F1429 la chambre bleue

Mathieu Amalric over 'La Chambre Bleue‘: 'Ik wou stationsfilm maken’

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
17/06/2014

Het veelgelezen oeuvre van de Luikse schrijver Georges Simenon leent zich tot meer dan belegen tv-series rond commissaris Maigret. Mathieu Amalric, als regisseur niet minder eigenzinnig dan als acteur, zette La Chambre Bleue om in een shot cinema met het effect van een dubbele ristretto. “Ik ben niet verliefd op dit boek. Het is véél verontrustender dan dat.”

Vier jaar geleden leerde Tournée dat in Mathieu Amalric ook een echte, op film verliefde, regisseur schuilt. Zijn Franse roadmovie over Amerikaanse stripteaseuses werd niet alleen in Cannes goed onthaald. De favoriete acteur van Arnaud Desplechin en de slechterik uit James Bond: Quantum of Solace, meende klaar te zijn voor een ambitieuzer project: de verfilming van Le Rouge et le Noir, het literair monument van Stendhal. Maar zo’n project krijg je niet op een, twee, drie van de grond. Ondertussen bleven de aanbiedingen om te acteren, binnenstromen. Tegen Wes Anderson, David Cronenberg, Roman Polanski en de broers Larrieu zei Amalric ja. Alleen nam dat de kriebel om zelf films te regisseren niet weg.

U wou Le Rouge et le Noir van Stendhal verfilmen maar het is uiteindelijk La Chambre Bleue van Georges Simenon geworden. Hoe komt het?
Mathieu Amalric:
Het wil maar niet vlotten met Le Rouge et le Noir. Eind januari 2013 was ik omwille van de opnames van La Vénus à la Fourrure van Roman Polanski in de buurt van Paulo Branco (bekende, onafhankelijke filmproducent, red.). Ik ken hem al sinds mijn zeventiende. Hij is mijn filmvader. Hij nam geen blad voor de mond: ‘Je schrijft al tweeëneenhalf jaar als een monnik-kopiist aan Le Rouge et le Noir. Hou daar toch mee op en draai! Laat ons snel, hier en nu, een film maken.’ Hij had gelijk. Ik moest draaien.

Dat verklaart nog niet waarom je bij Simenon uitkwam.
Amalric:
Ik weet niet waar dit boek (diept uit zijn zakken, een verfrommeld, vol gekribbeld exemplaar op, red.) vandaan komt. Ik weet niet van wie ik het wanneer gestolen heb. Zoals je weet, slingeren er in de huizen op het platteland altijd wel ergens boeken van Simenon rond. Eens je er in begint te lezen, krijg je het niet meer neergelegd.

Herinner je je de de laatste scène van Tournée? Een kamer, een man en een vrouw, ze hebben net de liefde bedreven. Hij kan wenen van geluk. Eindelijk zijn ze ze waar ze moeten zijn. Die scène ontleende ik aan La chambre Bleue. Naar dat miraculeus moment wou ik toewerken. Want wat blijft er van de wereld over tenzij twee lichamen die elkaar aantrekken?

Goeie vraag. Gaat La Chambre Bleue volgens u over lichamelijke passie die de rede overstijgt? Uw begin is zonder meer erotisch.
Amalric:
Ik ben niet verliefd geworden op dit boek. Het is véél verontrustender dan dat. Simenon legt de vinger op de wonde. Hij laat zien waarin wij mensen zo op elkaar lijken: het mirakel - of is het een catastrofe? - van twee lichamen die elkaar aantrekken. Julien begrijpt niet waarom al die mensen hem daar zo veel vragen over stellen. Hoe kunnen ze nu willen dat hij woorden plakt op iets onnoembaar? Zijn we onszelf nog of zijn we iemand anders op dat moment waarop we vervoerd worden en elders zijn: buiten de tijd, buiten de wet. Bevinden we ons op de top van de berg of net diep in de afgrond. In de tiende zin van het boek wordt l’Origine du Monde beschreven: ‘Non seulement tout était vrai, mais tout était réel : lui la chambre, Andrée qui restait étendue sur le lit dévasté, nue, les cuisses écartées, avec la tache sombre du sexe d’où sourdait un filet de sperme.’ Voilà!

De roman dateert uit 1963. Liet hij zich makkelijk vertalen naar vandaag?
Amalric:
Ik schreef het scenario met Stéphanie Cléau. We hebben de blauwe kamer schoorvoetend betreden. Veel grote namen hebben die Simenon willen verfilmen: Pialat, Chabrol, Téchiné, zelfs de broers Dardenne naar verluidt. Je kan dan ook een siddering niet onderdrukken als je die eerste zinnen leest.

Er was geen geld voor een periodefilm. Alles wat aan 1963 herinnerde moest er uit. We hebben het boek uitgewrongen tot de laatste druppel. We hebben gepast voor de beschrijving van de echtgenote. In het boek is ze une bonniche à la con. Simenons kijk op de vrouw is niet mooi. Ook ontdeden we ons van Simenons permanente zelfkastijding. In die roman bestraft hij (zijn?) seksualiteit. Bij Simenon heeft seksualiteit geen uitstaan met liefde. Hij praat over het genot dat je roostert, over de afgrond! En dat kan omdat hij zich beschermt met een genre: de policier, de stationsroman. Ik wou dat ook. Ik wou een stationsfilm. Alles moest zo eenvoudig mogelijk. Elke opname moest één informatie overbrengen en niet meer dan dat.

Alles is verteld op een dik uur.
Amalric
: Een uur en een kwartier. Recht op doel af. Passie, suspense, muziek, een gevecht tussen warm en koud. Het is een van de weinige romans van Simenon zonder lineaire structuur. Er zijn twee tijden. We weten niet waarom Julien gearresteerd is. Heeft hij zijn maîtresse gedood? Haar echtgenoot? Dat zoekplezier wond me op zoals Angel Face van Otto Preminger me opwindt of Nightfall van Jacques Tourneur of een van de films van studio RKO uit de jaren 1940.

Het verhaal is vaak kil en wreed en het moest snel gaan…de sfeer op de set was zeker stresserend?
Amalric:
Maar nee. Ik werk met vrienden.Christophe Beaucarne bijvoorbeeld is een zinnelijke, genereuze, grappige, humane, tactiele, man. Een echte Belg met andere woorden. Hij zorgde voor een goede sfeer met moppen van bedenkelijk niveau. Wat is een Belg met een geweer in een graanveld? Een cereal-killer! We hebben tijdens de opnames heel wat afgelachen. Het mocht niet te religieus worden. Het was allemaal vals. Om eruit te zien alsof we gevreeën hadden, liepen we eerst vijftien keer de trap op en af en gooiden ons buiten adem op bed. We geloofden meer in de Commedia dell’arte dan in de methode van de Actor’s Studio die wellicht vereist dat we ons een echt koppel wannen, dat echt vrijt en als het moet twee uur later nog eens. Die echtheid hadden we voor deze film niet nodig. We konden terugvallen op de spraakkunst van de cinema.

De schriftuur van Simenon is bijzonder door de beschrijving van de geuren, plotse geluiden, onverwachte gebaren. Annotaties als ‘het geluid van een lege vrachtwagen die op de kasseien passeert’ of ‘een lach op het terras van het café beneden’ geven je zin om te filmen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni