Armoede

Gebrek aan solidariteit in de samenleving

© Brussel Deze Week
04/06/2014

Volgens rechtse partijen ligt de oplossing voor alle plagen in dit land in de verlaging van de lonen, indexsprongen, schrapping van vervangingsinkomens en beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd, zegt Brussels OCMW-raadslid Henk Van hellem. Maar objectief gesproken kan je volgens hem enkel zeggen dat de werknemer bitter weinig krijgt van wat de werkgever moet betalen.

In deze voorbije verkiezingsweken werden we met van alles en nog wat rond de oren geslagen. Rechts hamerde weer op de – te hoge – loonkost in België en verzekert ons dat de oplossing voor alle plagen in dit land ligt in de verlaging van de lonen, indexsprongen, schrapping van vervangingsinkomens, beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd, enzovoort. Enkel zo zouden de ondernemers in dit land de nodige welvaart kunnen scheppen waar wij met zijn allen beter van worden.

Niemand heeft het over het aandeel van de lonen in de kostenstructuur van onze ondernemingen. Zelfs in de dienstensector is dit aandeel de vorige eeuw gedaald, van meer dan 80 procent tot onder de helft. Andere kosten zagen hun aandeel gestaag groeien, denken we maar aan automatisering. Wie durft het hebben over het aandeel loonkost in de kostprijs van het uiteindelijk product of dienst, geproduceerd in ons land? Vijftien procent of minder?

Objectief gesproken kan je enkel zeggen dat de werknemer bitter weinig krijgt van wat de werkgever moet betalen voor dat loon, zeker in vergelijking met het buitenland. Daar moet je aan werken.

Dat ondernemers ervan dromen om de last, wat zij uiteindelijk betalen, te verminderen en in overeenstemming te brengen met onze buurlanden, is hun volste recht. Dat ze dit verschil willen wegwerken en toevoegen aan hun rendement, hun winsten en hun bonussen, is een brug te ver.

Want toegegeven, wat je netto overhoudt is weinig, naar verhouding te weinig. Zelfs al krijg je er heel wat voor terug via de sociale zekerheid, de solidariteit tussen alle belastingbetalers. De ‘staat’ zou toch wat creatiever kunnen zijn en inkomsten zoeken en halen bij wie vandaag niet of te weinig solidair is.

Belastingdruk
Ook de vervangingsinkomens zijn schandalig laag in ons land, ze liggen stuk voor stuk onder de armoedegrens. En dan willen sommigen ze nog inkrimpen en beperken in tijd. De pensioenen zijn eveneens een schande. Zeker als je ze vergelijkt met een buurland als Nederland. Dat meerwaarde nauwelijks wordt belast, daar zweeg en zwijgt rechts wel over.

En dan hoor je wel eens dat de gemiddelde belastingdruk voor loontrekkenden en bedrijven niet ver uit elkaar ligt, zowat rond de 35 procent. Je moet dan wel je ogen sluiten voor het gegeven dat er bij de loontrekkenden/vervangingsinkomens de grote massa zo weinig verdient dat er inderdaad weinig moet worden op betaald en dat de grote ondernemingen slechts 1 procent of minder betalen omdat ze (legaal of niet) de fiscus kunnen ontwijken. Hier ligt de uitdaging.

Het gemiddelde nettoloon bedraagt om en bij de 1.500 euro per maand, het leefloon voor iemand met gezinslast is 1.089 euro, een alleenstaande krijgt 817 euro. En neen, niet elke steuntrekker heeft een eigen woning zoals wel eens wordt beweerd; ze hebben doorgaans zelfs geen sociale huurwoning omdat de wachtlijst overvol is. Ze betalen dezelfde prijzen zoals u en ik, op dit ogenblik twee slaapkamers voor 650 euro/maand plus lasten. Na aftrek van de huuruitgaven rest hen minder dan 5 euro per maand per persoon. Vijf euro (of minder) om alles mee te betalen: eten, kledij, dokter, apotheker, school en ook die (on)verwachte maandafrekening van water, telefoon of elektriciteit. Voor alleenstaanden is het erger, vergeet de eigen woning maar, leef op straat of huur een krot.

Gebrek aan solidariteit
Wie te lang aan de dop staat, of niet ijverig genoeg werk zoekt wordt geschorst, en op termijn uitgesloten. Dat is een speerpunt van het nieuwe beleid dat rechts voorstaat. Wel, die mensen komen dan terecht bij het OCMW en verliezen zowat 50 euro per maand, want het leefloon is lager dan de dop. Om echter dat leefloon te krijgen (en te houden) moet je, net zoals in de werkloosheid, beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (tenzij billijkheid of gezondheid kunnen worden ingeroepen) en moet je dus even ijverig als in dat andere systeem op zoek naar werk of vorming volgen om de kansen te vergroten. En ook hier zijn er sancties als de samenwerking ontbreekt, ook in de OCMW’s in Brussel.

En dan heb ik het nog niet over het hele zwartcircuit in onze economie, waar mensen uitgebuit worden, zonder rechten en meestal voor een hongerloon. Een economie waar vooral de werkgever beter van wordt.
En dan heb ik het ook niet over mensen die het kunnen vergeten op de Brusselse arbeidsmarkt, zelfs al kunnen ze heel wat aanreiken. Wie ouder is dan 35 vindt geen eerste job meer; vijftigplussers kunnen het vergeten; voor de minste job moet je tweetalig zijn, liefst met een goede kennis van het Engels erbovenop.

De armoedegrens in Europa ligt op 2.000 euro voor iemand met gezinslast, 1.000 euro voor een alleenstaande. Dat is de echte schande van het gebrek aan solidariteit in onze samenleving. Zij profiteren niet, wel de mensen en ondernemingen die er alles aan doen om geen belasting te betalen in verhouding tot wat ze verdienen.

Want wat de steuntrekker of loontrekkende meer op de rekening krijgt, komt terecht in onze economie en zorgt ook voor groei. Wat van ondernemers niet altijd kan worden gezegd.

Henk Van hellem,
OCMW-raadslid
Stad Brussel (SP.A)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni