Union Saint Gilloise supporters

Estafette: Kiezen, altijd een beetje verliezen

Ken Lambeets
© Brussel Deze Week
17/12/2014

Al fietsend langs de Van Volxemlaan op een koude zondagmiddag probeer ik mijn handen warm te houden. Eindhalte van de fietstocht is het Joseph Marienstadion, waar met Union – KVK Tienen de zesde van het klassement in derde klasse b het tegen de twaalfde opneemt. Voor de neutrale waarnemer geen tot de verbeelding sprekende affiche, voor mij een wedstrijd waar ik maandenlang naar uitgekeken heb.

Hoewel ik opgroeide in het idyllische Neerlinter, was een groot deel van mijn leven gericht op de dichtstbijzijnde grootstad. In Tienen liep ik school, volgde ik – zonder al te veel succes – dictie- en gitaarlessen, kende ik mijn eerste lief, mijn eerste droom, eerste verdriet. Ik ben helemaal verknocht aan Brussel, maar vandaag supporter ik voor de suikerjongens.

Ik verdedigde niet enkel zelf jarenlang de Tiense voetbalclubkleuren, om de twee weekends trok ik samen met mijn vader naar de thuiswedstrijden in het Bergéstadion aan de Gete. We maakten de steile klim van de fusieclub mee van vierde naar tweede klasse – bij een kampioensviering sprong er altijd wel iemand in de fontein op de Grote Markt.

Na de wedstrijd voetbalde ik samen met mijn vriendjes op het veld of vroeg ik handtekeningen aan de spelers. Als het daar te koud voor was, kreeg ik een warme chocomelk in de kantine.

Om mijn huidige woonplaats niet helemaal te verloochenen, neem ik samen met een andere uitgeweken Tienenaar en een Brusselse vriend plaats in het supportersvak van Union. Het mistige Marienstadion is voor het treffen met Tienen niet bepaald volgelopen, maar dat kan de pret niet bederven. De openingsminuten zijn voor Tienen (“voor ons”), maar uit een handvol kansen komen we niet tot scoren. Union heeft na een kwartier meer geluk, wanneer Beltrame aan de tweede paal de bal via een been van een Tiense speler tegen de netten knalt.

Dat is voor de supporters van Union het teken om ‘Saint-Gilles’ te zingen op de tonen van Hey Joe. Tijdens de rest van de eerste helft komt Tienen er niet meer aan te pas. Ik laat de moed al zakken, tot ik de Tiense supporters vlak voor het rustsignaal de naam van ‘Mike De Silva’ hoor scanderen.

Mike! In een ver verleden deelde ik de kleedkamer met de geniale middenvelder die nu aan zijn opwarming begint. Dat was een voorrecht, want toen al stak Mike er met kop en schouders bovenuit, trapte hij voorzetten achter het steunbeen, dribbelde hij het hele veld, scoorde hij en liet hij scoren.

Tijdens de rust warmen we onze verkleumde vingertopjes op in de kantine, waar Anderlecht – Club Brugge op groot scherm wordt uitgezonden.

De tweede helft brengt niet bepaald beterschap: terwijl de thuissupporters onafgebroken blijven zingen, speelt Union Tienen van het kastje naar de muur. Zelfs Mike kan het tij niet doen keren. Wanneer Rajsel na 55 minuten ongehinderd door de Tiense defensie mag slalommen en de twee-nul tegen de netten prikt, is de match al gespeeld. Blauwgele rook walmt door de Vorstse lucht.

Om niet helemaal te verkleumen, springen we wat mee met de supporters van Union. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ik mijn roots aan het verraden ben – hoeveel Brusselaars bevinden zich dagelijks in een soortgelijke situatie? Bij de derde goal van Union klap ik zelfs in mijn handen.

La Vielle Dame tikt de wedstrijd rustig uit. Na het laatste fluitsignaal komen de spelers de supporters groeten. Ietwat teleurgesteld fiets ik terug naar het centrum. Tegelijkertijd voel ik een nieuwe liefde ontluiken. Als het weer wat warmer wordt, zien ze me zeker terug in het Dudenpark.

BDW-eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni