Mark Grammens: 'Brussel is een maintenee'

Danny Vileyn, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
15/04/2006
Er is stilte voor de storm. Over een jaar kijken de Vlaamse en Franstalige partijen aan tegen zware communautaire onderhandelingen. Over Brussel-Halle-Vilvoorde, de overheveling van bevoegdheden, over Zaventem. Mark Grammens van het eenmansblad Journaal heeft maar één boodschap aan de Vlamingen: "Niets toegeven. Geduld oefenen. De Vlaamse zelfstandigheid komt vanzelf."

Wat de blogger vandaag doet, doet Mark Grammens al twintig jaar. Op kwaliteitspapier weliswaar en geschreven in een rijke taal. Elke twee weken geeft Grammens in Journaal zijn eigenzinnige commentaar op de binnen- en buitenlandse politiek. De layout van het blad is droog, de teksten vlijmscherp, op het satirische af. Bladen zoals Journaal, dat volledig zelfbedruipend is, sinds 1988 ononderbroken verschijnt en bovendien nog invloed heeft in Vlaamse politieke middens, zijn in Europa maar weinig te vinden. Grammens: "Ik speelde al lang met het idee. In de jaren zestig was ik politiek redacteur van De Linie, toen de eigenaar plots besliste om de publicatie te stoppen. Het blad was in handen van de Jezuïeten. In Rome was de generaal, zo heet de topman van de Jezuïeten, voor het eerst sinds lang een Vlaming. Hij kon onze teksten lezen en heeft toen botweg beslist er komaf mee te maken. Het blad liep nochtans als een trein. De verontwaardiging bij de lezers was enorm. Ik had un coup de crosse ('een tik van de bisschopsstaf', SVG/DV) gekregen. In Vlaanderen oogst je daar veel sympathie mee. Ik heb toen een nieuw blad opgericht, De Nieuwe (links-onafhankelijk en druk gelezen), maar eigenlijk dacht ik toen al: waarom zou ik het niet allemaal in een eenmansblad noteren. Mijn vrienden hebben het me toen afgeraden."

Terwijl De Nieuwe aanvankelijk een fel standpunt innam tegen de Vietnam-oorlog en opkwam voor de dekolonisatie van onder andere Angola, kwam de nadruk na het Egmontpact op het communautaire te liggen. Zeker in de standpunten van Grammens die de boventoon voerden. Het Egmontpact, dat het land wilde opdelen in drie gelijkwaardige gewesten, was voor Vlaams-nationalisten de ultieme knieval voor de Franstaligen.

Volgend jaar, dertig jaar na het Egmontpact, staat er weer een rondje staatshervorming op de agenda. Mark Grammens vindt dat de Vlaamse partijen geduld moeten oefenen. "De communautaire onderhandelingen zullen op een sisser uitdraaien. De tegenstellingen zullen scherp zijn. De Franstaligen stellen nu al de taalgrenzen in vraag. Ze weten goed dat daar niet aan geraakt wordt, maar het is het ultieme afdreigmiddel. Het zou een historische dwaasheid zijn, maar ze zal helaas begaan worden, om toe te geven aan sommige Franstaligen eisen. Er zal in 2007 dan toch een regering van lopende zaken gevormd worden, die niets zal oplossen. De tegenstellingen zullen altijd maar scherper worden, tot men in een prerevolutionaire toestand terecht zal komen. Niet in 2007, maar vroeg of laat wel. Dat is onvermijdelijk."

"Wat de Vlamingen moeten doen? Hun eisen stellen. En als die niet in vervulling gaan, hebben ze twee mogelijkheden. De boel opblazen - ik verwacht niet dat ze dat zullen doen, je moet daarvoor een basis bezitten van revolutionaire mentaliteit - of de boel laten verrotten. Maar dat komt eigenlijk op hetzelfde neer."
"De Vlamingen mogen in de huidige economische context geen toegevingen doen. Stel: ik ben speechschrijver voor een minister en ik zou die toegevingen moeten verantwoorden in een tekst? Ik zou ontslag nemen."

"Ik geloof nogal in l'accident de l'histoire. Veel belangrijke gebeurtenissen hebben zich accidenteel voorgedaan. (met pretoogjes) Er is plots een Marie-Antoinette die zegt: 'De mensen hebben geen brood? Laat ze dan koekjes eten' en de Franse revolutie breekt uit. Zo zal het ook met België vergaan. Ik zie dit land evolueren naar een splitsing. Je hoeft daar geen Vlaams-nationalist voor te zijn. De Walen zien dat ook. Aan het Hof is er paniek uitgebroken. Daarom zeg ik: geen toegevingen doen. De tijd komt dat er zelf niet over toegevingen gepraat zal worden."

Grammens is niet de man van de middenweg. Je bent voor of tegen hem. Vast staat dat zijn standpunten gelezen worden in politieke middens. Zowel aan de linker- als aan de rechterzijde. Grammens noemt zichzelf nog altijd overtuigd links. "Ik ben socialist, misschien wel de enige in Vlaanderen. Ik ben voorstander van het gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen, wat niet hetzelfde is als staatsbezit."

En toch ziet Grammens in een rechts Vlaanderen het ultieme breekijzer om de Vlaamse onafhankelijkheid te bereiken. Grammens: "Het grote voordeel van een verpletterende overwinning van het Vlaams Belang zou kunnen zijn dat de weerstand in Wallonië te groot is om nog met Vlaanderen samen te leven. Het Vlaams Belang moet geen vijftig procent halen, wel veertig. Dat zou een zeer elegante uitweg zijn voor de splitsing, zonder bloedvergieten."

Een linkse denker die het Vlaams Belang in de armen sluit. Klinkt als Macchiavelli. "Dat mag," lacht Grammens, die om zijn stellingen tegenwoordig ook door het Vlaams Belang op een voetstuk wordt geplaatst. Grammens: "Ik heb ook vijanden bij het Vlaams Belang. Reken maar. Maar ik ben tegen het cordon sanitaire. Ik ben tegen alle cordons. Een samenleving moet respect hebben voor alle strekkingen in de samenleving."

Brusselse erfzonde
En dan is er Brussel. Er gaan weinig Journaals voorbij waar het reilen en zeilen in Brussel niet voor het voetlicht wordt gehouden. Grammens: "Wie zich met binnenlandse actualiteit bezighoudt, moet ook met Brussel begaan zijn. Het is de hoofdstad van het land. Ik ben er altijd tegen geweest dat Vlaamse organisaties hun kantoren buiten Brussel kiezen. Ik heb altijd in Brussel gewerkt, buiten de vijf jaar dat ik in Londen heb geleefd. Ik heb er school gelopen, gewoond. In de zomer van 1940 is ons gezin verhuisd van Ronse, waar ik geboren ben, naar Oudergem. We hebben daar een huis gekocht. Mijn vader (de activist Flor Grammens, SVG/DV) was verkozen in de Kamer (als onafhankelijk een VNV-lijst, SVG/DV), en moest dus in Brussel werken. We hebben er gewoond tot 1946. Mijn moeder stond er toen plots alleen voor want mijn vader zat in de gevangenis. We zijn dan naar Antwerpen verhuisd. Mijn eerste standplaats als journalist was Londen, als correspondent voor katholieke en protestantse Nederlandse bladen en Vlaamse kranten en tijdschriften, daarna altijd Brussel. Ik ben vijftig jaar beroepsjournalist. Ik heb nooit een andere baan gehad."

"Maar mag ik nog iets over Brussel zeggen? De erfzonde van Brussel is gelegen in de periode dat men van Brussel een derde gewest heeft gemaakt. Daar is op zich weinig tegen in te brengen ware het niet dat Brussel economisch niet levensvatbaar is. Van een niet op zichzelf leefbare agglomeratie is een gewest gemaakt, later een gelijkwaardig gewest. Dat is de Franstalige Brusselaars naar het hoofd gestegen. Ze gedragen zich arrogant, als waren ze de bestuurders van een welvarend gewest. En dat is het niet."

Maintenee
"Er zijn drie stadstaten in Europa, steden die de structuur hebben van een autonoom Gewest. Dat zijn Hamburg, Bremen en Brussel. Maar Hamburg en Bremen zijn grote industriesteden. Hamburg is Antwerpen maal twee. Bremen heeft een uitgestrekt havengebied. De Haven van Brussel zegt u? Dat kunnen we toch niet ernstig nemen. Daar kan je in de zomer een strand aanleggen, dat wel."

"Brussel is ooit een industriestad geweest, toen de Zenne nog bovengronds lag. De aftakeling is begonnen in de Oostenrijkse tijd. Brussel werd een residentiestad. Een stad van het Hof, van de regering, van diensten, van toerisme. Maar dat is iets anders dan een deelstaat. Bremen en Hamburg hebben geen subsidies nodig. Ze staan juist af. Het zijn gevers. Brussel is een ontvanger. Brussel is een maintenee."

"Goed. Laat nu België verwasemen. Wie zal Brussel dan onderhouden? Wallonië toch niet. Men gaat toch geen gebied met 23 procent werklozen, samenvoegen met een gebied met 18 procent werklozen. Dat is krankzinnig. Brussel kan als entiteit alleen overleven binnen België of binnen Vlaanderen."

"In een Europees verhaal, district of Europa, geloof ik niet. Is er iemand die gelooft dat een grote meerderheid aan Europese lidstaten bereid zou zijn om Brussel als hoofdstad te onderhouden? Hoe komt iemand daarbij? Ziet ge de Duitsers baas spelen in Brussel of een Europese commissaris uit Slovenië gouwleider zijn in Brussel? Je zal in Europa geen meerderheid vinden om cette vieille ratatinée, de verlepte hoer die Brussel is, onderhoudsgeld te geven. Vlaanderen is daar wél toe bereid, vanuit een sentimentele historische band. Hoewel er de jongste jaren een tendens bestaat in Vlaanderen om Brussel te laten vallen."

"Als Europa ooit bereid zou zijn om een eigen district uit te bouwen, dan zal het een ander zijn dan Brussel. Dan zal het zijn zoals Brasilia (een volledig nieuw opgetrokken stad in Brazilië). De Oost-Europeanen wachten daar geduldig op. Polen of Tsjechië maken zo duizend vierkante kilometer vrij waar ze de souvereiniteit van afstaan om het aan Europa te schenken. Dat is in een handomdraai geregeld."

Grammens is regelmatig gevraagd om politiek actief te zijn. Hij is daar nooit op ingegaan. Dat heeft onder meer te maken met zijn gehoorprobleem, veroorzaakt door een antibioticum dat nog niet op punt stond, toegediend toen hij zestien was. Maar er is meer. "Ik zou te snel in aanvaring komen met de partij. Om als onafhankelijke geest invloed uit te oefenen in de partij moet je al heel sterk staan. Iemand als Jean-Marie Dedecker is een grote uitzondering. Neen. Ik heb nooit een partijkaart gehad. Of toch. Toen ik in Londen woonde had ik wat vrienden bij Labour - Labour van toen, hé, ik spreek van de jaren vijftig. Die hebben me op een gezellige avond een lidkaart verlapt."
En wat brengt Journaal morgen? Grammens lacht minzaam. "Ik ga er mee door, zolang ik kan. Mijn volgend nummer is gewijd aan de Saksen-Coburgs."

------------------------------------------
OVER MARK GRAMMENS
•1940: verhuist naar Brussel, loopt school in het Sint-Jan-Berchmanscollege, zit in hetzelfde jaar als Jos Chabert en luchthavenaalmoezenier Herman Boon, studeert later Rechten in Leuven
•sinds 1956: beroepsjournalist, tot 1961 correspondent van Vlaamse (o.a. Het Volk en Het Belang van Limburg, Humo en De Linie) en Nederlandse protestantse en katholieke bladen (o.a. Trouw, Utrechts Dagblad); na een paar jaar ook freelance medewerker BBC en Britse bladen.
•1 januari 1962: politiek redacteur van De Linie, oprichter en directeur van De Nieuwe en Tijdschrift voor Diplomatie
•vanaf 1980: eerst twee jaar aan de slag bij Roularta, begint ook een eigen uitgeverij en werkt mee aan Trends en 't Pallieterke
•1988 tot vandaag: uitgever van veertiendaagse privénieuwsbrief Journaal

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni