1422 mest

'Mest' in KVS: Stront aan de akker

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
17/04/2014

Op initiatief van het Schauspielhaus Hamburg werken theaters uit de hele wereld samen rond de mondiale voedselproblematiek. Hunger For Trade genereert op die manier een hele reeks theaterproducties. In het geval van de KVS, voor wie het project ook kadert in hun Armwoede/Pauvérité/Powerty-programma, heet die productie Mest.

Mest neemt op een muzikale, poëtische, abstraherende, goed geïnformeerde manier de uitwassen van de agro-industrie op de korrel. Wereldwijd stijgen de voedselprijzen. Door natuurlijke schaarste, maar ook door de praktijken van rijke speculanten die nog meer schaarste creëren, door massaal voedsel op te kopen en pas te verkopen als de prijs nog eens verder is gestegen.

Regisseur Guy Dermul engageerde de acteurs Nico Sturm en Line Pillet, componist Kaat De Windt en de zangeressen Lucy Grauman en Reena Riot. Tekstleverancier was Elvis Peeters (en zijn vaste schrijfpartner Nicole Van Bael), een oude bekende van Dermul die al verschillende romans, toneelstukken en liedteksten op zijn naam heeft staan, en zich daarin ook geregeld begaan toont met de wereldproblematiek.

Elvis Peeters: “Wij hebben voor Mest een hele reeks afgeronde tekstfragmenten geleverd: stukken over water, speculatie, honger... – monologen en dialogen die thematisch met elkaar zijn verbonden. Omdat het project past in die internationale samenwerking was er ook budget voor onderzoek. Dat wordt gevaloriseerd in stukken die Guy aanlevert, en zo spreiden we het mesttapijt waarop Kaat De Windt haar bloemen van composities kan uitstrooien, waarvoor wij ook in het Engels de liedteksten hebben geschreven.”

Een fijne vorm van kruisbestuiving.
Elvis Peeters:
Op de titel Mest zijn we pas gaandeweg gekomen. Mest roept natuurlijk associaties op met stront. Onze samenleving en de wereld zitten in het algemeen ook nog altijd in de stront te baggeren. Maar meststof doet ook groeien. Die beide connotaties zitten in de voorstelling.

Een van de monologen gaat ook letterlijk over mest. Ik heb daarover interessante dingen gelezen in de boeken van landschapsfilosoof Ton Lemaire. Bijvoorbeeld dat het in Vlaanderen was dat menselijke uitwerpselen uit de stad voor het eerst werden gebruikt om het land te bemesten - met zeer gunstige economische gevolgen.

Maar het is dus niet omdat er iets groeit dat het ook bij de mensen terechtkomt. Dankzij de voedselspeculatie.
Peeters:
We gaan de maatschappelijke onderwerpen er zeker niet met de hamer inkloppen. De thematiek zit onderhuids, zodanig dat de argeloze kijker niet meteen moet gaan roepen dat het allemaal schandalig is. De monoloog rond honger is zowel scherp als poëtisch, zowel het fysieke van honger – honger leidt tenslotte naar sterven – als de geeuwhonger van het Westen komt aan bod.

Er zit ook een tekst tussen over de confrontatie van een man en vrouw die te maken hebben met speculatie en iemand die aan de andere kant van de barrière staat en een soort economische vluchteling zou kunnen zijn. Dat is een gevoelige, persoonlijke dialoog geworden. Een ander fragment dat over water en basisvoorzieningen gaat, is een beetje in de traditie van Beckett en Brecht geschreven.

Met korte gerichte replieken rond een archetypische situatie. In de schriftuur zit de uitgepuurde stijl die je van ons kunt verwachten.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni