koor Via Vocis c Marc Gysens

Muziekacademiekoor zingt over zeven lichaamsdelen van Christus

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
16/04/2014

Op Quasimodo-zondag of Beloken Pasen reist Via Vocis, het koor van de gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord, naar Blankenberge voor een concert. De avond voordien is hetzelfde programma in de Heilig-Sakramentskerk van Elsene te horen. Een wel zeer bewogen kippenvelmoment. Want het koor zingt ‘Membra Jesu nostri’ van Buxtehude, op beklijvende muziek.

‘D e naam ‘Via Vocis’ of ‘De weg van de stem’ hebben we op een avond met de zangers op café bedacht,” herinnert dirigent Thomas Vanlede zich. “Het moet in 2009 geweest zijn, na een terugval van het vorige koor van de academie, Canta Libre, dat meer dan twintig jaar actief was. Toen ik als dirigent tien jaar terug aantrad zat ik met de frustratie dat ik met de oudere stemmen echt niet verder kon. Jammer genoeg kan je een oude stem niet bijschaven, vooral bij de dames. Hoe ouder men wordt, hoe scherper de stem klinkt en hoe minder de kwaliteit. De ronde klankvorm die voor een koor nodig is, valt dan niet meer te halen. Het is het lot van alle koren, die als een vriendenkring samen groeien en beter worden en tientallen jaren samen willen blijven. De academie heeft toen de beslissing genomen om Canta Libre te verjongen. Zo werden we Via Vocis. Zij die geen leerling van de academie waren (dat mag maximaal de helft zijn volgens de interne regeling, red.) en niet meer voldeden, moesten gaan. Het is altijd een moeilijke knoop die je als dirigent moet doorhakken, maar een academiekoor moet nu eenmaal de naam van zijn instelling waardig zijn. Het is niet zomaar een amateurkoor.”

Met op dit moment wat meer mannen dan vrouwen, en toch enkele nieuwe tieners erbij, is de dirigent tevreden. Vanlede: “We moeten er dus gewoon altijd over waken niet in de val van de veroudering te trappen; er zijn wat leden die naar de vijftig gaan. De meeste zangers hebben kleine kinderen, en er zijn ook een paar koppels die de kooravond als hun wekelijks ‘avondje uit’ zien: repeteren en nadien gezellig nog een drankje. Daar huren ze graag een babysit voor in.”

De innerlijke mens
Zangles en koorbegeleiding zijn het hele leven van Vanlede. De koorleider volgde muziektheorie, schriftuur en zang aan het Conservatorium in Brussel, en pedagogie in Antwerpen. En als West-Vlaamse inwijkeling is hij al achttien jaar verknocht aan Brussel – nu woont hij aan de Anderlechtsepoort. Hij geeft zangles aan volwassenen in de academies van Berchem (twaalf uur) en Blankenberge (zeven uur), vandaar dit dubbelconcert. “Ik heb mijn tijd van vele wereldreizen met oude muziek gehad, vooraleer ik kinderen kreeg,” bekent de man, als hij met de fiets zijn kleintjes vroeg aan de school heeft afgezet in de Dansaertwijk. Waarom mensen ’s avonds in een koor gaan zingen? Vanlede: “Zingen is een hobby als een andere, alhoewel het toch meer is dan haken, of zo. In de eerste plaats volgen volwassenen zangles omdat ze iets willen bijleren en zingen gewoon leuk vinden. En ze doen het ook vaak, omdat ze een of andere soort muziek graag horen. Zingen is trouwens goed voor de innerlijke mens. Als je zingt, komen er vibraties en emoties vrij, die voor vele mensen nieuw zijn als ze het de eerste keer doen. En mensen die graag meezingen met de radio, of het nu aria’s of liederen zijn, komen naar een academie omdat ze dit nog beter willen kunnen. En als de interesse er is, lukt het doorgaans wel.”

Heilig getal zeven
Het cliché wil dat elke dirigent het niveau van zijn koor wil optrekken, terwijl voor de amateurzangers het samenzingen onder vrienden ook een belangrijk aspect is. De vraag is dan of minder goede stemmen dan wel verplicht moeten worden om af te haken? “Voor een kerkkoor of vriendenkoor, zou men hierin kunnen toegeven, maar van een academiekoor mag verwacht worden dat het kwaliteit biedt. Het is nu eenmaal een visitekaartje voor het niveau van de opleiding. Leerlingen van de academie kunnen we uiteraard niet uitsluiten, maar wie geen leerling is kunnen we wel afwijzen. Iedereen van het koor Via Vocis heeft een muzikale basis, kan dus noten lezen. Om het zangniveau te verhogen voorzie ik elk jaar twee tot drie programma’s, waarmee we een paar keer concerteren. De neo-romaanse Oude Kerk van Berchem (een cultuur- en concertzaal, red.) is voor dit concert, waar naast dertig koorleden ook tien muzikanten optreden, te klein. Het is de bedoeling om ons repertoire telkens uitdagender en moeilijker te maken. De instudeertijd wordt ook telkens wat korter. Door meer uren thuisstudie te vragen, met eigen begeleiding op piano, en meer verschillende dingen te zingen, wordt iedereen snel beter op muzikaal vlak. En zij die bovendien in de academie zangles volgen, worden tegelijkertijd zangtechnisch beter. Ik geef ook geen cassettes met muziek mee, want door het allemaal zelf te studeren blijft het misschien wat moelijker en trager gaan, maar wat ingestudeerd is blijft langer bij. Zo kan ik gestaag aan kwaliteitsverbetering werken. Ik sleutel dan nog aan klankkleur en intonaties, zodat het niet vals klinkt, en aan het transparant maken van de muziek. Want je kan alles rechttoe rechtaan correct zingen, zonder dat het gedragen wordt richting publiek. Zo hoort het niet. Een zangstuk mag niet monotoon gebracht wordt; muziek én zang moeten de toehoorders raken.”

Even naar de concertavond in Elsene en het matineeconcert in Blankenberge. Op het programma staan de zeven achtereenvolgende cantates uit Membra Jesu nostri, die van Buxtehude een minstens zo groot wonder maakt als Bach. De melodische ontwikkelingen in het werk zorgen voor een spontane kippenvelreactie, zoveel is zeker. En daardoor ontstaat ook de beroering als vanzelf, iets wat past in de tijdsgeest van de reformatorische kerk. Buxtehude droeg het werk op aan de Zweedse hofmusicus Gustav Düben, en ontleende de teksten uit geschriften van Bernardus van Clervaux, de strofen zijn afkomstig van de hymne Salve mundi salutare. Al wordt betwist of het wel de geestvader van de strenge cisterciënzerorde is, dan wel Arnulf van Leuven (gestorven in 1250), die het gedicht schreef. Zeker is dat de beschrijving van de zeven heilige ledematen van Jezus (de voeten, knieën, zijde, handen, borst, het hart en het hoofd) lange tijd aansporing gaf tot het zich makkelijker kunnen vereenzelvigen met de mens Jezus. Zijn lijdende ledematen, waren iets fysiek herkenbaars – en ook gevoelsmatig – voor de middeleeuwse en latere gelovigen. Zoals in de Zeven laatste woorden van Christus aan het kruis, is ook bij de Membra Jesu nostra het heilige, volle getal zeven terug te vinden. En dat getal staat voor hartstocht. Heel het werk draait duidelijk rond het aansturen op ‘geestelijke dronkenschap’ en ‘in vervoering geraken voor het Goddelijk lichaam’.

Aanzet tot meditatie
Vanlede voegt er nog wat aan toe: “Ik vind het voor mensen van vandaag heel moeilijke en bizarre teksten, terwijl die teksten nochtans in de middeleeuwen erg populair waren. Gelukkig neemt de muziek het voortouw in dit werk en die is zo krachtig, dat de tekst van onderschikt belang wordt. De barokmuziek blijft echt overeind in deze cantates. Technisch gezien is het de bedoeling dat de zangers er iets van bijleren, vandaar dat ik duiding geef bij de inhoud. Het werk duurt ongeveer een uur, en de mystieke teksten, die de lichaamsdelen beschrijven, zetten in combinatie met de muziek aan tot meditatie. Een bepaalde cantate houdt ook letterlijk een soort conversatie gaande: ‘Wat zijn die wonden in het midden van je handen?,’ (Bijbelfragment uit Zacharias, red.). Je krijgt een enorme krop in de keel als je met deze muziek begint. Er zijn zovele passages met dissonanten – en dissonanten werken nu eenmaal op het gevoel – die gelukkig oplossen in een consonant, zodat men terug adem krijgt. In bepaalde cantates zitten er zoveel dissonanten, alsmaar tegen elkaar, dat het eigenlijk modern klinkt. En dit is zo krachtig, dat het kippenvelmomenten geeft. Als ik dat op piano bij de repetities voorspeel, en we zingen dit voor het eerst, lijkt het of sommige leerlingen in zwijm gaan vallen van emotionele betrokkenheid. Zelfs zonder de tekst te begrijpen word je al geraakt. Al komt het volgens mij helemaal niet door die lijdende Christus, maar door de muziek van Buxtehude. Het is een hele sfeerzetting, erg uitgepuurd. En veel minder mathematisch en rationeel als Bach. Dit werk van Buxtehude gaat zo diep, dat niemand er gewoon kan naar luisteren en onbewogen blijven.” Of Via Vocis dit met de partituur in de hand gaat waarmaken, wordt de eindvraag. Vanlede: “Ik probeer nog twee repetities na de Paasvakantie bij te schaven en te herhalen: ‘Niet naar beneden kijken: als je niet naar mij kijkt gaat het niet lukken.’”

Via Vocis op zaterdag 26 april om 20 uur in de Heilig-Sacramentskerk ‘La Viale’, Waversesteenweg 205 in Elsene, www.academiesab.be. Toegang: 10 euro.
Win een duoticket voor het concert op 26/4: mail ‘Buxtehude’ naar win@bdw.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Agatha-Berchem, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni