De permanente tentoonstelling over de Eerste Wereldoorlog in het Legermuseum zal pas tegen november 2015 de deuren openen. Voorlopig komt er alleen een tijdelijke tentoonstelling. Het museum dreigt zo de herdenking van de Grote Oorlog te missen. “Het resultaat van wanbeheer van de politiek en van het management.”

De problemen in het Legermuseum zijn niet nieuw. Het museum kampt al jaren met structurele problemen. Ook het gebouw verkeert niet in al te beste staat.

Nu raakt ook bekend dat de nieuwe permanente tentoonstellingen over WO I nog minstens anderhalf jaar op zich zullen laten wachten. De zaal die de IJzer als thema zal hebben, wordt in november 2015 geopend. De permanente expo over de bezetting tijdens WO I zal zelfs pas in 2016 open gaan. Dat maakte minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) bekend.

Momenteel is de zaal gewijd aan '14-'18 gesloten door werken. Op de website staat te lezen dat het museum er daardoor deze dagen erg stoffig kan bijliggen.

Eind februari start in het Legermuseum wel de expo “’14-‘18, dit is onze geschiedenis”, maar dat is een tentoonstelling die samen met de NV Tempora en Museum van Europa wordt opgezet. Eens die tijdelijke tentoonstelling afgelopen is, zou dan de gerenoveerde zaal geopend worden. Binnen het museum noemt men de die planning echter zeer optimistisch.

'Schrijnend'
Kamerlid Wouter De Vriendt (Groen), die het Legermuseum opvolgt, spreekt van een “schrijnende situatie”. “Dit is het resultaat van een jarenlange verwaarlozing”, zegt hij aan brusselnieuws.be. “Men moet nu een beroep doen op een privébedrijf om een tentoonstelling te organiseren en zo de zaak te redden.”

De Vriendt wijst naar defensieminister De Crem als medeverantwoordelijke. Defensie is immers verantwoordelijk voor de werking van het museum, het gebouw valt dan weer onder de Regie der Gebouwen. “Die heeft de afgelopen jaren bitter weinig interesse opgebracht voor het Legermuseum”, klinkt het. “Ook de directeur-generaal gaat niet vrijuit. Zo is er geen managementplan of operationeel plan, en zijn er al sinds 2009 geen jaarverslagen meer verschenen.”

Het is ook zo dat de algemeen directeur een deel van het personeel tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Een welingelichte bron heeft het tegenover brusselnieuws.be over een malaise en gedemotiveerd personeel.

“Wanbeheer”, besluit De Vriendt. “Zowel op politiek als op managementniveau. Minister De Crem had hier gerust in kunnen tussenbeide komen, bijvoorbeeld door in te grijpen via het budget.”

Het Kamerlid vraagt dan ook dat er een externe audit van het museum komt. “Een museum met een budget van jaarlijks meer drie miljoen euro moet een paradepaardje zijn”, zegt De Vriendt. “Het is dan ook noodzakelijk om te onderzoeken wat er de afgelopen jaren is misgelopen.”

'Zaal is niet enige aspect'
Minister De Crem wees er in de Kamercommissie voor Landsverdediging op dat voor de herdenking rond WO I meer gedaan wordt dan alleen het renoveren van de zaal. Iets wat herhaald wordt door Dominique Hanson, algemeen directeur van het museum. “Kijk maar naar de Dodengang in Diksmuide”, zegt hij. “Die hebben we gerenoveerd voor anderhalf miljoen euro. De zalen zijn inderdaad een zwart punt, maar er zijn ook andere aspecten.”

Hanson erkent dat er “een probleem met de timing” van de zaal ‘14-’18 is. “Maar we hebben dat opgevangen met de tijdelijke tentoonstelling, in samenwerking met partners”, zegt hij. “Men kan ons trouwens niet verwijten dat we te laat zijn begonnen met de herdenking. Al in 2009 waren we daarmee bezig. Het probleem in Brussel ligt in de complexe samenwerking met de Regie der Gebouwen, die eigenaar is van de gebouwen.”

Het zesjarig mandaat van Hanson loopt af op 31 maart van dit jaar. Hij is naar eigen zeggen kandidaat om zichzelf op te volgen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni