Machteld De Metsenaere VUB
© Saskia Vanderstichele

‘Het feminisme komt uiteindelijk ook de mannen ten goede’

Danny Vileyn, Kim Verthé
© Brussel Deze Week
25/02/2015

Voorvechtster van gendergelijkheid en Brusselonderzoekster Machteld De Metsenaere gaat met emeritaat. Haar stokpaardje? “Vraag nooit aan een ouder om te kiezen tussen een van zijn kinderen.” Een gesprek over gelijke onderwijskansen, de vrouwenbeweging en een taai glazen plafond.

O f we een praline wensen bij de koffie? De boekenkasten in het bureau van Machteld De Metsenaere mogen dan al helemaal leeggehaald zijn, om een warm welkom zit de professor op rust niet verlegen.

We zijn in haar kale – en eigenlijk best krappe – bureau om terug te blikken op een rijkgevulde academische carrière. Als jonge historica maakt De Metsenaere een doctoraat over taalverhoudingen in het Brussel van de negentiende eeuw.

Daarna bijt ze zich onder meer vast in de collaboratiegeschiedenis en de gelijkekansenproblematiek in het onderwijs. Het zwaartepunt van haar onderzoek ligt bij gender en diversiteit.

Ze stampt vanuit die interesse in 1989 mee het Centrum voor Vrouwenstudies, nadien RHEA, uit de grond, dat ze van 1992 tot vandaag heeft geleid.

In de Global Gender Gap Index 2014 van het Wereld Ecomisch Forum komt België op de tiende plaats. Met de genderkloof in ons land lijkt het zo slecht nog niet gesteld?
Machteld De Metsenaere: “Opgelet. Die index neemt veel in rekening: welvaartsindicatoren, onderwijs, gezondheid... Het is een globale, samenvattende index. Vrouwen op bestuursniveaus zijn in België eigenlijk nog altijd niet zo goed vertegenwoordigd. Vrouwen in academische carrières evenmin.”

Het debat over het glazen plafond komt regelmatig terug, met telkens dezelfde clichés en argumenten. Verandert er niets of willen we geen evolutie zien?
De Metsenaere: “In een aantal sectoren breken vrouwen wel degelijk stilaan door, maar onze arbeidsmarkt kampt nog steeds met een hardnekkig glazen plafond. Veranderingen komen er overigens meestal door een stok achter de deur. Dan spreek je al snel over quota.”

U bent voor.
De Metsenaere: “‘Niemand is voorstander van quota, maar iedereen weet dat ze helpen’, luidt de boutade. In de politieke wereld hebben quota wel degelijk effect gehad. Intussen beweegt er ook iets in de samenstelling van de raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen. Waarom? Omdat het moet sinds de wet uit 2011. De publiekrechtelijke universiteiten kregen sinds 2012 voorschriften opgelegd. De vrije instellingen, zoals de VUB en de KUL, worden geadviseerd om gelijkaardige inspanningen te leveren. Aan de VUB proberen we het zonder quota.”

Jullie genderactieplan (GAP) wordt volgend jaar voor het eerst geëvalueerd. Zien jullie al resultaat?
De Metsenaere: “We hebben vooropgesteld dat we minstens twee derde van onze doelstellingen moeten halen. En die halen we. Onze faculteiten formuleren zelf doelen om het genderevenwicht in hun academisch korps te bereiken: dat kunnen doelen zijn op korte of lange termijn. Bepaalde faculteiten kunnen nu eenmaal niet onmiddellijk nieuwe benoemingen doen.”

Zijn er veel verschillen tussen faculteiten onderling?
De Metsenaere: “Je zou ervan opkijken. Het is niet zo dat de faculteiten met de meeste vrouwelijke studenten het meest vrouwvriendelijke beleid voeren. In de exacte wetenschappen of bij de ingenieurs bijvoorbeeld telt onze universiteit relatief weinig vrouwelijke studenten, maar verhoudingsgewijs is de doorstroming in het academisch personeel behoorlijk sterk."

"Wijsbegeerte is dan weer traditioneel een vakgebied dat veeleer bezet blijft door mannelijk academisch personeel. Eens die onbewuste genderongelijkheid doorbroken wordt, zie je dat er veel makkelijker vrouwen worden aangetrokken en dat het mannelijke monopolie verdwijnt. Een volgende stap is dat er dan vaak andere thema’s aan bod komen.”

Kan de slinger ook niet in de andere richting doorslaan? Wat zou uw raad zijn, stel dat men u vraagt of lagere en middelbare scholen nood hebben aan quota? Het lerarenberoep kampt immers met een tekort aan mannen.
De Metsenaere: “Je moet beginnen met ervoor te zorgen dat je een toevoer aan diverse leerkrachten hebt. Maar ik vind het inderdaad belangrijk dat kinderen alle mogelijke modellen voor hun neus zien passeren, dus ook mannelijke kleuterleiders en leerkrachten.”

“Alleen vind ik het opvallend dat die zaken nooit geproblematiseerd werden zolang het onderwijs het terrein was van mannen. Op het moment dat vrouwen het overnamen, was het beroep ook al minder prestigieus aan het worden.”

U hebt zich jarenlang verdiept in vrouwenstudies. Wat is uw belangrijkste inzicht geweest?
De Metsenaere: “Naast de kennismaking met inzichten van telkens nieuwe generaties genderonderzoekers, zal mij vooral bijblijven dat ik bij studenten zoveel ogen opende. Als ik hen diets probeerde te maken dat je de samenleving niet ten volle kan begrijpen als je het ‘gegenderd’ zijn van die maatschappij niet meeneemt, zag ik vooral verbazing en soms onbegrip.”

“En ik begrijp ook waarom. Twintigers komen aan op de universiteit en de wereld ligt nog aan hun voeten. Meisjes doen het dan vaak zelfs beter dan jongens. Eens ze de universiteit ruilen voor het échte leven van werk en relaties, staan ze niet meer gelijk aan de start. Dan beginnen de horden te spelen, subtiel, de ene na de andere. Als ik hen opnieuw ontmoet, vaak jaren later, moet ik meer dan eens vaststellen dat sommigen niet de carrière hebben uitgebouwd waarin ik hen wel had zien functioneren.”

Misschien hebben vrouwen simpelweg geen zin in een carrière?
De Metsenaere: “Het spreekt voor zich dat sommige vrouwen dat niet willen. Nochtans werken de meeste hoogopgeleide vrouwen al decennialang en combineren ze een relatie of gezin met een loopbaan. Daarom moeten we er alles aan doen om die combinatie menselijk te maken. Dat is ook wat wij met het GAP beogen voor academische carrières.”

“Ik ben ervan overtuigd dat het feminisme en maatregelen ten gunste van vrouwen uiteindelijk zowel vrouwen als mannen ten goede komen. Ook het argument ‘we vinden geen vrouwen want ze willen niet’ is een drogargument. Ik hoor het ook meestal uit de mond van mannen. Zeer lange tijd beweerde men dat vrouwen geen ambitie hebben. Maar uit onderzoek, onder andere bij vrouwelijke wetenschappers, blijkt dat ze die ambitie wél hebben, maar anders uiten.”

Welk cliché stoort u het meest?
De Metsenaere: “Ik stoor me de laatste tijd vaak aan vrouwelijke ‘queen bees’ die zich in de media uitlaten tegen quota voor vrouwen en allochtonen. Ze beweren dat ze het enkel gehaald hebben op basis van hun bekwaamheden en dat quota afbreuk doen aan de kwaliteiten van vrouwen. Dergelijke argumenten voelen aan als een dubbele tackle.”

De VUB heeft altijd het voortouw genomen in genderkwesties. Kunnen genderstudies vandaag wegen op het beleid?
De Metsenaere: “Politici moeten er natuurlijk voor openstaan. De politieke conjunctuur vandaag is niet van die aard om veel aandacht te geven aan de impact van wetenschappelijke genderstudies.”

“Maar je moet steeds het onderscheid maken tussen de academische doelstellingen van genderstudies, en haar maatschappelijke opdracht anderzijds. Doordat genderstudies zijn gegroeid vanuit de vrouwenbeweging, is er altijd een strenge vervlechting geweest met de politieke praktijk.”

Staat de vrouwenbeweging nog sterk vandaag? De indruk ontstaat dat ze last heeft van navelstaren. Over de eigen sociale klasse en het glazen plafond bijvoorbeeld spreekt ze, maar zelden horen we haar over pakweg het probleem van geïmporteerde bruiden in Brussel.
De Metsenaere: “Aan zulke zaken schenkt de vrouwenbeweging wel degelijk aandacht. Alleen lijkt hier minder eensgezinde media-aandacht voor.”

“Het is waar dat er een zekere versnippering is van de actiepunten. We kennen nog wel de jaarlijkse Vrouwendag, maar je kan niet meer spreken van dé vrouwenbeweging of één belangrijk strijdpunt.”

Wordt het dan geen tijd dat de vrouwenbeweging zich herorganiseert, opdat verschillende strijdpunten meer ruchtbaarheid krijgen bij het brede publiek?
De Metsenaere: “Communicatie is daarin zeker belangrijk. Je hebt mensen nodig die dat kunnen stroomlijnen. Vaak hang je ook af van een bepaalde ‘courant’: waarom pikken media sommige zaken op en andere niet?”

“Daarnaast zie je dat de vrouwenbeweging nog altijd overwegend bestaat uit blanke vrouwen, ondanks inspanningen om andere sociale en etnische groepen erbij te betrekken.”

Heeft u tot slot zelf last gehad van het glazen plafond?
De Metsenaere: “Ik dacht eerst van niet. Maar uiteindelijk kan je daar zelf zeer moeilijk over oordelen. Bovendien vang je op een bepaald moment in je carrière toch wel een aantal zaken op.”

“Ik herinner mij mijn aanstelling als assistente. Ik was hoogzwanger, je kon niet naast mijn buik kijken. Toen gaven hier nog een aantal oudere magistraten les. ‘Ja maar, een vrouw benoemen die voortdurend zwanger zal zijn?’ kwamen ze tussen. Er gaven nauwelijks vrouwen les. Toenmalig decaan Frans De Pauw heeft mij toen verdedigd. Dus ja, ik geloof wel dat je als vrouw vandaag nog meer dan als man de steun moet krijgen van de juiste mensen op het juiste moment. Uiteindelijk heb ik maar één zoon gebaard, hoor (lacht).”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni