Dorian Vandenbrempt

Het Brussel van afscheidnemend deBuren-directeur Dorian van der Brempt

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
02/09/2015

Dorian van der Brempt gaat op pensioen en verlaat dus het Vlaams-Nederlands huis deBuren dat hij gedurende tien jaar leidde. In die tijd liet hij geregeld zijn licht schijnen over Vlaanderen en Nederland. Wij kwamen net op tijd op het idee om hem naar zijn Brussel te vragen.

V andaar dat we een eindje wegflaneren van zijn Vlaams-Nederlands huis, om in het Brussels-Brusselse huis Brasserie Ploegmans in de Hoogstraat te aanhoren hoe de geboren Antwerpenaar, de gewezen werknemer van Touring Club de Belgique, de gewezen docent aan de Design Academie in Eindhoven, de gewezen partner bij Enthoven Associates Design Consultants (waar hij de naam van vervoersmaatschappij De Lijn bedacht), de gewezen directeur van boek.be, en de gewezen adviseur van de Vlaamse ministers van Cultuur Paul Van Grembergen en Bert Anciaux, al een lang verleden deelt met de hoofdstad.

“Mijn vroegste Brusselse herinnering is die aan Expo 58 toen ik negen was. Expo 58 was een heel positieve presentatie. Het was de expo van de hoop, alles zou mogelijk worden. Ook de dimensie van Brussel maakte indruk. Na ’58 hebben mijn eerste, erg bewuste en mooie Brusselervaringen te maken met Maurice Béjart. Ik kwam op mijn zestiende in het Koninklijk Circus naar zijn Bolero met Jorge Donn, wat ik nooit zal vergeten. Het was ook de eerste keer dat een gezelschap zoveel nationaliteiten samenbracht.”

“Mijn vader was professor kunstgeschiedenis en leerde mij het Paleis voor Schone Kunsten en de Brusselse musea kennen. Na onderbroken studies Romaanse filologie - in mei ’68 hadden we belangrijker dingen te doen – moest ik mezelf zien te bedruipen en ben ik naar Brussel gekomen om toerisme te studeren aan Ceria/Coovi. Toen heb ik twee jaar in de Lijsterstraat in Anderlecht gewoond, boven café Béthanie. Ik hield van Anderlecht. Het samenleven met Marokkaanse, Tunesische en Algerijnse boursiers die hotellerie en toerisme ‘studeerden’ was heerlijk. Wij gingen naar hun feestjes, zij kwamen naar onze fuiven en leerden mij spacecake bakken.”

“Brussel is een vat vol tegenstrijdigheden maar ook vol mogelijkheden. In 1970 deed ik mijn legerdienst bij de Dienst Cultuur en Vrije Tijd van de Belgische strijdkrachten in Bensberg in Duitsland. Daardoor kan ik zeggen dat ik ooit Gerard Mortier heb opgevolgd, want hij was er mijn voorganger. Hij was het die als eerste miliciens naar de opera in Keulen leidde. Ik heb in Duitsland mijn eerste Boekenbeurs georganiseerd.”

U vindt zelfs dat de stad het voornaamste bestuursniveau zou moeten zijn waarop het cultuur-beleid vorm krijgt.
Dorian van der Brempt: “Voor Benjamin Barber zijn boek If mayors ruled the world schreef, zei de voormalige burgemeester van Londen Ken Livingstone al dat de burgemeester de belangrijkste politicus van de 21ste eeuw zou worden. In een debat bij deBuren hebben Job Cohen en Patrick Janssens dat bevestigd. Ik merk bij mezelf dat ik niet warm of koud word van de Kalmthoutse heide of de Zwitserse bergen. Een park is meer mijn buitenbiotoop dan een bos, omdat ik graag menselijke ingrepen observeer, ook met de natuur. Door mijn verleden in productontwikkeling heb ik het intuïtieve ontstaan van producten altijd zeer boeiend gevonden. Hoe zijn we ertoe gekomen bonen te plukken, die te branden, te malen en te koken met water tot we koffie hadden? Steden zijn volgens mij plaatsen waar creativiteit en inventiviteit altijd voorkomen omdat dit levensnoodzakelijk is. Als mensen dicht bij elkaar wonen, ontstaan conflicten en ruzies maar ook passie en creativiteit en de goesting om oplossingen te vinden.”
“Ik hamer ook zo op cultuur omdat ik denk dat dit voor Brussel een zeer belangrijk spoor is. We kunnen niet allemaal de financiële hoofdstad van Europa worden. Theater Aan Zee in Oostende is een mooi voorbeeld. Daar worden op tien dagen even veel tickets verkocht als in sommige Vlaamse cultuurtempels op een heel jaar. Mensen gaan er nu al speciaal voor op vakantie. Zo krijgt een niet al te rijke badstad een nieuwe raison d’être.”

U houdt blijkbaar van dans, want als we u vragen naar een Brussels kunstenaar die u uitzonderlijk dierbaar is, antwoordt u Wim Vandekeybus.
Van der Brempt: “Ik heb Wim leren kennen via Jan Fabre. In De macht der theaterlijke dwaasheden (uit 1984, red.) danst hij met Roberto die onvergetelijke tango. Ik heb al de voorstellingen van Wim gezien. We kennen elkaar 30 jaar. Hij is een oersterke Kempenzoon maar voor mij ook de ultieme Brusselaar die zes talen door elkaar spreekt, waaronder het nieuwe Brussels dat daar in zijn studio in Molenbeek wordt gesproken. Ik heb dans ooit ‘de nieuwe Vlaamse beweging’ genoemd. De aantrekkingskracht van mensen als Wim of Anne Teresa De Keersmaeker is niet te onderschatten. Mensen reizen uit Nieuw-Zeeland of Japan om in Brussel auditie te doen. Ik heb zelf gezien hoe Wim in Parijs, Londen, of Montréal wordt bewonderd. Op die momenten word ik even cultuurflamingant.”

Moet dans om de nieuwe Vlaamse beweging genoemd te mogen worden geen breder draagvlak genieten?
Van der Brempt: “Draagvlak is een lelijk woord dat politici gebruiken als ze iets niet willen. Ik weet ook niet of er in Tokio zoveel draagvlak is voor het No theater, maar ik vermoed van niet. Als vijf of tien procent van de Brusselaars weten waarvoor Vandekeybus en De Keersmaeker staan, dan lijkt mij dat goed. Kunstenaars moeten zich niet verantwoorden met cijfers. Kunst is een vitamine voor het goede leven, geen antibioticum. Je kan er de maatschappij niet gezond mee maken, maar als je het in kleine hoeveelheden kan toedienen vanaf de geboorte dan krijg je genuanceerde mensen. Als kinderen in goed ontworpen scholen onderwijs krijgen, als ze in een waardevolle omgeving kunnen opgroeien, is dat een ongelooflijke investering in de tijd.”
“Een product is ook niet (alleen) lelijk of mooi. In het designbureau vroeger wilde ik uitdrukkelijk zien ontwerpen voor de gebruiker en niet voor de verbruiker. Vandaag is dat steeds minder het geval. De verpakking, de periferie van het product is te belangrijk geworden. Vandaar ook mijn teleurstelling over een product als Tomorrowland. Dat jonge mensen vandaag zulke bedragen neertellen voor heel veel comfort vind ik zeer bedenkelijk. Wat gaan zij nog plezant vinden op hun dertigste als Sergio Herman op hun twintigste de gastronomische norm wordt? Brazilianen komen naar Boom of all places om heupwiegend het weekend door te brengen. Dan voel je toch aan je water dat daar iets niet klopt?”

U bent ook promotor van Risicovreugde, dat ook de titel wordt van een publicatie die u bij uw afscheid zal aangeboden worden.
Van der Brempt: “Risicovreugde – de vreugde bij het nemen van risico’s – is een woord van mijn mentor Fernand Nédée. Hij was bankier, voorzitter van een holding in de jaren 1970 en notoir CVP’er. Hij was eigenlijk alles wat je als 68’er diende te verafschuwen, maar ik heb nooit meer iemand ontmoet die zo’n indruk op mij heeft gemaakt. Hij was ook eigenaar van de Priorij Corsendonk - een gerestaureerd studieklooster dat ik voor hem als seminariehotel mocht uitbaten. De afspraak was dat de exploitatie break-even moest draaien en dan mocht het batig saldo in culturele projecten worden geïnvesteerd. Zo heb ik in 1983 Robert Mapplethorpe naar Monty in Antwerpen gehaald om De macht der theaterlijke dwaasheden van Jan Fabre te fotograferen. Jan had hem op het verjaardagsfeest van Bob Wilson in New York ontmoet en Mapplethorpe wilde naar Antwerpen komen om zijn werk te fotograferen. Dat project was ook risicovreugde.”
“Die ene foto is mijn grootste bezit: Mapplethorpe fotografeert Wim Vandekeybus in De macht der theaterlijke dwaasheden van Jan Fabre. Een wild project mede mogelijk gemaakt door Honeywell, Philips en Agfa Gevaert, via de Priorij Corsendonk.”
“Tegenwoordig wil iedereen ‘zekerheden’. Daarom ook heb ik veel respect voor kunstenaars, want zij nemen echte risico’s. Als ze afstuderen, staan ze nergens. Wij hebben bij deBuren veel ingezet op jonge auteurs, theatermakers en fotografen die moedig voor dit risico kiezen. Het Morgenland ligt in Brussel, niet in Boom.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni