Jorge Rojas-Castro, documentairefotograaf: ‘Elke stap die we zetten heeft zin’

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
24/09/2014

"Voor mij is kunst geen kunst als het geen politieke, maatschappelijke betekenis heeft. Als het geen echte boodschap uitdraagt. Elke stap die we zetten heeft op een bepaalde manier zin, zelfs als we dat op het moment zelf niet beseffen. Daarom doe ik wat ik doe, in de hoop beter te begrijpen wat zich rondom mij afspeelt." Jorge Rojas-Castro is documentairefotograaf.

H ij woont in de buurt van het machtscentrum. Het Schumanplein. We spreken af in het ViaVia Reiscafé van MicroMarché. Niet toevallig een van die kleinschalige initiatieven die de hoofdstad van Europa een meerwaarde geven. Jorge Rojas-Castro mag dan nog van buitenlandse afkomst zijn (de Chileense), het vertelt dat hij de habitat Brussel begrijpt.

“Mijn ouders behoorden tot de middenklasse, ik herinner me een jeugd in betrekkelijk comfortabele omstandigheden. Maar dan wel één onder de schaduw van dictator Pinochet. Mijn vader werkte voor Shell, door zijn job heb ik het land leren kennen, omdat we verschillende keren zijn verhuisd. Chili strekt zich over een smalle strook van meer dan 4.000 kilometer uit van noord tot zuid. Kort na de eeuwwisseling heb ik mijn koffers gepakt, mijn vader, moeder en twee zusters achtergelaten. Niet omdat ik geen keuze had, wel omdat ik iets anders wilde verkennen dan de mij zo vertrouwde omgeving. Ik was 31, het was tijd om het heft in handen te nemen.”

De keuze viel op Brussel, mede omdat er toch een zekere vorm van vertrouwdheid speelde – een deel van Jorges familie leeft hier. “Maar ook omdat Brussel een kruispunt van verschillende culturen is. Binnenlandse, buitenlandse. Bijkomende reden: in België studeren is zoveel goedkoper dan in Chili, waar de maatschappij meer en meer een blauwdruk aan het worden is van het neoliberale systeem in de Verenigde Staten. Wie niet van gegoede huize is en toch wil studeren, kijkt na het behalen van zijn diploma aan tegen een berg schulden. Ik leefde dan ook min of meer in onvrede met de manier waarop de Chileense maatschappij was geëvolueerd. Enkel gericht op productie, consumptie. Geen geld verdienen, geen leven. Hier gelden tot op bepaalde hoogte dezelfde regels, maar tegelijkertijd heb je een sociaal vangnet, krijgen ook de minder gegoeden een kans. Bovendien laat de organisatie van de Belgische maatschappij de mensen toe om zichzelf geestelijk te voeden, het artistiek en cultureel leven is erg toegankelijk. Een leven waartoe je zelf kan bijdragen als de wil er is. Wat ik ook doe.”

En dan is er nog Jorges Belgische vriendin – van Vlaamse afkomst – die hij heeft leren kennen door gemeenschappelijke vrienden, zoals dat dikwijls gaat. “Mede door haar open geest heb ik mij vertrouwd gemaakt met het multiculturele België. De getuigen van het rijke verleden leren kennen in prachtige kleine steden, zoals Gent er bijvoorbeeld één is. Nog geen seconde heb ik mijn beslissing om naar hier te komen betreurd. Het gemis van de majestueuze Chileense bergen en het licht van mijn vaderland vormt slechts een klein minpunt. Van bij het eerste moment voelde ik me thuis; de verhalen over xenofobie in België die ik in mijn vaderland had gehoord zijn ongegrond. De obstakels door de jaren heen: een vanzelfsprekendheid van het leven, die ik met glimlach erbij heb genomen. Al blijf ik het moeilijk hebben met de administratieve rompslomp. Een modernisering van het ambtelijk apparaat zou dan ook een verademing zijn.”

Geld als god
In ons Brussel heeft Jorge tevens een rijke Chileense gemeenschap ontdekt. “Het gevolg van de staatsgreep door Pinochet, met de hulp van de CIA, nu iets meer dan veertig jaar geleden. Veel mensen zijn ondertussen vergeten wat er toen gebeurd is, maar het is iets dat niet mag vergeten worden. De coup, de moord op Salvator Allende die een einde maakte aan de socialistische – bijna marxistische – traditie van Chili, heeft de geest van verscheidene generaties gesmeed. De toenmalige generatie bleef verweesd achter in een geest van terreur, de huidige generatie leerde het meelopen in de rat race als een vaststaande realiteit te aanvaarden. Ikzelf ben vier jaar voor de staatsgreep geboren, draag nog enkele vage herinneringen aan die periode met me mee. Het vervolgens opgroeien onder het bewind van Pinochet heeft mij een bewustzijn en een geweten, geschopt. En het doet me pijn aan het hart dat ik op veel plekken in de wereld dezelfde evolutie zie, dezelfde beproeving die ik heb moeten beleven. De verharding van de maatschappij, de economische groei als vanzelfsprekend dogma. Geld dat god is geworden. Met als automatisch neveneffect de opkomst van rechts en zelfs extreem-rechts. Mensenrechten en sociale rechten die meer en meer in de verdrukking komen. Zelfs hier in België. Hard, maar voor mij een motivatie om door te zetten.”

Een beetje een vrijhaven, een eilandje, zo noemt Rojas-Castro Brussel. “Ik ben hier gebleven omdat Brussel een stad is die alles heeft wat me bevalt. Niet te groot, leefbaar, internationaal, multicultureel. De mensen zijn door de bank genomen vriendelijk. Een plek die zo divers is dat je van de ene hoek op de andere in een andere wereld kan belanden. Voor mij was het een verademing na het mierennest dat Santiago de Chili is. Een stad van vijf miljoen inwoners, waar je enkel kan overleven als je slechts aan één ding denkt: geld verdienen. Veel Belgen die Brussel van buiten af zien, denken dat het Sodom en Gomorra is. Een wereldvreemde gedachte. Vergeleken met ‘echte wereldsteden’ is het een vredige habitat.”

Analoog
Jorge Rojas-Castro’s gedachtengoed zit diep geworteld, zijn drang om de maatschappelijke mechanismen te begrijpen eveneens. Om medestand te verwerven – en om de kost te verdienen – organiseert Rojas-Castro workshops als verantwoordelijke voor het Fotografisch Atelier van de vzw Hispano-Belga. Voor volwassenen. Voor jongeren, voor kinderen. En ondertussen doet hij zijn ding. Om mens tussen de mensen te zijn, om te leren te begrijpen.

“Het is sterk verbonden met wijken, plekken waar mensen wonen, werken, komen. En een zoektocht naar het opbouwen van een identiteit door diezelfde mensen. Een opbouw door wisselwerking. Wisselwerking met de omgeving, met andere mensen. Soms is die wisselwerking goed, soms minder goed, soms ronduit slecht. Ik heb het onder meer gedaan in de Marollen, in een residentiële camping in Clabecq, op het Bethlehemplein. Vastleggen op beeld, een getuigenis geven. Noem het gerust kunst, omdat het iets wil zeggen. Een politieke inslag heeft. Het past bij wie ik ben, hoe ik denk: voor mij is kunst geen kunst als het geen politieke, maatschappelijke betekenis heeft.”

Onafscheidelijke gezel is daarbij Rojas-Castro’s analoge fototoestel. “Om op elk moment van de dag hetgeen mijn oog vat te kunnen vastleggen op mijn filmrolletje. Op een filmrolletje, jawel. Ik weiger daarin toe te geven aan de moderniteit, werk nog steeds analoog, in zwart-wit. Geen enkele digitale foto, geen enkele kleurfoto, kan de expressiviteit van een goede analoge foto in zwart-wit evenaren. Het is de erfenis van een ervaring die ik had toen ik 11 of 12 was. Ik was onder de indruk van een berglandschap in het zuiden van het land, Temuco, waar we toe woonden. Drie vulkanen, die rood opgloeiden. Ik nam er een foto van met een soort van wegwerpcamera. De ontwikkelde foto’s bleken een ontgoocheling. Wat ik had gevoeld, de schoonheid die ik had gezien, had ik niet kunnen vastleggen. Dat is me is me bijgebleven en toen ik publiciteit ben beginnen studeren – met fotografie als een van de vakken – is het zaadje blijven groeien. Meer en meer wilde ik op print kunnen weergeven wat ik in mijn hoofd had. Dat heb ik uiteindelijk hier geleerd.”

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni