Meer administratieve rompslomp voor huurpanden

Voor huurcontracten van meer dan negen jaar voor woningen en handelsruimten zijn er sinds 1 augustus meer administratieve verplichtingen bijgekomen. "De gemeenten kunnen de bijkomende administratieve last niet dragen", zegt Marc Cools (MR) voorzitter van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB).

De wijziging aan het BWRO (Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening) betreft alle huurcontracten die de duur van negen jaar overschrijden en waarvan de akte bij de notaris wordt verleden. De regeling geldt voor zowel voor kantoren, handelsruimten als woningen. In de praktijk betreft het vooral handelsruimten, want er zijn weinig contracten voor huurwoningen van langer dan negen jaar.

Eigenaars gaan voortaan notarissen moeten inlichten over een aantal stedenbouwkundige aspecten, zoals gedane werken en lopende (bouw)aanvragen. Vroeger was dat enkel nodig bij de verkoop van woningen en kantoren. Bovendien moet de informatie ook al bezorgd worden aan notarissen, immobiliënkantoren of kandidaat-kopers op het moment dat een woning te koop staat, niet enkel dus bij het verlijden van de notariële akte.

'Niet realistisch'
Voor kandidaat-huurders is meer informatie goed nieuws, maar voor eigenaars en immobiliënkantoren betekent dat meer werk.

Marc Cools, Schepen van stedenbouw in Ukkel en voorzitter van de BVSG, ziet de nieuwe regelgeving helemaal niet zitten. "Ook de gemeenten worden daardoor opgezadeld met een hoop meer opzoekingswerk. Dit is echt niet realistisch", zegt de schepen in Le Soir, en bevestigt hij aan brusselnieuws.be.

Hij betreurt dat de gemeenten niet zijn betrokken bij de wijziging van de BWRO, en dat er geen financiële middelen tegenover staan.

Rond de nieuwe regelgeving heerst heel wat verwarring. Het kabinet van de bevoegde minister Rudi Vervoort (PS) liet dinsdag nog weten dat de nieuwe regeling alle huurcontracten betreft, wat dus niet het geval is.