Gentsesteenweg 2

Jihadismespecialist Gilles Kepel: 'Molenbeek lijkt op een Franse banlieue'

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
27/01/2016

Gilles Kepel is een bekende Franse politoloog met specialisatie in jihadisme en arabistiek. Hij was vorige week op bezoek bij Foyer in de kanaalgemeente, waar hij het publiek verbijsterde met zijn volledige analyse. “Molenbeek lijkt op een Franse banlieue.”

‘E en gewijde stilte.” Zo omschreef Gilles Kepel de avond zelf, nadat het publiek meer dan een uur geboeid naar hem had zitten luisteren in de lokalen van de Molenbeekse vzw Foyer. Tijdens de uiteenzetting van de Franse politoloog kon men inderdaad een speld horen vallen. Veel vragen toch ook, nadien. Een kritische noot of twee, slechts, die Kepel kon wegwuiven met veel aura, zonder protest.

Het enige ernstige minpunt: de mensen waarover het in hoofdzaak ging, moslims, waren er niet. Toch allesbehalve massaal.

Kepels boodschap is dan ook niet te min: ‘islamofobie’, de term waarmee in media en politiek angst of haat tegenover moslims wordt bedoeld, is volgens de Franse hoogleraar koren op de molen van het islamisme. Op die manier heeft het invloedrijke Moslimbroederschap elke godsdienstkritiek onmogelijk gemaakt, ook en vooral in het Westen.

Maar wie denkt dat Kepel alleen de hand van de politieke islam ziet achter het hedendaagse jihadisme, waarvoor Brusselse jongeren gaan vechten in Syrië en bereid zijn aanslagen te plegen, vergist zich. Cruciaal in Kepels denken zijn de tegenstellingen die in de twintigste eeuw zijn gegroeid tussen het Westen en de islamitische wereld, en die veel oudere wortels hebben. Maar evengoed hecht de Fransman heel veel belang aan 14 februari 2005, toen YouTube werd geregistreerd in de Verenigde Staten. Dat luidde het begin in van de derde golf jihadisme, zegt Kepel, gekenmerkt door ‘generatie Y’, geboren in de jaren 1980 en na 2000 aan het begin van de volwassenheid.

CIA
Modern jihadisme kende al drie fasen. De eerste golf was die van de Sovjetinvasie in Afghanistan, in 1980, toen in heel de islamitische wereld werd opgeroepen om tegen de goddeloze communisten te vechten. Saoedi-Arabië, het hartland van de islam, speelde daarin een cruciale rol, en de Amerikaanse inlichtingendienst CIA ook, om het communisme in te dijken. Saoedi-Arabië had echter andere belangen, namelijk het gevecht om de hegemonie met het sjiitische Iran over de radicale islam. In 1979 was in dat laatste land immers de Sjah verdreven door een revolutie. De islamist Khomeini was de morele eindwinnaar van die revolutie, waardoor Perzië een theocratie werd. Saoedi-Arabië en de soennitische islam wonnen de strijd om de hegemonie echter, ook al omdat tegelijkertijd de VS de oorlog van Irak tegen Iran steunden. Pas eind jaren 1990, met de installatie van de Taliban in Afghanistan, en na de oorlogen in Joegoslavië, waar islamisten mee vochten, kwam er een einde aan de eerste golf jihadisme. Die golf had volgens Kepel de Fax als voornaamste communicatiemiddel.

De tweede golf werd gedomineerd door Al-Qaeda, dat vanaf eind jaren 1990 het monopolie op het jihadisme kreeg en zich richtte tegen natiestaten in het Midden-Oosten, die als een Westerse creatie werden gezien. De aanslagen in New York en Londen waren de grootste wapenfeiten van deze groep, maar konden wereldwijd te weinig moslims enthousiasmeren, zegt Kepel. Satelliettelefoon, Arabische nieuwszenders en een top-downstructuur met Osama Bin Laden als ‘baas’ kenmerkten deze golf.

Internet
De derde golf ten slotte begon in 2005, met de opkomst van Youtube, jihadismemanifesten die vrijelijk circuleerden op het internet en de rellen in de Parijse voorsteden. Daar wordt Kepel echt verrassend. “Een hele generatie jonge moslims lieten toen duidelijk blijken dat de islam hun voornaamste drijfveer zou worden, en niet meer hun integratie in de Franse samenleving.” Dankzij het internet kon er makkelijk geëxperimenteerd worden met extreme interpretaties van de islam. Uiteindelijk resulteerde dat in de aanslagen in Europa zelf, dat volgens de jihadi’s van deze golf ‘decadent’ en ‘ongelovig’ wordt genoemd. De hele samenleving wordt geviseerd, op een manier die niet meer ‘pyramidaal’ is, zoals ten tijde van Al-Qaeda: aanslagen plegen is een zaak van absolute gelijkheid. Iedereen kan het doen, zelfs de kleinste kruimeldief op eigen initatief, en zonder strak opgezet plan. Een summiere opleiding in Syrië en via het internet volstaat.

Gevangenis
Tot zover de grote lijnen. Kepel focust ook op de figuren die de jongste jaren aanslagen pleegden in Europa, en die bijna allemaal een link met Brussel hadden.

Uit die beschrijving valt op hoe Frans het jihadisme in West-Europa eigenlijk is, en hoezeer de Franse politiek in de perceptie van jihadi’s speelt. Mohammed Merah, die joden doodde in Toulouse, was bijvoorbeeld geïnspireerd door de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog in de jaren 1960, en de daaruit voortgevloeide haat die hij van thuis mee kreeg tegen de Franse kolonisator. Mehdi Nemmouche, die in het joodse museum in Brussel mensen doodschoot, was een delinquent die in de gevangenis radicaliseerde. Ahmed Coulibaly, die in januari aanslagen pleegde in Parijs, was eveneens een delinquent die radicaliseerde in de Franse gevangenis. De gevangenis speelt volgens Kepel een cruciale rol in radicalisering; mensen op het slechte pad krijgen er een snelcursus beter mens worden, en die cursus heet islam. Daarnaast valt ook het in de Franstalige wereld sterke complotdenken op: Kepel spreekt van de controversiële Franse humorist Dieudonné en figuren als Alain Soral, die schipperen tussen communisme en extreemrechts en zich na 2005 zouden opwerpen als verdedigers van de moslims tegenover het ‘zionistisch-joodse complot’. In ons land was Dieudonnés discipel parlementslid Laurent Louis, over wiens denken en het succes bij moslims daarvan deze krant in 2014 een uitvoerige reportage bracht.

Mei 1968
Kepel heeft dus een heldere hypothese over het moderne jihadisme en zijn oorsprong: het is de mengvorm tussen geopolitieke gebeurtenissen, de opkomst van identiteitsdenken, ook in Frankrijk bij het Front National en ten tijde van president Nicolas Sarkozy, de islam, het internet, het (vermeende) kolonialisme, het zionisme, de economische crisis en de militante vrijzinnigheid. In de beleving van jonge moslims speelt veel perceptie, zegt Kepel: propaganda over de vrijzinnigheid als model dat de moslims wordt opgedrongen gaat er goed in, evenals de terugkeer naar apocalyptisch denken, waarbij men denkt dat de hedendaagse strijd er een is tussen beschavingen, net zoals in de zevende eeuw, toen de islam zijn expansie-oorlog moest voeren tegen Perzen, Byzantijnen en Franken. Een illustratie van dat denken was volgens Kepel de talrijk door moslims de wereld ingestuurde boodschap op sociale media #jenesuispascharlie, waarmee men vorig jaar te kennen gaf dat men de vrijheid van meningsuiting niet ondersteunde nadat de redactie van Charlie Hebdo was uitgemoord, en waarmee men te kennen gaf dat vrijzinnigheid en godsdienstkritiek à la mei 1968 zoals uitgedragen door dat satirische blad geen te volgen model was.

Gilles Kepel heeft echter een kentering gezien onder Franse moslims: na 13 november waren er geen #jenesuispascharlie meer. Dat komt omdat tijdens die aanslagen ook moslims gedood werden. Kepel denkt dat Islamitische Staat daarmee zijn hand overspeelde. Voorzichtig klonk er afstand tot het radicalere discours. Kepel merkt echter op dat dat verzet tegen de radicalere boodschappen nog erg stilzwijgend is, en dat er onder gewone moslims nog veel angst bestaat om door de radicalere minderheid als ‘slechte moslim’ te worden gezien.

Daarmee is het verzet tegen het vrijzinnige perspectief dat West-Europa kenmerkt nog niet van de baan, zegt Kepel. “Er zijn genoeg moslims die het moeilijk hebben met het feit dat in een neutrale staat de islam maar één van de wereldbeschouwingen is. Dat wordt nog vaak gezien als onderdrukkend in deze erg paranoïde tijden.”

Kepel blijkt Molenbeek goed door te hebben: het lijkt erg op een Franse banlieue, zegt hij, met dezelfde manier van samenleven, dezelfde sociale codes en dezelfde problemen. Aan oplossingen of voorspellingen wil Kepel zich echter niet wagen. Of toch: de situatie kan beteren wanneer er een nieuwe machtsbalans in het Midden-Oosten wordt gevonden. Identiteitspolitiek zal ook in Europa een deel van de toekomst bepalen. Dat doet het nu al toch volop, volgens Kepel.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni