Jean marie Wampers velodrome Roubaix

Jean-Marie Wampers, Brusselse winnaar Parijs-Roubaix: ‘Zou tweede kassei moeten hebben’

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
16/07/2014

Jean-Marie Wampers (55) maakt deel uit van een uitstervend ras: Brusselaars die meedraaien in het topwielrennen. Zijn naam wordt in een adem genoemd met de klassieker Parijs-Roubaix, een zege waar hij uiteraard apetrots op is, maar zijn carrière is rijker dan wat hij op 9 april 1989 presteerde. Vraag maar aan Eddy Merckx...

‘W e hebben uw zoon terug bijna omvergereden,” kreeg mijn moeder soms te horen in haar bakkerij. “Ik vraag mij zelf ook af hoe ik het deed, in Brussel fietsen. We woonden op de kruising van Ukkel, Vorst en Elsene. Ik had wel het voordeel dat het Ter Kamerenbos vlakbij was. Een ideale uitvalsbasis.”


De eerste kennismaking van Wampers met het peloton gebeurde echter in... Nederland. Hij ging tijdens de schoolvakanties regelmatig op bezoek bij zijn grootouders in Limburg en belandde er net over de grens in een wedstrijd voor onderbeginnelingen, de huidige aspiranten. Terug thuis schreef hij zich meteen in bij een lokale club. “In de humaniora trainde ik door de tijd opslorpende school aanvankelijk alleen op woensdagnamiddag. Ik reed dan via Overijse naar Leuven en terug. Ik won wel wat koersen en tegen het laatste jaar van het secundair waren dat er al zeventien, ik eindigde toen ook twaalf keer als tweede. Dat was wel met meer training in de benen.”

Wampers kon zowel in de sprint als bergop zijn plan trekken, zonder uit te blinken in een specifiek onderdeel. Hij moest het dan ook vooral van aanvallen hebben en dat leverde hem onder meer de titel van Belgisch kampioen bij de amateurs op. Maar vooral: een profcontract in Italië.

“Ik was tijdens mijn vakantie naar het wereldkampioenschap in het Franse Sallanches getrokken en raakte er aan de praat met een man. Die was blijkbaar overtuigd door mijn prestaties en raadde mij aan bij een ploeg. Op een dag ontving ik een brief, in het Italiaans. Die taal sprak ik niet, dus ging ik naar Eddy Merckx om hem te laten vertalen. Ik kende Eddy omdat ik mijn Belgische titel bij de amateurs op een van zijn fietsen had behaald, het eerste grote succes van zijn fabriek. Hij heeft me voor die reclame zelfs bedankt met een nieuwe fiets.”

“Eddy las de brief diagonaal en zei me dat ik onderaan moest tekenen. Hij zei me dat ik naar Italië moest gaan, dus deed ik dat. Ik wist alleen dat Roger De Vlaeminck daar veel koersen won (lacht). Uiteindelijk beleefde ik er twee leerrijke jaren. Ik ben er een internationale renner geworden, ik heb er geleerd dat er meer was dan alleen de Belgische koersen. Ik heb er de stiel geleerd in de best mogelijke omstandigheden.”

Het bedrog van San Remo
Op vlak van resultaten liet Wampers meteen zien wat hij in zijn mars had. Zo won hij de semiklassieker GP Città di Camaiore, een wedstrijd met een indrukwekkend palmares waar amper drie Belgen op staan. Tijdens zijn eerste Milaan – San Remo eindigde hij twaalfde, of was het zevende?

“We reden achter een groepje ontsnapte renners en toen we aan de Poggio kwamen, zijn vijf renners op de grote baan blijven rijden waardoor ze de klim niet hebben gedaan. Op de beelden zie je hoe zij op een gewoon tempo over de meet rijden, terwijl wij een hoge snelheid halen dankzij de afdaling. Maar het viel blijkbaar niet genoeg op, want zij zijn niet gediskwalificeerd.”

“Na twee seizoenen ben ik teruggekeerd naar België. Ik wou hier de koersen rijden die me nauw aan het hart lagen. Die kans kreeg ik in Italië niet.”

Het duurde niet lang of Wampers liet zich ook hier gelden. Hij behaalde onder meer een mooie negende plaats in de Ronde van Vlaanderen en pakte in 1986 de zege in de Rund um den Henninger-Turm, dat jaar een koers buiten categorie. “Dat was een mooi zege, maar geen verrassing. Men kende mij ondertussen wel in het peloton. Ik moest mijn plan trekken maar slaagde er toch in regelmatig te winnen. En als ik won, was het een koers met een zekere waarde.”

“Ik zat dikwijls vooraan, maar miste meestal dat tikkeltje geluk op het juiste moment. Ik ben onder meer twee keer tweede geëindigd in Gent-Wevelgem, ik heb een paar keer net naast een klassieker gegrepen. Ik ben van oordeel dat als je in de top twintig van een klassieker kunt eindigen, je op termijn zo’n wedstrijd kunt winnen.”

Wampers bewees zelf dat zijn theorie klopt. Na een paar mooie top twintig plaatsen in verschillende klassiekers, schoot hij in 1989 de hoofdvogel af. Tijdens Parijs-Roubaix kende hij geen pech, trok de ploeg zijn kaart en bleek hij over betere benen te beschikken dan medevluchter Dirk De Wolf. “In de ploeg hadden we steeds vier – vijf kanshebbers om te winnen, er moest dus gekozen worden. Het jaar na mijn zege ben ik bijvoorbeeld vijfde geëindigd omdat ik voor Eddy Planckaert moest rijden, terwijl ik de beste benen in de koers had. Eigenlijk zou ik een tweede kassei moeten hebben. Maar in 1989 reed de ploeg voor mij.”

“Toen ik de kloof van dertig seconden met koploper De Wolf in amper vijf kilometer dichtte, wist ik dat er meer in zat. Ik had de beelden van de vorige edities bestudeerd om te zien waar ik de sprint moest aangaan. Met succes. Het was nochtans geen gemakkelijk wedstrijd, want het was zowel nat als droog, met heel wat valpartijen tot gevolg.”

Rondrijden met vips
Wampers wordt vandaag nog regelmatig aangesproken over die mooie zege. Hij beseft eigenlijk nu pas echt wat de waarde is van een overwinning in een klassieker. Het is iets dat je heel je leven meedraagt. “Ik kreeg brieven die geadresseerd waren aan Wampers – België, zonder adres. Maar ze kwamen wel terecht. Een zege in een klassieker brengt heel wat teweeg.”
Zijn carrière eindigde vroegtijdig doordat het financiële plaatje niet meer klopte. Zijn benen wilden nog wel, maar wat hem werd aangeboden was te weinig. Hij bleef wel in het peloton als sportdirecteur bij Collstrop, drie jaar lang.

“Als ik echt had gewild, was ik er in gebleven. Maar dat heb ik niet gedaan en ik ben aan de slag gegaan als verkoper. Ik kom soms nog wel in het peloton als begeleider van de vips voor Omega Pharma. Ik zal dat dit jaar ook heel de Tour lang doen. Het is iets waar je naar uitkijkt, maar je bent ook wel blij als het gedaan is. En zo heb ik toch nog een link met het wielrennen.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni