Klaus Bondam: ‘Als burger mag je nooit een status-quo aanvaarden’

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
05/01/2012
Klaus Bondam, voormalig ‘fietsburgemeester’ van Kopenhagen en acteur, is nu precies een jaar directeur van het Deens Cultureel Instituut in Brussel. Een gesprek over de auto in de stad, de multiculturele samenleving en de moeilijke relatie van de Denen met de Europese Unie. “Denemarken is een tribale samenleving.”

D enemarken is sinds 1 ja­nuari voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Daar is ook een belangrijk cultureel luik aan verbonden. De Denen pakken het bescheiden aan. "Er is de crisis," zegt Klaus Bondam, "en daarnaast hebben de Denen natuurlijk al vaker de Raad van de EU geleid. Ons programma valt daarom misschien wat lichter uit dan dat van Polen, dat zich als nieuwe lidstaat echt heeft willen bewijzen."

De Denen brengen niettemin een flink pak cultuur naar Brussel, met onder meer films van Lars von Trier en een overzichtstentoonstelling van de avant-gardekunstenaar Per Kirkeby.
Klaus Bondam is een bezige bij. Hij was jarenlang een populair acteur in zijn land; hij is onder meer te zien in Festen van Thomas Vinterberg. Hij acteert ook vandaag nog, zij het occasioneel. Zo is hij in het najaar op Canvas te zien in de prestigieuze fictiereeks The artists, een Europese coproductie met onder meer Johan Leysen.

Maar het bekendst is Bondam misschien wel als 'fietsburgemeester van Kopenhagen'. In de Deense hoofdstad heeft hij vier jaar lang gestreden voor een beter fietsbeleid. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar Bondam vindt dat politici zich daardoor niet moeten laten afschrikken.

"Politici moeten de juiste vragen stellen. Hoe willen we dat onze stad er over twintig jaar uitziet? Willen we gezondere mensen, die meer wandelen? Willen we samen minder in de file staan? Die vragen moeten de inzet zijn van het politieke debat. Stadsplanning moet in de eerste plaats humaan zijn en zich richten op de leefbare stad. Ik denk dat we daar in Kopenhagen voor een groot stuk in geslaagd zijn."

U woont nu een jaar in Brussel. Vergelijkt u beide steden eens?
Klaus Bondam: "Het is ongetwijfeld prettig voor de pendelaars om via snelwegen van overal in België goed met Brussel verbonden te zijn. Maar voor wie zoals ik in het hart van de stad leeft, is dat drukke autoverkeer vooral hinderlijk. Ingrepen in de stad moeten beide groepen dienen, de stadsbewoner én de pendelaar. Een goede oplossing is comfortabel openbaar vervoer gecombineerd met hoge parkeertarieven, zodat alleen wie echt moet, de auto neemt om de stad in te komen."

Er ligt een groot parkeerplan klaar, maar de negentien gemeenten liggen dwars.
Bondam: "Ik weet dat sommigen de gemeenten in Brussel als hinderlijk ervaren. Maar het goede aan democratie is dat de kiezers de burgemeesters elke zes jaar ter verantwoording kunnen roepen. Ik ben daarom niet gekant tegen een gedecentraliseerd stadsbeleid, ten minste als de lokale besturen goed samenwerken."

"Over een belangrijk thema als mobiliteit in de stad zou een dialoog moeten ontstaan tussen alle groepen in de stad, van handelaars over migranten en eurocraten tot kunstenaars. Dat mag geen louter intellectueel debat zijn. Iedereen moet rond de tafel gaan zitten met de vraag: hoe kunnen we het mobiliteitsprobleem oplossen? Als burger mag je nooit een status-quo aanvaarden."

Hoe hebt u de inwoners van Kopenhagen kunnen overtuigen van een radicaal fietsbeleid?
Bondam: "Veertig procent van de mensen rijdt in Kopenhagen dagelijks met de fiets naar het werk (in Brussel is dat geen vijf procent, SVG). Daarmee kun je als politicus dus makkelijk aan de slag. Ik heb nochtans ook strijd moeten leveren, onder meer met de automobilisten. Maar ook in Christiania (de alternatieve hippiewijk van Kopenhagen, SVG), waar ze de fietspaden als een inbreuk zagen op hun zelfgeproclameerde vrijheid. En een journalist vindt altijd wel een winkelier die ergens tegen is. Ik heb moeten vechten, maar daar heb ik geen spijt van. Kopenhagen is een échte fietsstad."

Is het dan frustrerend om, als een man van de actie, in Brussel te arriveren en te zien dat hier véél werk aan de winkel is?
Bondam: "Eigenlijk niet. Het was eerder een opluchting om opnieuw een gewone stadsbewoner te kunnen zijn. Ik heb vier jaar in de kijker gelopen als verdediger van de fiets, en er waren heus wel mensen die het niet met mij eens waren."

"In Brussel komen wonen was een vreemde ervaring voor mij. Ik kende de stad wel een beetje, maar dan alleen van de Europese zijde. Ik ben erg nieuwsgierig. Brussel heeft me meer dan eens verrast. Er zijn hier echte juweeltjes te vinden. Brussel zou een toeristische topbestemming kunnen zijn, maar is het jammer genoeg niet."

Waar schort het?
Bondam: "Brussel verkoopt zich slecht. Waar zijn de originele hotelletjes die niet te duur zijn? Waar zijn de gezellige autovrije pleinen? Neem nu het Kasteleinsplein. Waarom daar geen permanent marktplaatsje van maken? Ook met de kanaalzone valt meer te doen. Waar Brussel wel een streep voor heeft, is in de Engelstalige dienstverlening. Musea zijn drietalig. Dat vind je in weinig steden."

Fietst u in Brussel?
Bondam: "Ja. Ik gebruik Villo (de huurfietsen van JCDecaux, red.). Het is oké. Niet meer, niet minder. Een eigen fiets heb ik hier niet. Vanwege het risico op diefstal en het gebrek aan fietsstalling, en omdat mijn fiets niet in mijn kleine flat past. Ik wandel ook veel. Brussel is verbazingwekkend. Je gaat een hoek om en komt in een totaal andere wereld terecht. Ik waan me soms in een theaterstuk, wandelend door verschillende decors. Ik neem mijn vrienden wel eens mee van de Dansaertstraat over het kanaal, richting wat ik Klein Damascus noem (oud-Molenbeek, SVG). Dan staan ze versteld. Maar ook daar kan het beter. Ik voel me er niet altijd veilig. Waarom geen wandelroutes uittekenen die veilig en aangenaam zijn en die de verschillende wijken beter met elkaar verbinden? In Molenbeek zijn wellicht mensen die hun wijk haast nooit uit komen."

"Waar Brussel de boot heeft gemist, is, denk ik, in het behoud van de middenklasse. Er zijn armen en erg rijken. Elke stad heeft middeninkomens nodig, mensen die werk hebben, die fiscaal bijdragen. Een stad heeft jonge gezinnen met kinderen nodig die mee aan de stad bouwen. Wat niet wil zeggen dat de armen uit de stad moeten worden gesloten."

Hoe bekijkt u het culturele leven in Brussel?
Bondam: "Twee dingen springen eruit. Bozar is fantastisch. Het heeft een open blik en is eigentijds. Ik kom er vaak. Alleen jammer dat er geen café is. En het restaurantpersoneel is brutaal. Maar het is een prettige plek, die de vergelijking met het Lincoln Center in New York kan doorstaan."

"Daarnaast is er de muziekscene in Brussel. Die is levendig, divers, innovatief én goedkoop. Een minpunt is het gebrek aan de betere cinema."

"Mijn Britse vrienden zullen het me niet graag horen zeggen, maar: niet Londen, maar Brussel is de meest multiculturele stad van Europa. De cultuur is veellagig en altijd verrassend. Ik zag de Deense popgroep Efterklang in een wat obscure club niet ver van de Kruidtuin. Dat zou in Kopenhagen niet mogelijk zijn."

"Ik probeer ook Kopenhagen te overtuigen van het belang van de internationale dimensie van cultuur. Dat is niet makkelijk. De Denen vormen een gesloten gemeenschap. Ze houden van hun comfort. Waarnemers spreken van een tribale samenleving. Denemarken zal zelden een buitenlandse groep uitnodigen met Deens publiek geld. Internationale cultuur dringt er dus moeilijk door. Een Britse theatergroep bracht onlangs Hamlet. Ophelia werd door een zwarte vrouw gespeeld. Dat schopte het in Denemarken tot een heus onderwerp in de kranten. In andere steden is zoiets al lang aanvaard."

Verklaart die geslotenheid de moeizame relatie van de Denen met de Europese Unie?
Bondam: "Europees beleid is voor de Denen ver van hun bed. En als het over de EU gaat, dan spelen de Denen in hun perceptie de belangrijkste rol. De Denen denken bijvoorbeeld dat zij een cruciale rol hebben gespeeld in de voorstellen om de crisis in de eurozone op te lossen. Dat is ver van de waarheid."

Denemarken staat ook bekend om zijn strenge migratiebeleid.Bondam: "Ik ben politicus geweest van een partij die eerder pro migratie is. Ik zeg nu dat we de migranten te lang aan hun lot hebben overgelaten. We lieten ze in de sociale zekerheid vertoeven, maar we leerden ze de taal niet. Deens leren is voor een migrant niet aantrekkelijk. Het is geen taal waarmee hij in de rest van de wereld terechtkan. Misschien een beetje zoals het Nederlands. Maar hun de taal niet aanleren was fout. Taal betekent vrijheid. Taal geeft de kans om werk te vinden, om deel te nemen aan het publieke leven."

"Iets anders zijn de discussies over vluchtelingen. Denemarken wil een uitstekend opgeleide Albanees zonder papieren het land uit. Dat is dom als je weet dat Denemarken net veel geld en energie heeft gestopt in de opleiding van die man, en als je weet dat Denemarken op termijn juist buitenlandse arbeidskrachten nodig heeft."

Wie is Klaus Bondam?

  • Geboren in 1963. Zijn moeder is Deens, zijn vader Nederlander
  • Acteur sinds 1992
  • Sluit aan bij de links-liberale partij Radikale Venstre in 1999
  • Schepen van Milieuzaken in Kopenhagen van 2006 tot 2010
  • Sinds januari 2011 directeur van het Deens Cultureel Instituut in de Koningsstraat

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni