Of hoe de ene week de andere niet is. We hebben afgelopen zondag definitief die uitzonderlijke nazomer uitgewuifd en de herfst verwelkomd. En we deden dat in Luik.

We, dat zijn mijn vriendin, haar moeder, mijn ouders, mijn zoon en ikzelf. Het had een cultureel en sportief dagje in de Vurige doch regenachtige Stede moeten worden. Ik zou er deelnemen aan de 10 kilometer van Luik. Op een snel parcours langs en over de Maas zou ik, niet zonder moeite, net onder de veertig minuten duiken. Goed voor een persoonlijk record. Mijn familie zou me toejuichen en ‘s namiddags zouden we naar het aquarium-museum gaan om zoonlief allerlei vreemde vissen te laten zien. We zouden de dag afsluiten met een flinke talloor boulettes Liègeoise en ‘s avonds moe maar tevreden terug naar Brussel karren. Topdag.

Liep dat even anders. Ik zou er deelnemen aan de 10 kilometer. Tot daar ging het goed. Verder zijn we niet geraakt. Het was half elf toen vrouwlief me uit de auto slingerde ergens in de buurt van de start aan de Boulevard de la Constitution. Over een halfuur zouden 5.000 lopers, 90 procent Franstaligen, 9 procent Vlamingen en een verloren gelopen Maastrichtenaar, de wegen van de cité Ardente inpalmen. Ik vond net op tijd de weg naar respectievelijk de inschrijvingsbalie, de kleedkamers en de start.

De speaker wenste ‘toutes et tous’ veel succes en de massa trok zich op gang. Ik nestelde me in de buik van het peloton. Ik maakte me geen illusies. Het actieplan was simpel. De eerste vijf kilometer zou ik me laten meedrijven in de massa om in de tweede helft van de wedstrijd de gashendel eens ferm open te draaien. Maar dat was buiten een spekgladde place Saint-Lambert gerekend. Een slip of the foot op de beregende natuursteen maakte na goed drie kilometer een abrupt einde aan mijn sportief bezoek aan Luik. Een acute pijn schoot door mijn linker quadriceps. Spierscheur. En ik was nog niet eens aan het zweten.

Ik strompelde terug naar de start alwaar een medewerker van het Rode Kruis een zalfje en een verband rond mijn bil zwachtelde. Leuke verpleegster, maar noch zij noch dat zalfje konden de donderwolk op mijn gezicht doen opklaren. Door mijn immobiliteit vielen ook de verdere plannen in het water. Het Aquarium-museum en de Luikse balletjes moeten wachten. Wij hadden in Luik niets meer te zoeken.

Door de tegenslag heb ik voor het eerst kennis mogen maken met ondercategorie van de sportuitslagen. Kent u de letters DNF? Did not finish. Dat staat achter mijn naam op de site van de wedstrijd. En dan zwijg ik nog over de gemiste medaille, het flesje sportdrank en het applaus aan de aankomst. Flopdag.

Het was een schril contrast bij wat me een week eerder te beurt viel. Onder een aangename nazomerzon verzamelden ik en Julien, alias team Bruxofors, in het Elisabethpark voor een runbike. Voor de outsiders: runbike is een sportdiscipline waarbij atleten in team een afstand afleggen. De ene per fiets, de ander al lopend en wisselen mag zoveel je zelf wil. De ambitie was simpel: de finish halen en eens kijken hoe erg het gesteld is met de conditie na een vrij passieve zomer. En dat bleek niet zo slecht.

Na kilometer tien lagen Julien en ik nek aan nek met een herenduo van een triatlonteam uit het Noord-Franse Valenciennes. Het zou zilver of brons worden, want de kopgroep was van meet af aan duidelijk sterker. Na een slechte fietswissel in de laatste kilometers brak de veer bij de Fransen en was de tweede plaats veilig. Vijftien kilometer knallen in vijfenvijftig minuten. Hoedje af voor onszelf. In Koekelberg kregen we wel een applaus, een medaille en zelfs een beker.

Ondertussen is de nazomerzon weg. De Brussels Marathon and Half Marathon is gelopen. En mijn voorraad warmtecompressen is aangevuld. Met gemengde gevoelens begint nu de sportieve herfst.

Bram Van de Velde is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport, Column

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni