Aleardo Villa Adriana Lecouvreur

Giftig bloemenparfum in Bozar

Johan De Smet
© Brussel Deze Week
10/02/2016

Operaliefhebbers en bloemisten opgelet: Adriana Lecouvreur is coming to town. Actrice, minnares, en vooral slachtoffer van de meest ongeloofwaardige moordaanslag in de operageschiedenis: dood door viooltjes. Op 17 en 20 februari vult De Munt Bozar met haar giftig bloemenparfum.

In de wereld van de opera struikel je weliswaar over de vergezochte sterfgevallen. Maar voor velen spant Adriana Lecouvreur de kroon. Nochtans is dit er eentje met een vleugje historische authenticiteit.

De heldin van Francesco Cilea’s opera heeft echt bestaan. Adrienne Lecouvreur (1692-1730) was de grootste tragédienne van haar tijd. Steractrice én frisse wind bij de Comedie-Française, waar haar naturalistischer, minder declamatorische acteerstijl razend populair werd bij het publiek. Maar succes op een theaterpodium is bijzonder vluchtig, en het feit dat we haar naam drie eeuwen later nog kennen heeft minder met haar acteertalent, en meer met haar – mogelijk fatale- liefdesleven te maken.

Somptueuze sopraan
De precieze doodsoorzaak van Adrienne blijft mysterieus, zelfs na een autopsie (bijgewoond door Voltaire, een van haar minnaars). Haar relatie met Maurice de Saxe is wel een feit. De hertogin van Bouillon, ook een minnares van Maurice, was begrijpelijkerwijs geen fan van Adrienne. Maar dat zij een boeket vergiftigde viooltjes liet bezorgen bij Adrienne, is meer dan waarschijnlijk een verzinsel. Maar, zoals wel meer verzinsels, wel een goed verhaal.

Dat verhaal wordt in 1849 een toneelstuk van Scribe en Legouvé – later een vehikel voor een gretige Sarah Bernhardt. Yvonne Printemps speelt Adrienne op het witte doek in 1938, Joan Crawford deed dat tien jaar eerder al in Hollywood. Van de verschillende operaversies heeft enkel die van Cilea het – weliswaar met stevig wat kleerscheuren – overleefd.

De première in 1902 in de Scala van Milaan is een groot succes, niet in het minst door de aanwezigheid van wondertenor Enrico Caruso. Zijn Adriana is de nu vergeten sopraan Angelica Pandolfini, terug te vinden op YouTube met de beroemde openingsaria Io son l’umile ancella. Die aria is tot het standaardrepertoire gaan horen, net als de meer dan dramatische doodsaria Poveri fiori. De rol zelf werd een succes voor latere diva’s zoals Magda Olivero, Renata Tebaldi, en, recenter, Angela Gheorghiu. Al is het niet altijd even makkelijk om met dit overrijpe versimo aan de juiste kant van ‘de goede smaak’ te blijven.

Het weinig overtuigende moordwapen en de warrige manier waarop de plot wordt verteld, zorgen ervoor dat de opera tegenwoordig vaker concertant wordt opgevoerd. Hier in Brussel is dat niet anders.

Naar Bozar dus voor de versie door De Munt. Die belooft alvast een topteam met Evelino Pidò, een expert in dit repertoire, als dirigent. De somptueuze Armeense sopraan Lianna Haroutounian zingt Adriana. Bloemen zijn toegestaan. Maar voor alle zekerheid toch maar best geen viooltjes kiezen.

Adriana Lecouvreur van Cilea door De Munt, op 17 en 21 februari in Bozar

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni