Estafette: IJsschaatsen bij de Heilige Redder

Ken Lambeets
© Brussel Deze Week
12/08/2015

Sporten in de Vijfhoek is geen sinecure. Al joggend naar het Warandepark en terug vullen je longen zich met fijnstof en ter plekke loop je in een permanente polonaise. Gelukkig telt Brussel ook heel wat plekken waar je indoor kunt sporten. Denk maar aan de vele fitnesscentra, waar sportievelingen zich tegenwoordig in grote, glazen etalages in het zweet werken.

Een vriend troonde me een tijdje geleden mee naar een fitnesszaal voor eurocraten, ergens tussen de Wet- en de Belliardstraat, waar de vorige premier een vaste klant is.

Eenmaal omgekleed, moet je een USB-stick in een van de vele computers steken. Mensen met tandpastaglimlach, gebruinde huid en stevige spieren leggen in een filmpje in een van de zestien talen naar keuze uit welke oefeningen je aan de apparaten kunt doen. Met rode markeringen wordt duidelijk gemaakt op welke spieren de oefeningen een gunstig effect sorteren. Slechts enkele aanwezigen komen in de buurt van het ideaalbeeld van de instructeurs die de oefeningen uitleggen, maar daar zal binnen afzienbare tijd vast verandering in komen.

Dan liever sporten in stijl. Dat kon destijds in Saint-Sauveur, op de heuvelrug van de Warmoesberg. In de tuinen van een Engelse kloosterorde wordt in 1818 het Etablissement Saint-Sauveur opgericht. De naam verwijst naar een kapel ter ere van een Heilige Redder die zich eertijds in dit religieuze stadsgedeelte bevond.

Aan de Warmoesberg worden, zoals op meer plaatsen in Brussel, publieke baden geïnstalleerd, om aan de Brusselaars een morele en een fysieke gezondheid bij te brengen. In eerste instantie richten de baden zich op rijke mensen, die in die tijd nog geen badkamer hebben, voor een grondige was- en verzorgingsbeurt. Opmerkelijk: dezer dagen doen enkel nog de verworpenen der aarde een beroep op publieke baden en douches.

Wat er ook van zij, nog tot in de jaren 1940 blijft Saint-Sauveur een plek waar klanten een douche of bad kunnen nemen, een oord waar de beter gegoeden der aarde komen kuren. Een beetje zoals in ‘de Berghof’ in Thomas Manns De Toverberg, maar dan met Turks-Romeinse en Russische baden in plaats van in de gezonde buitenlucht met zicht op de magnifieke Alpentoppen.

Naast de publieke baden verrijst een echt zwembad. De oudste zwemclub van Brussel vindt er onderdak, veel ketjes leren er zwemmen en er wordt tevens aan waterpolo gedaan.

Maar het paradepaardje van de Saint-Sauveur is toch de ijsbaan. Enkele affiches op de lezenswaardige website retroscoop.com tonen schaatsende mannen in kostuum en vrouwen met lange jurken, de sportkledij van de belle époque. De ijshockeyclub van Saint-Sauveur wordt in 1922 zelfs Belgisch kampioen. Onder andere de latere Auschwitz-overlevende Paul Sobol is lid van de club.

Vanaf de jaren 1920 wordt de ijspiste tijdens de zomermaanden steeds vaker gebruikt voor bals. Met de aanbreng van spiegels aan de muren, een heuse fontein en tropische planten worden kosten noch moeite gespaard om het de aanwezigen naar hun zin te maken. Wanneer om middernacht de fanfare in de balzaal naar binnen wandelt, begint iedereen te dansen.

In de zogenaamde spektakelzaal kan je catch- en bokswedstrijden bijwonen, op een lagere verdieping is er een bowlingzaal.

Na de Tweede Wereldoorlog verliest het elitaire sportcomplex aan aanzien. In het zwembad groeien er volgens de overlevering zelfs kakkerlakken aan de muur.

In 1958 wordt besloten tot de afbraak van de Saint-Sauveur, uit de as herrijst... een parkeergarage. Een typisch Brusselse oplossing, quoi.

Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten

Estafette

In Estafette schrijven BRUZZ-journalisten Filip Van Der Elst, Bram Van de Velde en Ken Lambeets om beurten over sporten in Brussel.    

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column, Estafette

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni