reeds belangrijke Werelderfgoederen, met al een lijvig dossierverleden.”

Welke cultuurgoederen komen in aanmerking voor de ‘Versterkte Bescherming’?
Goes: “Om het cultuurgoed te beveiligen, moet de staat bewijzen dat alle interne maatregelen genomen zijn, zowel op wetgevend als op administratief vlak, om de uitzonderlijke culturele en historische waarde van het goed te erkennen en het hoogste niveau van bescherming te garanderen. De staat moet er zich ook toe verbinden om het goed, en de onmiddellijke omgeving ervan, niet voor militaire doeleinden te gebruiken, opdat het geen doelwit in conflicttijden zou worden. Een kasteel dat leegstaat is bij conflicten geen militair doelwit voor de tegenstander, een kasteel vol militairen wel."

"Daartegenover mag een goed met de status ‘Versterkte Bescherming’ in principe niet beschoten worden. Voordien stuurde Unesco naar de oorlogvoerende partijen in conflictgebieden de lijst van Unesco-werelderfgoed op, nu dus ook een lijst van sites met ‘Versterkte Bescherming’.”

“Het voordeel van ‘Versterkte Bescherming’ is dat als troepen zich in die site of in dat gebouw plaatsen, zij een misdrijf tegen internationaal recht plegen. Als militairen of rebellen het Hortahuis zouden bezetten of aanvallen, wordt een misdrijf begaan. Staten kunnen meteen rechtsvervolging inroepen."

"Het is natuurlijk zo dat gewapende conflicten vandaag in België niet voorkomen en dat dergelijk beschermingsstatuut in het Brussels Gewest niet nodig blijkt. Maar wij kunnen in vredestijd dit statuut ook gebruiken om een cultuurgoed beter te beschermen tegen brand, overstromingen, aardbevingen. Ons doel is om beschermde gebouwen van alle risico’s te vrijwaren, of die nu van menselijke of natuurlijke aard zijn.”

Volgen er nieuwe kandidaturen voor uw beschermingslijsten?
Goes: ”Na de tien erkenningen op wereldvlak staan er al opnieuw elf op de wachtlijst. Daar zijn geen nieuwe Belgische cultuurgoederen bij. In maart stuurde ik alle bevoegde ministers een brief met de vraag of ze nieuwe cultuurgoederen willen voordragen, en binnen welke termijn. Er is al een consensus om wat als Werelderfgoed is beschermd in ons land, op termijn effectief voor te dragen voor ‘Versterkte Bescherming’.”

Hoe breed gaat de ‘Algemene Bescherming’ in Brussel?
Goes: ”In het Brusselse Gewest bevinden zich enorm veel beschermde monumenten, ongeveer drieduizend. Het waardevol erfgoed bevindt zich zo dicht bij elkaar, dat we eerder denken aan een ‘Algemene Bescherming’ voor een geheel dan voor de gebouwen apart. De deskundigen zijn het er al over eens dat rond het Ilôt Sacré of de Grote Markt een ruime zone in aanmerking kan komen.”

Hoe de criteria voor het Brusselse Gewest bepalen?
Goes: “Vlaanderen wil logischerwijze een selectie voorstellen uit haar meer dan 10.000 beschermde monumenten en sites. Maar ook voor het Brusselse Gewest wordt het zeer moeilijk. Eén van de ideeën is zelfs dat in Brussel het geheel van de beschermde monumenten gedekt moet worden door het statuut ‘Gewone Bescherming’, zonder selecties. Maar er is hierover geen consensus. Want als je alles beschermt, worden er ook geen prioriteiten gesteld wanneer een calamiteit optreedt.”

Kunt u proactief zijn in het nemen van voorzorgsmaatregelen?
Goes: “Inzake regelgeving en verordeningen zou een en ander mogen veranderen. Een voorbeeld: de nieuwe federale wet op de civiele bescherming is gefocust – neem nu bij overstroming – op het ‘redden van mensen’. Er bestaan geen specifieke voorschriften inzake het ‘redden van cultuurgoederen’. Als we dit beter afstemmen op de noden, dan wordt de bescherming van cultuurgoederen overal ernstiger genomen. Het zou een eerste stap zijn in mentaliteitswijziging."

"Verder is sensibilisering van de bevolking, die het erfgoed koestert, opportuun: kijk maar naar de Monumentendagen. Bescherming van erfgoed begint met de training van conservators en hun personeel, maar ook van ‘buren’ van erfgoed, die kunnen helpen in crisistijd.”

Hoe vallen die gebouwen voor de burger te herkennen?
Goes: “Internationaal wordt het Haags Verdrag van 1954 gekenmerkt door het Blauwe Schild (een blauw-wit schildje, red.) aan te brengen op beschermde monumenten. Eigenlijk dient dit enkel nog voor monumenten die op de door België opgestelde lijst voor algemene bescherming staan. Vandaar dat het Vlaamse Gewest op 15 maart al begonnen is met het vervangen van het blauwe schild door een nieuw herkenningslogo, specifiek voor het beschermde onroerend erfgoed in Vlaanderen: een gebroken-wit rechtopstaand geel vaantje met uitwaaierende punten. Zo is later het verschil duidelijk tussen het beschermde erfgoed en het erfgoed dat beschermd is in geval van gewapend conflict. In Brussel zou op termijn dus ook een ander schildje voor ‘regionaal beschermd erfgoed’ kunnen komen.”

Kosten die extra beschermingen meer geld?
Goes: “Voor de ‘Algemene Bescherming’ gaat het eerder over een interne controle en een engagement, dan wel over verplichtingen naar de Unesco."

"Het zal natuurlijk wel iets kosten. Want van zodra het blauwe schildje aangebracht wordt, zal moeten verzekerd worden dat effectieve minimale maatregelen worden genomen. Het cultuurgoed zal nu werkelijk beschermd moeten worden tegen brand en ongevalrisico’s. Er moet meer aandacht worden geschonken aan calamiteitenplannen en aan bijscholing van personeel.”

Onrechtstreeks dragen de nieuwe beschermingsstatuten bij tot controle van de geregionaliseerde erfgoedwerking?
Goes: ”Misschien valt op dat een gemeentelijk risicoplan gedateerd is; in die zin kan een en ander inderdaad bijdragen tot actualisering en verbetering van de erfgoedwerking."

"Unesco zal voor de ‘Versterkte Bescherming’ om de vier jaar een vragenlijst voorleggen, om te zien of aan alle vereisten voldaan wordt. Ik ben blij dat ons land niet de slechtste leerling van de klas is. Al staan anderen veel verder, zoals Zwitserland, waar brandweer, militairen en hulpverleningsdiensten goed gevormd zijn inzake erfgoedbeheer.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni