Up Tower Michel Delsaux en Jean Luc Petit

Leven in 's lands hoogste woontoren: 'Voelt als vakantie'

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
24/06/2015

Precies een jaar geleden werd de Up-site, de hoogste woontoren van het land, voltooid. De helft van de appartementen is intussen bewoond. De bewoners zijn enthousiast. Slechts hier en daar valt een minpuntje te noteren. “Soms zit er niemand aan de receptie om mijn krant in ontvangst te nemen,” moppert mijnheer Van Damme.

D e Up-site kom je niet zomaar binnen. Het stevige zwarte hek dat toegang biedt tot het terrein, kan alleen door de bewoners en de receptioniste geopend worden. De receptie zelf is een lichte ruimte met wit leren zetels. Aan de muur hangt een opvallend schilderij van Rinus Van de Velde.

“Zoekt u Jean-Luc Petit?” vraagt het meisje achter de balie. “Hij kan niet ver zijn. Ze zijn even de hond gaan uitlaten.” En ja, daar komen Petit en zijn vriend Michel Delsaux aangelopen vanuit de binnentuin. Ze hebben even een ommetje langs het kanaal gemaakt met hun dwergteckel Nymphée. Na een jaar begint ook de omgeving rond de toren tot leven te komen. Er is intussen een kranten- en broodjeszaak, een Italiaans restaurant en ook een nieuw café. Bovendien werd de kade verbouwd tot een hippe houten promenade.

Bij de receptie pikken Petit en Delsaux twee grote dozen op, die net door een pakjesdienst geleverd werden. Het stel verhuisde pas anderhalve week geleden en is nog niet helemaal geïnstalleerd. “Handig, zo’n conciërgedienst,” zegt Petit als we in de lift zitten. “Al was het ons daar niet om te doen.”

De twee vijftigers woonden voorheen in een art-deco-appartement in Vorst. “We wilden iets groters en zochten eerst naar een appartement in dezelfde stijl en dezelfde buurt. Aan de Up-site dachten we niet. Het leek ons ook niet betaalbaar,” vertelt Petit, die als historicus in het Broodhuis-museum werkt. “Toen we niet meteen iets in art deco vonden, zijn we naar nieuwbouw gaan kijken. Maar dan moest het echt speciaal zijn.”

Zo kwamen ze terecht in dit hoekappartement op het noordoosten, 21 hoog. Lang nadenken over verdieping en oriëntatie was er niet bij. “Dit was zo’n beetje wat er binnen ons budget overbleef,” zegt Delsaux. Maar de twee zijn in hun nopjes met hun nieuwe woonst. “We hadden misschien liever het zuiden gehad, maar het is nu al zo warm binnen. En ons uitzicht is geweldig,” zegt Petit. Vanuit de woonkamer hebben Petit en Michel inderdaad een panoramazicht dat reikt van het Atomium tot de triomboog van het Jubelpark en het Justitiepaleis. Vanop hun terras kijken ze recht op de Noordwijk. “Heel urban,’ vindt Petit. “Grappig ook, met die treinen die door Schaarbeek kruipen als ware het miniatuurtreintjes.”

Hotel in Kuala Lumpur
Hoe ze zich voelen, na anderhalve week in de toren? “Het is net vakantie. Toen we inhuisden was het bloedheet. Die drukkende hitte, het uitzicht op de hoogbouw aan Noord, het internationale publiek van de Up-site, we waanden ons in een hotel in Kuala Lumpur.”

Toch is het niet al rozengeur en maneschijn, dat hebben ze al ondervonden. “Er is hier geen supermarkt vlakbij, dat is lastig,” zegt Petit. “En ons terras is toch wel lawaaierig. We hebben al bedacht dat we bij mooi weer met onze ligstoelen naar het 42ste gaan.”

Het 42ste, dat is het schitterende dakterras, dat omgeven is door een geluidswerende glazen balustrade. In de verkoopsbrochure staat het omschreven als skydeck. Het is maar één van de troeven waarmee projectontwikkelaar Atenor zijn 140 meter hoge toren extra aantrekkelijk heeft willen maken voor de kopers. Op de derde verdieping is ook een wellnesscentrum met zwembad en op de tweede een mini-bioscoop en een kinderspeelzaal. De conciërgerie beheert niet alleen de receptie, ze kan ook ingeschakeld worden voor het bestellen van bloemen, een maaltijd of een vliegtuigticket, het bellen van een loodgieter of het regelen van de was en de strijk.

Alleen het beloofde restaurant is er nog niet. Dat was aanvankelijk gepland op het dak maar komt, na verzet van de brandweer, op het gelijkvloers. Na lang zoeken is er inmiddels een kandidaat-uitbater: Ilys Events, dat onder meer het Kaaicafé runt.

Voor mijnheer Van Damme, die samen met zijn echtgenote sinds september op het negende woont, behoren al die extra’s gewoon tot de verkoopspromo. “Ik ben één keer met mijn kleinkinderen in het filmzaaltje geweest. Het was er koud en je kon geen dvd’s insteken, alleen een usb-stick. Ook de kinderspeelzaal stelt niet veel voor, er liggen wat kussens. Hier wonen natuurlijk ook niet veel kinderen.”

De Van Dammes, beiden rond de 65, kochten hun stekje in de Up-site aanvankelijk als investeringsappartement. Maar omdat hun huis in Ukkel te groot geworden was en ze nog een vakantiehuis hebben in Bretagne, wilden ze het appartement toch zelf uittesten. “En het bevalt, het licht en de luchten, de keuken, de isolatie, de nabijheid van het centrum.”

Minder tevreden zijn ze met de lawaai- en stofoverlast van Interbeton. “En de ramen worden voorlopig niet vaak genoeg gewassen.” Ook maakt de conciërgedienst het in hun ogen niet helemaal waar. “De basisservice is ok, maar er worden geen spectaculaire initiatieven genomen. Bovendien is er één dag op twee niemand aanwezig om ‘s ochtends mijn krant in ontvangst te nemen.”

Voorts zijn ze bezorgd om de ‘gemene delen’, het dakterras, de liften, de parkings. “Er moeten camera’s komen. Deze buurt is niet al te proper. Dat mag niet binnenkomen in het gebouw. Ik heb op het uitkijkplatform al eens lege blikjes aangetroffen. Als je je niet beschermt tegen het asociale gedrag van anderen, gaat de waarde van je eigendom achteruit.”

Droom
Kritiek op de toren is aan Nicolas Van Bol (31) niet besteed. Hij geniet na een jaar nog elke dag van het feit dat hij een ruim hoekappartement in de Up-site kon kopen. Weliswaar ‘slechts’ op de tweede verdieping maar met prachtig uitzicht op het kanaal en het zuidwesten. Het was een soort droom die in vervulling ging. “Ik werkte ooit in het Hilton, waar toen nog mensen permanent in een suite woonden. Dat leek me het einde.”

Up Tower
Van Bol, die zelf in een immokantoor werkt, pakte het slim aan. Hij kocht drie jaar geleden al, toen er nog betaalbare appartementen op het zuidwesten te koop waren. “Ik betaalde, zonder kosten, 240.000 euro. Als ik meer geld gehad had, was ik boven in de toren gaan wonen, maar één verdieping hoger kostte meteen al 30.000 euro meer.” Hij is hier heel gelukkig. “Dit gebouw is echt gemaakt voor mij. Ik heb een geweldig uitzicht en ik kan gebruiken maken van exact dezelfde service als de bewoners van de hoogste verdiepingen.”

Van Bol profiteert optimaal van alle extra’s. Hij gaat dagelijks naar de spa. “Dat kost me nog eens honderd euro per maand, maar voor die prijs kan ik wel in mijn badjas de lift instappen en gaan zwemmen.” De conciërgerie vindt hij fantastisch. “Ik bestel soms een kookpakket bij Fox Cuisine. De receptioniste zet dat dan gewoon bij mij in de koelkast. Geweldig toch.”

Die service leidt volgens hem niet tot hele hoge huurlasten. “Het is wel iets meer dan elders, maar niet veel. Door de zonnepanelen en de goede isolatie hebben we immers nauwelijks verwarmingskosten.”

En dan zijn er, niet onbelangrijk, de medebewoners, een mix van Belgen en expats. “Iedereen is nieuw, dus iedereen is erg open. We hebben hier al enkele feestjes gehad.” Uit enthousiasme maakte Van Bol een Facebookgroep speciaal voor de toren. “Veel bewoners posten wel eens iets, een tip voor een restaurant, gratis tickets voor een beurs in Thurn & Taxis of gewoon een foto van een mooie zonsondergang.”

Zie ook: Up-site: de duurste zijn nog over.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni