congreskolom
© Erfgoed Brussel

Open Monumentendagen: Van Gabriëlle Petit tot Rik Wouters

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
17/09/2014

De Open Monumentendagen leggen dit jaar eerder de nadruk op de geschiedenis dan op het artistieke. Er wordt bijvoorbeeld aandacht gevestigd op de verzetsheldin Gabriëlle Petit die een standbeeld heeft op het Sint-Jansplein, maar ook schrijverswoningen komen aan bod.

Na de feesteditie ter gelegenheid van de 25ste editie vorig jaar wilden de Open Monumentendagen 2014 aansluiten bij de herdenkingen voor W0 I. Het thema werd alras uitgebreid tot beide Wereldoorlogen en zelfs tot plekken die een belangrijke rol gespeeld hebben in de geschiedenis van Brussel en België. Dat heeft het nadeel dat de lijn minder duidelijk is, maar het voordeel dat er monumenten uit de vorige edities hernomen worden en trouwe bezoekers monumenten die ze gemist hebben kunnen inhalen. Voor we u onze keuze voor dit jaar toelichten: er is geen ‘echte’ catalogus, maar een dubbelnummer van het tijdschrift Erfgoed Brussel. Het bevat een uitgebreid essay over het herinneringserfgoed van de twee wereldoorlogen. Iedere Brusselse gemeente heeft wel een of meer monumenten die aan de oorlogen of het verzet herinneren. Wij focussen dit jaar op minder evidente plaatsen.

MARCEL HASTIR
Het pand aan de Handelsstraat waar Marcel Hastir in 1935 zijn schildersatelier inrichtte werd in 1900 toegevoegd aan een stijlvolle burgerwoning die in 1860 klaar was. Halverwege de negentiende eeuw was de Leopoldswijk nog in volle ontwikkeling. De nieuwe stadswijk trok vooral gegoede burgerij aan, voor Hastir er zijn atelier inrichtte werd de zaal gebruikt voor dans-, scherm- en turnlessen. De Leopoldswijk is vandaag een kantoorwijk in de schaduw van het Europees parlement.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zette Hastir zich in voor zijn Joodse medeburgers. Zijn teken- en schilderschool was een dekmantel om jonge mensen die gevaar liepen opgepakt te worden te redden. In zijn atelier liet hij anti-nazistische pamfletten drukken en vervalste hij identiteitskaarten om levens te redden. Het atelier werd nipt van de afbraak gered en is intact gebleven sinds Hastir in 2011 overleed.

MAURICE CAREME
Het huis van Maurice Carême aan de Nellie Melbalaan in Anderlecht is een heus museum, het hangt vol met werken van bevriende schilders zoals Paul Delvaux, Felix De Boeck, Roger Somville en anderen. De Franstalige poëet woonde in Anderlecht van 1933 tot aan zijn overlijden in 1978. In zijn huis bevinden zich ook zijn bibliotheek - naar verluidt een van de belangrijkste voor poëzie van België - en archieven. Het Brabantse interieur is bijna onaangeroerd, zijn snuisterijen, dagelijkse voorwerpen en serviesgoed roepen de tijd van toen op.

RIK EN NEL WOUTERS
Het Herenhuis Charlier aan de Kunstlaan in Sint-Joost-ten-Node was destijds een belangrijke ontmoetingsplaats voor kunstenaars. De werken die in dit charmante, ietwat eigenzinnige museum hangen getuigen van hun doortocht. In samenwerking met de Archives et Musée de la Littérature loopt er ter gelegenheid van de open monumentendagen een tentoonstelling met ongepubliceerde documenten van Rik en Nel Wouters.

KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL
Aankopen en uitgaven voor het leger zijn minder dan ooit populair, daarom misschien intrigeert de Koninklijke Militaire School. Koning Léopold I, die opkeek naar de Franse Ecole Polytechnique, droomde van een gelijkaardige instelling in België. Eerst was de school gevestigd aan de Naamsepoort, daarna in Ter Kameren. Henri Maquet ontwierp in 1909 aan de rand van het Jubelpark de huidige gebouwen in classicistische stijl, de geliefde stijl van koning Leopold II. Voor Wereldoorlog I werden er aspirant-officieren uit 20 landen opgeleid.

GENERALE MAATSCHAPPIJ
Een andere impopulaire sector vandaag zijn de banken, maar dat is allerminst een reden om hun historisch patrimonium links te laten liggen. De Société Générale des Pays Bas pour favoriser L’Industrie nationale koos met zijn locatie aan de Koningsstraat onmiddellijk voor een buurt met macht en prestige. Het pand werd verscheidene keren uitgebreid, de laatste keer werd het gebouw vertimmerd, maar de bouwvoorschriften van de achttiende eeuw werdsen gerespecteerd. In de Grote Galerij hangt een reeks wandtapijten met episodes uit het leven van Mozes, die tussen 1742 en 1763 geweven werden in het atelier van de gebroeders Van der Borcht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het Comité National de Secours et d’Alimentation er samen onder het voorzitterschap van directeur Emile Franqui en de latere president van de Verenigde Staten Herbert Hoover.

CITE MODERNE
Onder invloed van Engeland lieten de coöperatieven na de Eerste Wereldoorlog duizenden logementen optrekken. Brussel werd omgeven door een gordel van tuinwijken. Architect Victor Bourgeois mocht samen met tuinarchitect Louis Van der Swaelmen de Cité Moderne in Sint-Agatha-Berchem inrichten.


In totaal zijn er om en bij de honderd plekken te bezoeken. Sommige plekken zijn vrij te bezoekden, andere alleen begeleid. Meer info op www.openmonumentendagenbrussel.be. De brochure is ook te verkrijgen in de Sint-Gorikshallen, ministerie van het Brussels Gewest in het Noordstation, FNAC Visit Brussels, Toerisme Vlaanderen. enzovoort

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws, Events & Festivals

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni